Besluit van 21 november 2006, houdende aanpassing van algemene maatregelen van bestuur in verband met de invoering van de Wet op het financieel toezicht

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën van 3 juli 2006, FM 2006-1545 M, Generale Thesaurie, Directie Financiële Markten, Afdeling Algemeen en Internationaal;

Gelet op

– artikel 1a, eerste lid, onderdeel e, en tweede lid, van de Wet Nationale ombudsman;

– artikel 1a, eerste lid, onderdeel d, en tweede lid, van de Wet openbaarheid van bestuur;

– de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens;

– de Kieswet;

– artikel 39, eerste lid, van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002;

– de artikelen 1, tweede lid, 5, tweede lid, 7, tweede lid, 16, tweede lid, 27, eerste lid, onderdeel i, en vijfde lid, en 46 van de Wet bevordering integriteitbeoordelingen door het openbaar bestuur;

– de artikelen 18, eerste lid, 35, eerste lid, en 42, eerste lid, van de Mededingingswet;

– de artikelen 8, eerste lid, 10, tweede lid, 12, 14, 15, eerste lid en tweede lid, 16, 17, eerste en vierde lid, 18 vierde lid, onderdeel c, 19, tweede en vierde lid, 20, eerste lid, en 27 van de Handelsregisterwet 1996;

– artikel 2 van de Kaderwet verstrekking financiële middelen EZ;

– artikel 15.12, eerste lid, van de Wet milieubeheer;

– artikel 3 van de Kaderwet verstrekking EZ subsidies;

– de artikelen 11 en 34a van de Wet op de loonbelasting 1964;

– de artikelen 4, 7, 33 en 34 van de Wet op de loonbelasting 1964;

– de artikelen 2, eerste lid, en 3 van de Sanctiewet 1977;

– de artikelen 2.5, 2.6, 3.11, 3.83, 3.126, 3.127, 4.25, 5.7, 5.22, 5.23, 6.25, 7.6, 10.8 en 10.9 van de Wet inkomstenbelasting 2001;

– artikel 32, aanhef en onder a en c, en op artikel 34, eerste lid, van de Comptabiliteitswet;

– artikel 1, eerste lid, onderdeel a, onder 7°, en onderdeel b, onder 9°, en artikel 6, onderdeel d, onder 9°, van de Wet identificatie bij dienstverlening;

– artikel 1, eerste lid, onderdeel a, onder 10°, en artikel 9, tweede lid, onderdeel g, van de Wet melding ongebruikelijke transacties;

– de artikelen 3, tweede lid, onder f, 4, tweede lid, 5, tweede lid, en 8, tweede lid, van de Wet documentatie vennootschappen;

– artikel 391 lid 4 en 5 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek;

– artikel 631, derde lid, onderdeel c en d, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek;

– de artikelen 1, onder e, 3, 5, tweede lid, 6, derde lid, 7, tweede lid, 9, derde lid, 13, eerste en vierde lid, 14, onder e, 16, eerste lid, onder c, 17, 18, eerste tot en met derde lid, 19 en 25, eerste lid, van de Wet politieregisters;

– artikel 7, derde lid, van de Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen;

– artikel 10 van Richtlijn 2004/25/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 21 april 2004 betreffende het openbaar overnamebod en artikel 391 lid 5 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek;

– de artikelen 34, vijfde lid, 36, tweede lid, 40, eerste lid, 44, 49, 50, tweede lid, 53, eerste lid, 54, vierde en vijfde lid, 56, eerste lid, 75, eerste en vierde lid, onderdeel c, en 76, eerste lid, van de Flora- en faunawet;

– artikel 66a, derde lid, van de Algemene nabestaandenwet;

– artikel 2, achtste lid, artikel 2b, vijfde lid, 2c, tweede lid, artikel 9a, vierde lid, artikel 9d, artikel 28 en artikel 32, negende lid van de Pensioen- en spaarfondsenwet;

– artikel 59, derde lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling;

– artikel 12c, vijfde lid, van de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen;

– artikel 13, derde lid, van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000;

– artikel 13, vijfde lid, artikel 73, zevende lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;

– artikel 7 van de Invoeringswet Wet werk en bijstand;

– artikel 31a, vijfde lid, van de Wet op de ondernemingsraden;

– de artikelen 11, derde en vierde lid, 20, 22, vijfde lid, 32, tweede en derde lid, 34, derde lid, en 89, vijfde lid, van de Zorgverzekeringswet;

– artikel 8.44 van de Wet Milieubeheer;

De Raad van State gehoord (advies van 13 juli 2006, no. W06.06.0266/IV);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Financiën van 1 november 2006, FM 2006-02506 M;

Hebben goedgevonden en verstaan:

HOOFDSTUK 1. MINISTERIE VAN ALGEMENE ZAKEN

ARTIKEL I

Artikel 1 van het Besluit bestuursorganen WNo en Wob wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel b komt te luiden:

b. De Nederlandse Bank N.V., voor zover belast met de werkzaamheden die voortvloeien uit dan wel verband houden met haar taken op grond van de artikelen 2, eerste, tweede en derde lid, en 3 van de Bankwet 1998, en haar taken en bevoegdheden ingevolge artikel 4, eerste lid, van de Bankwet 1998, de Pensioen- en spaarfondsenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling, de Wet op het notarisambt en de Wet op het financieel toezicht.

2. Onderdeel c vervalt.

3. Onderdeel d wordt vernummerd tot onderdeel c.

4. In onderdeel c (nieuw) wordt de zinsnede «de Wet toezicht beleggingsinstellingen, de Wet toezicht effectenverkeer 1995, de Wet toezicht kredietwezen 1992, de Wet toezicht natura-uitvaartverzekeringsbedrijf, Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 en de Wet financiële dienstverlening» vervangen door: de Wet toezicht financiële verslaggeving en de Wet op het financieel toezicht.

HOOFDSTUK 2. MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

ARTIKEL II

Bijlage 5a bij artikel 68b van het Besluit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel e wordt de zinsnede «De kredietinstellingen, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder a, van de Wet toezicht kredietwezen 1992, die zijn ingeschreven in het in artikel 52, eerste lid, van die wet bedoelde register.» vervangen door: De kredietinstellingen, bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht, die zijn ingeschreven in het in artikel 1:107 van die wet bedoelde register.

2. In onderdeel f wordt de zinsnede «De effecteninstellingen, bedoeld in artikel 1, onder d, van de Wet toezicht effectenverkeer 1995, die zijn ingeschreven in het in artikel 21 van die wet bedoelde register.» vervangen door: De beleggingsondernemingen, bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht, die zijn ingeschreven in het in artikel 1:107 van die wet bedoelde register.

3. In onderdeel g wordt de zinsnede «De verzekeraars, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder h, van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993, die zijn opgenomen op de in artikel 9 van die wet bedoelde lijst. De verzekeraars, bedoeld in artikel 1, onder c, van de Wet toezicht natura-uitvaartverzekeringsbedrijf, die zijn opgenomen op de in artikel 4 van die wet bedoelde lijst.» vervangen door: De verzekeraars, bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht, die zijn ingeschreven in het in artikel 1:107 van die wet bedoelde register.

4. In onderdeel h wordt de zinsnede «De beleggingsinstellingen, bedoeld in artikel 1, onder c, van de Wet toezicht beleggingsinstellingen, die zijn ingeschreven in het in artikel 18 van die wet bedoelde register.» vervangen door: De beleggingsinstellingen, bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht, die zijn ingeschreven in het in artikel 1:107 van die wet bedoelde register.

ARTIKEL III

Het Kiesbesluit wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel G 1, eerste lid, wordt de zinsnede «een ingevolge artikel 52 van de Wet toezicht kredietwezen 1992 (Stb. 1992, 722) geregistreerde kredietinstelling» vervangen door: een financiële onderneming die ingevolge de Wet op het financieel toezicht in Nederland het bedrijf van kredietinstelling mag uitoefenen.

B

In artikel H 3, eerste lid wordt de zinsnede «ingevolge artikel 52 van de Wet toezicht kredietwezen 1992 (Stb. 1992, 722) geregistreerde kredietinstelling» vervangen door: een financiële onderneming die ingevolge de Wet op het financieel toezicht in Nederland het bedrijf van kredietinstelling mag uitoefenen.

ARTIKEL IV

Artikel 1 van het Aanwijzingsbesluit artikel 39 WIV 2002 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel d vervalt.

2. Onderdeel e wordt verletterd tot onderdeel d.

ARTIKEL V

In de Bijlage als bedoeld in artikel 2 van het Besluit BIBOB komt «Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Ministerie van Financiën – Pensioen- en Verzekeringskamer» te vervallen.

HOOFDSTUK 3. MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN

ARTIKEL VI

Artikel 8 van het Besluit gegevensverstrekking Mededingingswet wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt de zinsnede «in de zin van de Wet toezicht kredietwezen 1992» vervangen door: in de zin van de Wet op het financieel toezicht.

2. In het derde lid wordt de zinsnede «in de zin van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf of de Wet toezicht natura-uitvaartverzekeringsbedrijf» vervangen door: in de zin van de Wet op het financieel toezicht.

ARTIKEL VII

Artikel 29, eerste lid, van het Handelsregisterbesluit 1996 komt te luiden:

  • 1. Alle aankondigingen afkomstig van De Nederlandsche Bank N.V. die ingevolge de Wet op het financieel toezicht in de Staatscourant worden opgenomen, worden tevens ingeschreven in het handelsregister.

ARTIKEL VIII

Het Besluit borgstelling MKB-kredieten 1997 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, onderdeel a, komt te luiden:

a. bank: bank als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht waaraan een vergunning is verleend op grond van artikel 2:11 of artikel 2:16 van die wet of die op grond van artikel 2:15 van die wet haar bedrijf in Nederland mag uitoefenen, niet zijnde een bank die tevens beleggingsonderneming is;.

B

In de artikelen 2, tweede lid, aanhef en onderdeel b, artikel 4, tweede en derde lid, en 11, derde lid, wordt de zinsnede «kredietinstelling» telkens vervangen door: bank.

ARTIKEL IX

Het Besluit borgstelling scheepsnieuwbouw wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, onderdeel e, komt te luiden:

e. bank:

1°. bank als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht waaraan een vergunning is verleend op grond van artikel 2:11 of artikel 2:16 van die wet of die op grond van artikel 2:15 van die wet haar bedrijf in Nederland kan uitoefenen, niet zijnde een bank die tevens beleggingsonderneming is;

2°. bank als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht niet zijnde een bank die tevens beleggingsonderneming is, die beschikt over een vergunning als bedoeld in artikel 4 van richtlijn nr. 2000/12/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 20 maart 2000 betreffende de toegang tot en de uitoefening van de werkzaamheden van kredietinstellingen (PbEG L 275);

B

In de artikelen 1, eerste lid, onderdeel h, 2, 3, 5, tweede lid, onderdeel b, 6, eerste lid, 7, onderdelen g en h, 9, 10, tweede lid, onderdelen e en g en derde lid, onderdeel e, wordt «kredietinstelling» telkens vervangen door: bank.

HOOFDSTUK 4. MINISTERIE VAN FINANCIËN

ARTIKEL X

Artikel 10, eerste lid, van het Besluit bedrijfsspaarregelingen wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel a komt te luiden:

a. zijn aangegaan met een levensverzekeraar als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht of met de Sociale verzekeringsbank;

2. Onderdeel b vervalt.

3. Onderdeel c wordt vernummerd tot onderdeel b.

ARTIKEL XI

Artikel 10d, eerste lid, van het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 komt te luiden:

  • 1. Als een verzekeraar van een pensioen of een voorziening voor vervroegde uittreding als bedoeld in artikel 19a, eerste lid, onderdeel f, van de wet kan door Onze Minister worden aangewezen een verzekeraar die op grond van de Wet op het financieel toezicht diensten in Nederland mag verrichten.

ARTIKEL XII

Het koninklijk besluit van 11 oktober 2002 op grond van de Sanctiewet 1977, inzake het melden van transacties die zouden kunnen duiden op de financiering van terrorisme (Stb. 553) wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef van onderdeel c wordt «financiële instelling» vervangen door: financiële onderneming.

2. Onderdeel c, onder 1° tot en met 5°, komt te luiden:

1°. een kredietinstelling als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht;

2°. een verzekeraar als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht;

3°. een beleggingsinstelling als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht;

4°. een beleggingsonderneming als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht;

5°. een bemiddelaar als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht, die bemiddelt in verzekeringen;.

3. In de aanhef van onderdeel d wordt de zinsnede «financiële instelling» vervangen door: financiële onderneming.

4. Onderdeel d, onder 6°, komt te luiden:

6°. sluiten van een overeenkomst van levensverzekering als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht tegen een premie als bedoeld in dat artikel, alsmede het daarbij bemiddelen als bedoeld in dat artikel.

B

In artikel 2 wordt de zinsnede «De financiële instelling» vervangen door: Een financiële onderneming.

ARTIKEL XIII

Artikel 22, eerste lid, van het Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 2001 komt te luiden:

  • 1. Als administratieplichtigen als bedoeld in artikel 10.8, eerste lid, van de wet worden aangewezen:

    banken, elektronischgeldinstellingen, beleggingsinstellingen, beleggingsondernemingen en levensverzekeraars in de zin van de Wet op het financieel toezicht.

ARTIKEL XIV

Artikel 1, derde lid, onderdeel a, van het Besluit Kasbeheer 1998 komt te luiden:

a. financiële instrumenten als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht.

ARTIKEL XV

Het koninklijk besluit van 24 februari 2003 tot aanwijzing van instellingen en diensten in het kader van de Wet identificatie bij dienstverlening en de Wet melding ongebruikelijke transacties (Stb. 94) wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 2, eerste lid, onderdeel i, wordt de zinsnede «als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel p, van de Wet toezicht kredietwezen 1992» vervangen door: als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht.

B

Artikel 4, eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel a, onder 1°, komt te luiden:

1°. kredietinstellingen die ingevolge artikel 1:107, tweede lid, onderdeel a, onder 1° of 2°, van de Wet op het financieel toezicht zijn ingeschreven.

2. Onderdeel a, onder 2°, komt te luiden:

2°. kredietinstellingen die ingevolge artikel 1:107, tweede lid, onderdeel a, onder 3°, van de Wet op het financieel toezicht zijn ingeschreven, voor zover de werkzaamheden ingevolge artikel 3:39, van die wet in Nederland mogen worden uitgeoefend.

3. Onderdeel a, onder 3°, komt te luiden:

3°. financiële ondernemingen die ingevolge artikel 1:107, tweede lid, onderdeel a, onder 3°, van de Wet op het financieel toezicht zijn ingeschreven, voor zover de werkzaamheden ingevolge artikel 2:25, tweede lid, of 2:26, van die wet in Nederland mogen worden uitgeoefend.

4. In onderdeel j wordt de zinsnede « bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel p, van de Wet toezicht kredietwezen 1992» vervangen door: bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht.

ARTIKEL XVI

Het Besluit bijzondere regeling Lloyd’s Underwriters wordt ingetrokken.

HOOFDSTUK 5. MINISTERIE VAN JUSTITIE

ARTIKEL XVII

Het Besluit documentatie vennootschappen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel l vervalt.

2. De onderdelen m tot en met p worden verletterd tot l tot en met o.

B

Artikel 6, onderdeel c, komt te luiden:

c. de Autoriteit Financiële Markten, De Nederlandsche Bank N.V. en de Nederlandse Mededingingsautoriteit voor zover dat noodzakelijk is voor de uitoefening van het toezicht op financiële ondernemingen of op de naleving van de Mededingingswet;

ARTIKEL XVIII

Artikel 1 van het koninklijk besluit van 23 december 2004 tot vaststelling van nadere voorschriften omtrent de inhoud van het jaarverslag (Stb. 747) komt te luiden:

Dit besluit is van toepassing op een naamloze vennootschap waarvan aandelen of certificaten van aandelen zijn toegelaten tot de officiële notering aan een markt in financiële instrumenten als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht, met uitzondering van een beleggingsmaatschappij, bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht die geen beheerder is als bedoeld in dat artikel.

ARTIKEL XIX

Artikel 12, tweede lid, van het Besluit fondsen en spaarregelingen komt te luiden:

ARTIKEL XX

Artikel 14a, eerste lid, van het Besluit politieregisters wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel a komt te luiden:

a. Onze Minister van Financiën op grond van de artikelen 3:11, 3:65, 3:100, onderdeel c, 3:101, onderdeel c, 3:105, derde lid, onderdeel b, en vierde lid, onderdeel c, 3:109 en 5:26, eerste en tweede lid, van de Wet op het financieel toezicht;

2. Onderdeel b komt te luiden:

b. de Stichting Autoriteit Financiële Markten op grond van de in de artikelen 1:104, 1:107, 2:67, eerste lid, onderdelen a en b, 2:68, eerste lid, onderdelen a en b, 2:99, 3:95, 3:105, derde en vierde lid, 4:9, 4:10 en 5:26, tweede lid, van de Wet op het financieel toezicht toegekende bevoegdheden;

3. Onderdeel c komt te luiden:

c. De Nederlandsche Bank N.V. op grond van de in de artikelen 1:102, 1:104, 2:21, 3:9, eerste lid, 3:11, 3:16, eerste en tweede lid, 3:23, 3:31, 3:43, 3:46, 3:54, eerste lid, 3:58, eerste lid, 3:65, 3:100, onderdeel c, 3:101, onderdeel c, 3:105, 3:109 en 3:110 van de Wet op het financieel toezicht toegekende bevoegdheden;

4. De onderdelen e, f en h vervallen.

5. Onderdeel g wordt verletterd tot onderdeel e.

ARTIKEL XXI

Artikel 2, eerste lid, van het Besluit verplichte verzekering bij medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen komt te luiden:

  • 1. De verzekering wordt gesloten en in stand gehouden bij een financiële onderneming die ingevolge de Wet op het financieel toezicht in Nederland het bedrijf van verzekeraar mag uitoefenen.

ARTIKEL XXII

Artikel 1 van het Besluit artikel 10 overnamerichtlijn wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel a wordt de zinsnede «op grond van artikel 22 van de Wet toezicht effectenverkeer 1995» vervangen door: op grond van artikel 5:26 van de Wet op het financieel toezicht.

b. In onderdeel j wordt de zinsnede «openbaar bod in de zin van artikel 6a of artikel 6e van de Wet toezicht effectenverkeer 1995» vervangen door: openbaar bod in de zin van artikel 5:70 van de Wet op het financieel toezicht.

c. In onderdeel k wordt de zinsnede «openbaar bod in de zin van artikel 6a of artikel 6e van de Wet toezicht effectenverkeer 1995» vervangen door: openbaar bod in de zin van artikel 5:70 van de Wet op het financieel toezicht.

2. In het derde lid wordt de zinsnede «op een vennootschap in de zin van artikel 1, onderdeel a, van de Wet toezicht beleggingsinstellingen» vervangen door: op een beleggingsmaatschappij in de zin van artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht.

HOOFDSTUK 6. MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

ARTIKEL XXIII

Artikel 16 van het Jachtbesluit komt te luiden:

Artikel 16

De verzekering is gesloten met een financiële onderneming die ingevolge de Wet op het financieel toezicht in Nederland het bedrijf van verzekeraar mag uitoefenen.

HOOFDSTUK 7. MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

ARTIKEL XXIV

Artikel 1, onderdeel d, van het Besluit ex artikel 66a ANW komt te luiden:

d. verzekeraar: een financiële onderneming die ingevolge de Wet op het financieel toezicht in Nederland het bedrijf van verzekeraar mag uitoefenen;.

ARTIKEL XXV

In artikel 2 van het Besluit pensioentoezegging wordt de zinsnede «en regelingen als omschreven in artikel 13, vierde lid, onderdeel a, onder 3° en 4°, van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993» vervangen door: en regelingen als bedoeld in artikel 2, negende lid van de Pensioen- en spaarfondsenwet.

ARTIKEL XXVI

In de artikelen 1, 2, 4, 5, 6, 7, 8, en bijlage C van het Besluit staten pensioenfondsen wordt «Pensioen- & Verzekeringskamer » telkens vervangen door: «De Nederlandsche Bank N.V.»

ARTIKEL XXVII

Het Besluit SUWI wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel 3.1, eerste lid, onderdeel d, wordt de zinsnede «de Wet toezicht verzekeringsbedrijf» vervangen door: de Wet op het financieel toezicht.

2. In artikel 5.13, tweede lid, wordt de zinsnede «een verzekeraar als bedoeld in artikel 73, tweede lid, onderdeel b, van de wet SUWI» vervangen door: een financiële onderneming als bedoeld in artikel 73, tweede lid, onderdeel b, van de Wet SUWI.

3. Het opschrift van artikel 5.14 komt te luiden:

Verstrekking van statistische gegevens door het UWV aan financiële ondernemingen.

4. In artikel 5.14 wordt de zinsnede «de verzekeraars als bedoeld in artikel 73, tweede lid, onderdeel b, van de Wet SUWI. vervangen door: de financiële ondernemingen, bedoeld in artikel 73, tweede lid, onderdeel b, van de Wet SUWI.

ARTIKEL XXVIII

Het Besluit actuariële en bedrijfstechnische nota wordt als volgt gewijzigd:

A

In de artikelen 7 en 9 wordt «de Pensioen- & Verzekeringskamer» telkens vervangen door: De Nederlandsche Bank.

B

Artikel 10 vervalt.

ARTIKEL XXIX

Het Besluit gelijke behandeling bij pensioenen wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 5, tweede lid, wordt «de Pensioen- & Verzekeringskamer» vervangen door: De Nederlandsche Bank N.V.

B

Artikel 1, eerste lid, van de bijlage komt te luiden;

Indien de gegevens omtrent het balanstotaal niet aan De Nederlandsche Bank N.V. beschikbaar zijn gesteld, kan De Nederlandsche Bank N.V. aan degene aan wie de boete wordt opgelegd, verzoeken deze gegevens binnen een door haar te stellen termijn te verstrekken. Indien de betrokkene niet binnen de gestelde termijn voldoet aan dit verzoek, is bij de vaststelling van de hoogte van de boete Categorie V van toepassing.

ARTIKEL XXX

In artikel 7, tweede lid, van het Vrijstellingsbesluit Wet Bpf 2000 wordt «de Pensioen- & Verzekeringskamer» telkens vervangen door: De Nederlandsche Bank.

ARTIKEL XXXI

Artikel 1, onderdeel j, van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 komt te luiden:

j. bank: bank als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht.

ARTIKEL XXXII

In artikel 13, derde lid, van het Besluit verstrekking financiële informatie aan ondernemingsraden 1985 wordt de zinsnede «en op grond van artikel 11 van de Wet toezicht kredietwezen een jaarrekening heeft vastgesteld» vervangen door: en op grond van artikel 3:71 van de Wet op het financieel toezicht een jaarrekening heeft vastgesteld.

ARTIKEL XXXIII

In de artikelen 3, eerste lid, artikel 4, derde, vierde, zesde en zevende lid, artikel 5, tweede lid, artikel 6, eerste en vierde lid, en artikel 8, achtste lid, van het Besluit minimum bedrag eigen vermogen pensioenfondsen wordt de zinsnede «Pensioen- & Verzekeringskamer» telkens vervangen door: De Nederlandsche Bank N.V.

ARTIKEL XXXIV

In artikel 1 van het Besluit verstrekking niet-vertrouwelijke gegevens pensioenfondsen wordt de zinsnede «Pensioen- & Verzekeringskamer» vervangen door: De Nederlandsche Bank N.V.

HOOFDSTUK 8. MINISTERIE VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

ARTIKEL XXXV

Artikel 2:3, eerste lid van het Besluit Zorgverzekering komt te luiden:

  • 1. Indien de behoefte aan zorg of een andere dienst het gevolg is van een of meer terroristische handelingen en de totale schade die in een kalenderjaar ten gevolge van dergelijke handelingen bij schade-, levens- of natura-uitvaartverzekeraars waarop de Wet financieel toezicht van toepassing is, zal worden gedeclareerd, naar verwachting van de Nederlandse Herverzekeringsmaatschappij voor Terrorismeschaden N.V. hoger zal zijn dan het door die maatschappij herverzekerde maximumbedrag per kalenderjaar, heeft de verzekerde slechts recht op prestaties tot een door die maatschappij te bepalen, voor alle verzekeringen gelijk percentage van de kosten of waarde van de zorg of overige diensten.

HOOFDSTUK 9. MINISTERIE VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

ARTIKEL XXXVI

Artikel 3.2.3, derde lid, van het Vuurwerkbesluit komt te luiden:

  • 3. De verzekering is gesloten bij een financiële onderneming die ingevolge de Wet op het financieel toezicht in Nederland het bedrijf van verzekeraar mag uitoefenen.

HOOFDSTUK 10. SLOTBEPALINGEN

ARTIKEL XXXVII

De artikelen van dit besluit treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

ARTIKEL XXXVIII

Dit besluit wordt aangehaald als: Aanpassingsbesluit Wet op het financieel toezicht.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

’s-Gravenhage, 21 november 2006

Beatrix

De Minister van Financiën,

G. Zalm

Uitgegeven de twintigste december 2006

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

NOTA VAN TOELICHTING

Dit besluit regelt aspecten die voortvloeien uit de invoering van de Wet op het financieel toezicht (hierna ook: Wft), de daarmee samenhangende intrekking van de Wet financiële dienstverlening (Wfd), de Wet melding zeggenschap in ter beurze genoteerde vennootschappen 1996 (Wmz 1996), de Wet toezicht beleggingsinstellingen (Wtb), de Wet toezicht effectenverkeer 1995 (Wte 1995), de Wet toezicht kredietwezen 1992 (Wtk 1992), de Wet toezicht natura-uitvaartverzekeringsbedrijf (Wtn) en de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 (Wtv 1993). Daar waar in besluiten naar één van deze wetten wordt verwezen, dient hiervoor een verwijzing naar de Wft in de plaats te komen.

In de Wft wordt op een aantal terreinen het begrippenkader van het financieel toezicht aangepast. Deze terminologie dient ook te worden ingevoerd in verschillende besluiten waarin naar deze begrippen wordt verwezen. Dit besluit regelt dit door verwijzingen naar bestaande toezichtwetten te vervangen door verwijzingen naar de Wft en door bepaalde terminologie aan te passen. Daar waar in besluiten naar één van deze wetten wordt verwezen, dient hiervoor een verwijzing naar de Wft in de plaats te komen. Ingevolge de Fusiewet De Nederlandsche Bank N.V. en de Stichting Pensioen- & Verzekeringskamer oefent De Nederlandsche Bank (DNB) sinds inwerkingtreding van deze wet alle taken en bevoegdheden uit die bij of krachtens enige wet aan de Pensioen- & Verzekeringskamer (PVK) zijn toegekend. DNB oefent deze taken onder eigen naam uit. De PVK heeft hierdoor opgehouden te bestaan. Daar waar in de besluiten nog werd verwezen naar de PVK wordt dit vervangen door DNB. Het Besluit bijzondere regeling Llyod’s Underwriters en het Besluit van 25 april 1994, houdende ontheffing van de verplichting te beschikken over het minimum bedrag van het garantiefonds voor levensverzekeraars worden ingetrokken, omdat daarvoor in respectievelijk artikel 1:7 van de Wft en in het Besluit prudentiële regels Wft voorzieningen zijn opgenomen.

De Minister van Financiën,

G. Zalm


XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.

Naar boven