Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

1389

Vragen van de leden Rosenmöller en Sipkes (GroenLinks) over het controleren van wapenzendingen via Schiphol. (Ingezonden 20 mei 1996)

1

Blijkt uit rapporten van de Algemene Rekenkamer en de Economische Controledienst, dat in 1994 niet of nauwelijks controle heeft plaatsgevonden op wapenzendingen via Schiphol? Is zelfs steekproefsgewijze controle achterwege gebleven? Blijkt uit het ECD-onderzoek, dat van de in 1994 1139 aangemelde wapenzendingen in geen enkele geval de bijbehorende vracht- en doorvoerdocumenten deugen?1

2

Is het aantal ongecontroleerde wapenzendingen naar alle waarschijnlijkheid nog aanzienlijk groter aangezien alleen KLM wapenzendingen aanmeldt maar alle overige afhandelingsbedrijven dit nalaten? Waarom wordt niet opgetreden tegen deze bedrijven?

3

Blijkt uit de rapporten ook dat de regels voor het Nederlandse wapenexportbeleid door het gebrek aan controle in tal van gevallen worden overtreden aangezien er zendingen plaatsvinden naar spanningsgebieden en landen waar de mensenrechten worden geschonden?

4

Hoe is het mogelijk, dat de controle op wapenzendingen via Schiphol vrijwel ontbreekt? Deelt u de mening dat deze situatie volstrekt onacceptabel is? Kunt u een reactie geven op uitspraken van bronnen bij marechaussee en douane dat er sinds het verschijnen van de rapporten vrijwel niets is veranderd? Is er naar aanleiding van bedoelde rapporten geen enkele maatregel tot verbetering van de situatie genomen? Zo ja, hoe is dat mogelijk?

5

Kunt u aangeven in hoeverre de situatie in de zeehavens en andere luchthavens in Nederland vergelijkbaar is met die op Schiphol?

6

Bent u bereid onmiddellijk maatregelen te nemen om controle en toezicht op wapenzendingen te verbeteren, het effect van deze maatregelen na enige tijd te evalueren en de Kamer van de resultaten op de hoogte te stellen?

7

Heeft de marechaussee op Schiphol in 1994 slechts 72,5 uur besteed aan de handhaving van milieuwetten? Acht u dit een adequate inzet van menskracht om naleving van deze regels te garanderen? Zo neen, bent u voornemens om deze controles te intensiveren?

8

Bent u bereid de rapporten van de Algemene Rekenkamer en de Economische Controledienst aan de Kamer te sturen?

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op de eerdere vragen ter zake van de leden Van Gijzel en Houda, ingezonden 15 mei 1996

Antwoord

Antwoord van staatssecretaris Van Dok-van Weele (Economische Zaken), mede namens de ministers van Buitenlandse Zaken, van Defensie en van Justitie en de staatssecretaris van Financiën. (Ontvangen 1 juli 1996) Zie ook Aanhangsel Handelingen, nr. 1280, vergaderjaar 1995–1996.

Het rapport van de Algemene Rekenkamer is op 12 oktober 1995 in een besloten overleg met de vaste Kamercommissie voor Justitie en Defensie besproken. Het rapport van de Economische Controledienst is op 12 maart 1996 vertrouwelijk aan de vaste commissie voo.

Nadere vragen m.b.t. de inhoud van de genoemde rapporten, te weten de vragen 1, 2 en 3 en 7 kunnen, indien daartoe behoefte bestaat, in een vertrouwelijke bijeenkomst van genoemde commissies beantwoord worden.

De antwoorden op de overige vragen luiden als volgt:

4 en 6

Het rapport van de Economische Controledienst gaf aanleiding te veronderstellen dat het toezicht op de naleving op de doorvoer van wapens en munitie, verbetering behoefde. Er is daarom overleg in gang gezet tussen de ministeries van Financiën en van Defensie, waaronder de Douane, respectievelijk de Koninklijke Marechaussee ressorteren, en het ministerie van Justitie.

Vertegenwoordigers van de ministeries van Economische Zaken en van Buitenlandse Zaken namen eveneens deel aan dit overleg.

Voor de concreet genomen maatregelen verwijs ik u naar de vertrouwelijke brief van 12 maart 1996 van de Minister van Justitie aan de vaste commissie voor Justitie.

Uiteraard zal de Kamer op de hoogte worden gesteld van de uitkomsten van het interdepartementale overleg, evenals van de evaluatie van de reeds genomen maatregelen.

5

Voor zeehavens is de situatie niet vergelijkbaar met die op Schiphol, aangezien op internationale luchthavens een specifiek doorvoerregime van toepassing is, dat is toegesneden op de snelheid van het logistieke proces van de luchtvaart.

Voor de andere luchthavens zij verwezen naar het rapport van de Economische Controledienst.

8

Voor het antwoord op deze vraag verwijs ik naar de inleiding van deze brief.


XNoot
1

Vrij Nederland, 18 mei 1996; De Telegraaf, 15 mei 1996.

Naar boven