Besluit van 5 juni 2012 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet implementatie Omnibus I-richtlijn, de Wet van 10 mei 2012 tot wijziging van de Wet op het financieel toezicht en de Wet financiële verslaggeving in verband met de herziene richtlijn prospectus (Stb. 2012, 219), artikel II, onderdelen A en B, van de Wet bijzondere maatregelen financiële ondernemingen en de Wet bekostiging financieel toezicht

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën van 29 mei 2012, FM/2012/670M, Generale Thesaurie, directie Financiële Markten, afdeling Institutioneel Beleid en Integriteit;

Gelet op artikel VI van de Wet implementatie Omnibus I-richtlijn, artikel III van de Wet van 10 mei 2012 tot wijziging van de Wet op het financieel toezicht en de Wet financiële verslaggeving in verband met de herziene richtlijn prospectus (Stb. 2012, 219), artikel VI van de Wet bijzondere maatregelen financiële ondernemingen en artikel 31 van de Wet bekostiging financieel toezicht;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

De volgende wetten treden in werking met ingang van 1 juli 2012:

  • a. de Wet van 10 mei 2012 tot wijziging van de Wet op het financieel toezicht en de Wet financiële verslaggeving in verband met de herziene richtlijn prospectus (Stb. 2012, 219);

  • b. de Wet implementatie Omnibus I-richtlijn.

Artikel 2

Artikel II, onderdelen A en B, van de Wet bijzondere maatregelen financiële ondernemingen treedt in werking met ingang van 1 juli 2012.

Artikel 3

De Wet bekostiging financieel toezicht treedt in werking met ingang van 1 januari 2013.

Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 5 juni 2012

Beatrix

De Minister van Financiën, J. C. de Jager

Uitgegeven de negentiende juni 2012

De Minister van Veiligheid en Justitie, I. W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

Artikel 1

In artikel 1 is bepaald dat de genoemde wetten in werking treden met ingang van 1 juli 2012. De Wet van 10 mei 2012 tot wijziging van de Wet op het financieel toezicht en de Wet financiële verslaggeving in verband met de herziene richtlijn prospectus (Stb. 2012, 219) heeft een voorgeschreven implementatiedatum van 1 juli 2012. Voor wat betreft de inwerkingtreding van de Wet implementatie Omnibus I-richtlijn wordt aangesloten bij het vaste verandermoment van 1 juli.

Artikel 2

In artikel VI van de Wet bijzondere maatregelen financiële ondernemingen is geregeld dat die wet in werking treedt met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst. In artikel VI is een uitzondering gemaakt voor de artikelen I, onderdeel IJ, en II, onderdelen A en B, die in werking treden op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Artikel I, onderdeel IJ, houdt verband met de invoering van de ex ante-financiering van het depositogarantiestelsel en kan pas in werking treden, zodra de benodigde uitvoeringsregelgeving gereed is.

Artikel II, onderdelen A en B, houden geen rechtstreeks verband met de in de Wet bijzondere maatregelen financiële ondernemingen opgenomen bijzondere bevoegdheden. Voor deze onderdelen geldt daarom niet dat zij reeds met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad in werking treden. Voor de inwerkingtreding van deze onderdelen wordt daarom aangesloten bij het vaste verandermoment van 1 juli.

Artikel 3

Vanwege de systematiek van de Wet bekostiging financieel toezicht, die uitgaat van een begrotingsjaar dat begint op 1 januari, is gekozen deze wet op 1 januari 2013 in werking te laten treden.

De Minister van Financiën, J. C. de Jager

Naar boven