Besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 25 april 2024, nummer WBV 2024/15, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

Gelet op de Vreemdelingenwet 2000, het Vreemdelingenbesluit 2000 en het Voorschrift Vreemdelingen 2000;

Besluit:

ARTIKEL I

De Vreemdelingencirculaire 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

Paragraaf B6/1 Vreemdelingencirculaire 2000 is gewijzigd en komt te luiden:

1. Inleiding

In dit hoofdstuk zijn de beleidsregels opgenomen die gelden voor vreemdelingen die in Nederland willen verblijven voor de volgende verblijfsdoelen:

  • het zoeken naar en verrichten van arbeid al dan niet in loondienst;

  • arbeid als kennismigrant;

  • onderzoek in de zin van richtlijn (EU) 2016/801;

  • arbeid als zelfstandige;

  • houder van een Europese blauwe kaart in de zin van richtlijn 2021/1883/EU; of

  • overplaatsing binnen een onderneming.

De beleidsregels zijn een aanvulling op of een uitwerking van de volgende artikelen uit het Vb, het BuWav en het VV:

  • artikelen 3.3, 3.4, 3.23b, 3.23c, 3.30, 3.30a, 3.30b, 3.30d, 3.32, 3.33 en 3.42, 3.89b, 3.89ba, 3.91c, 4.43 en 4.47 Vb;

  • artikelen 2.1, 2.2, 2.3 en 2.6 BuWav;

  • artikelen 3.20a, 3.20b, 3.20c, 3.20d, 3.23, 4.24, 4.35 en 4.36 VV.

De beleidsregels over kortermijnmobiliteit binnen de Europese Unie van onderzoekers en hun gezinsleden zijn een aanvulling op of een uitwerking van de artikelen 8 en 12 uit de Vw.

B

Paragraaf B6/2.6 Vreemdelingencirculaire 2000 is gewijzigd en komt te luiden:

2.6. Houder van een Europese blauwe kaart

2.6.1 Looncriterium

Voor de hoogte van het looncriterium en de wijze van uitbetaling van het loon wordt verwezen naar artikel 2.2, eerste lid, onder b, zesde, zevende en achtste lid, BuWav.

Loon niet marktconform

Op grond van artikel 3.30b, eerste lid, sub c, Vb wijst de IND de aanvraag voor een verblijfsvergunning onder de beperking ‘Europese blauwe kaart’ af of trekt deze achteraf in als het loon naar het oordeel van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid niet marktconform is. De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid beoordeelt of er sprake is van een marktconform loon.

Bestanddelen bruto maandloon Europese blauwe kaarthouders

Voor de vraag welke bestanddelen meetellen bij het vaststellen van de hoogte van het bruto maandloon is het gestelde in paragraaf B6/2.3 Vc onder het kopje ‘Bestanddelen bruto maandloon kennismigranten’ van overeenkomstige toepassing.

2.6.2 Hogere beroepskwalificaties

Diploma van hoger onderwijs

In aanvulling op artikel 3.30b Vb geldt dat de daar bedoelde getuigschriften voldoen als de vreemdeling arbeid gaat verrichten waarvoor minimaal een diploma van hoger onderwijs vereist is.

Hogere beroepsvaardigheden

Deze paragraaf is een uitwerking van artikel 3.30b, derde lid, Vb. Voor de invulling van hogere beroepsvaardigheden wordt uitgegaan van hetgeen blijkt uit de eigen verklaring aangevuld met de informatie die blijkt uit de andere bewijsmiddelen zoals genoemd in paragraaf B6/4.6.3 Vc.

Erkenning beroepskwalificaties

In aanvulling op artikel 3.30b Vb hebben de werkgever en de vreemdeling bij een gereguleerd beroep de verantwoordelijkheid om desgevraagd bij een controle door de bevoegde instantie aan te tonen dat de vreemdeling beschikt over de erkenning van de vereiste beroepskwalificaties voor dit beroep. Zie hiervoor artikel 5 van de Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties.

Registratie BIG

In aanvulling op artikel 3.30b Vb verleent de IND de verblijfsvergunning uitsluitend aan een vreemdeling die een beroep wil uitoefenen in de individuele gezondheidszorg als registratie in het BIG-register heeft plaatsgevonden.

2.6.3 Zoekperiode

Deze paragraaf is een aanvulling op de artikelen 4.43, 3.89b en 3.89ba Vb. De IND geeft de vreemdeling gedurende de geldigheidsduur van zijn verblijfsvergunning als houder van een Europese blauwe kaart een zoekperiode van drie maanden als de vreemdeling werkloos raakt om een nieuwe functie als houder van een Europese blauwe kaart te vinden. De IND verruimt deze zoekperiode tot zes maanden als de vreemdeling ten minste twee jaar houder is van een Europese blauwe kaart in Nederland. De zoekperiode vangt aan op de dag waarop de arbeidsovereenkomst is ontbonden.

De IND trekt de verblijfsvergunning met als verblijfsdoel ‘verblijf als houder van de Europese blauwe kaart’ in:

  • nadat de zoekperiode zoals hierboven is beschreven, is verstreken; en

  • de vreemdeling geen nieuwe functie als houder van een Europese blauwe kaart heeft gevonden bij een werkgever die voor hem optreedt als referent.

De IND trekt de verblijfsvergunning niet in als de vreemdeling binnen drie maanden een nieuwe functie als houder van een Europese blauwe kaart vindt, mits wordt voldaan aan alle voorwaarden waaronder de verblijfsvergunning is verleend. De IND verruimt deze termijn tot zes maanden als de vreemdeling ten minste twee jaar houder is van een Europese blauwe kaart in Nederland.

C

Paragraaf B6/3.3.5 Vreemdelingencirculaire 2000 is gewijzigd en komt te luiden:

3.3.5. Houder van een Europese blauwe kaart

Op grond van artikel 3.58, eerste lid, aanhef en onder e, Vb verleent of verlengt de IND de verblijfsvergunning met een geldigheidsduur gelijk aan de duur van de arbeidsovereenkomst of aanstelling aangevuld met drie maanden maar niet langer dan vijf jaar.

D

Paragraaf B6/4.6 Vreemdelingencirculaire 2000 is gewijzigd en komt te luiden:

4.6. Houder van een Europese blauwe kaart

4.6.1 Loon

De IND beschouwt als bewijsmiddel waaruit moet blijken dat de vreemdeling voldoet aan het looncriterium voor houders van een Europese blauwe kaart:

  • een arbeidsovereenkomst; of

  • een aanstellingsbesluit.

Paragraaf B6/4.3 Vc is van overeenkomstige toepassing.

4.6.2 Diploma

De IND beschouwt een schriftelijke Internationale Diplomawaardering als bewijsmiddel waaruit moet blijken dat de vreemdeling beschikt over een diploma van hoger onderwijs en dat deze opleiding vergelijkbaar is met een Nederlandse opleiding voor hoger onderwijs.

De IND beschouwt een origineel gewaarmerkte kopie van het diploma van hoger onderwijs in Nederland als bewijsmiddel waar uit moet blijken dat de vreemdeling beschikt over een diploma van hoger onderwijs.

4.6.3 Hogere beroepsvaardigheden

Deze paragraaf is een uitwerking van artikel 4.35, lid 1, onder e VV en artikel 3.30b Vb.

De IND beschouwt in ieder geval als begin van bewijs dat de vreemdeling beschikt over voldoende en relevante hogere beroepsvaardigheden:

  • een eigen verklaring;

  • een cv; en

  • een afschrift van de vacaturetekst.

Dit bewijs moet aangevuld worden met een of meerdere overige stukken zoals bijvoorbeeld:

  • referenties van werkgevers;

  • voorgaande arbeidscontracten; of

  • een overzicht van tewerkstellingsvergunningen afgegeven door officiële overheidsinstanties.

4.6.4 Economische activiteit

De IND beschouwt de volgende stukken als bewijsmiddel waaruit moet blijken dat er economische activiteit plaats vindt bij de referent:

  • een bewijs van inschrijving bij de Kamer van Koophandel;

  • een bewijs van een eigen adres waar economische activiteiten verricht worden, zoals een huurcontract of koopakte;

  • een verklaring van betalingsgedrag als bedoeld in artikel 1.1.12 van de Leidraad Invordering 2008, die op de datum van indiening niet ouder is dan drie maanden; en

  • een geanonimiseerde verzamelloonstaat waaruit blijkt dat ten minste een fte al werkzaam is in de gastentiteit vóór de komst van een beoogd houder van een Europese blauwe kaart.

De IND vereist bovenstaande bewijsmiddelen niet als het gaat om een erkend referent.

De IND beschouwt een postbus niet als een bewijs van een eigen adres.

4.6.5 Individuele gezondheidszorg

De IND beschouwt een bewijs van inschrijving in het BIG-register als bewijsmiddel dat de vreemdeling in het BIG-register is geregistreerd.

4.6.6 Erkenning beroepskwalificaties

De IND beschouwt als bewijsmiddel documenten waarin staat dat de vreemdeling voldoet aan de vereisten om een gereguleerd beroep uit te oefenen en dat deze vereisten erkend zijn in de zin van artikel 5 van de Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties.

4.6.7 Mvv-vereiste voor de houder van de Europese blauwe kaart

De IND beschouwt een document waaruit de duur en aard van het eerdere verblijf als houder van een Europese blauwe kaart in de andere EU-lidstaat blijkt als bewijsmiddel dat de vreemdeling geen mvv hoeft over te leggen.

4.6.8 Langetermijnmobiliteit

De IND beschouwt als bewijsmiddel dat de vreemdeling houder is van een door een andere lidstaat afgegeven Europese blauwe kaart:

  • Een kopie van het verblijfsdocument met de vermelding ‘Europese blauwe kaart’ afgegeven door de andere lidstaat van de EU.

E

Paragraaf B6/5.2 Vreemdelingencirculaire 2000 is gewijzigd en komt te luiden:

5.2. Houder van een Europese blauwe kaart

5.2.1 Werkloosheid

Als de houder van de Europese blauwe kaart werkloos is op het moment dat de aanvraag voor verlenging van de geldigheidsduur van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd wordt ingediend wijst de IND de aanvraag af op grond van artikel 3.89b, tweede lid, Vb en trekt de IND de verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd in op grond van artikel 3.91c Vb als:

  • de houder van een Europese blauwe kaart langer dan drie maanden werkloos is en de vreemdeling korter dan twee jaar houder is van een Europese blauwe kaart; of

  • de houder van een Europese blauwe kaart langer dan zes maanden werkloos is en de vreemdeling ten minste twee jaar houder is van een Europese blauwe kaart in Nederland.

In aanvulling op het voorgaande wordt verwezen naar de artikelen 3.84, 3.89b, 3.89ba, 3,89c, 3.91c en 3.91d Vb met daarin de gronden om de geldigheidsduur van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd niet te verlengen of in te trekken in paragraaf B6/5.2 Vc.

F

Paragraaf B9/8.7 Vreemdelingencirculaire 2000 is gewijzigd en komt te luiden:

8.7. Bijzondere voorwaarden na verblijf bij houder blauwe kaart

In aanvulling op de in artikel 3.51, tweede lid, aanhef en onder a en b, Vb opgenomen voorwaarden, verleent de IND de gezinsleden van de houder van de Europese blauwe kaart een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd alleen als het gezinslid, naast de in paragraaf B9/8.1 genoemde voorwaarden, ook voldoet aan de volgende voorwaarde:

  • het gezinslid heeft twee jaren voldaan aan de voorwaarden voor verlenging van de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd.

Deze voorwaarde geldt ook in aanvulling op artikel 3.51, derde lid, aanhef en onder a en b, Vb voor de gezinsleden van een langdurig ingezetene met de aantekening ‘voormalig houder van een Europese blauwe kaart’.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal (met de toelichting) in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 25 april 2024

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, namens deze, A.W.H. Bertram directeur-generaal Migratie

TOELICHTING

Op 17 november 2021 is de herziene Europese kennismigrantenrichtlijn (EU) 2021/1883 (‘Europese blauwe kaart’ (EBK)) in werking getreden. Dit leidt tot aanpassingen in de Nederlandse regelgeving op het niveau van de Vw, het VV, het Vb, de Vc en de BuWav. Voor de Vc houdt dit de volgende wijzigingen in.

Er zijn een aantal redactionele aanpassingen gedaan. De verwijzingen naar de hogere regelgeving zijn aangepast. In B6/1 Vc zijn de verwijzingen naar de herziene richtlijn aangepast. Aan B6/1 en B6/2.6 Vc zijn de nieuwe, relevante artikelen van het Vb toegevoegd. In B6/2.6 Vc zijn de verwijzingen naar de nieuwe leden van de artikelen in de BuWav aangepast. Aan B6/4.6 Vc is een verwijzing naar de Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties toegevoegd. In B6/2.6, B6/4.6 en B6/5.2 Vc zijn subparagrafen aangebracht voor de leesbaarheid. Ten slotte is de term gereglementeerd vervangen door gereguleerd.

Daarnaast zijn er een aantal inhoudelijke wijzigingen in de hogere regelgeving die doorwerken in de Vc.

Ten eerste is het salariscriterium aangepast. Dit is verlaagd naar € 5.331 bruto per maand. Dit wordt jaarlijks op 1 januari geïndexeerd. Hiermee sluit de EBK aan bij de kennismigrantenregeling. Daarnaast gaat een lager salariscriterium van € 4.265 bruto per maand gelden voor onlangs afgestudeerden. Dit is aangepast in B6/2.6 Vc.

Ten tweede is de zoekperiode verruimd voor houders van een EBK die deze voor ten minste twee jaar in het bezit hebben. Dit is aangepast in B6/2.6 Vc.

Ten derde is het nu mogelijk een EBK aan te vragen op grond van hogere beroepsvaardigheden. Voorheen kon dit alleen op basis van getuigschriften van hoger onderwijs. Dit is aangepast in B6/2.6 en B6/4.6 Vc.

Ten vierde is in B6/4.6 Vc toegevoegd welke documenten als bewijsmiddel kunnen dienen waaruit blijkt dat er economische activiteit plaatsvindt bij referent. Dit is immers een nieuwe afwijzingsgrond in de richtlijn die is omgezet in artikel 3.30b, lid 1, sub e Vb en nader uitgewerkt in B6/4.6 Vc.

Ten vijfde wordt de standaardgeldigheidsduur van de verblijfsvergunning 5 jaar. Dit was 4 jaar. Dit is aangepast in B6/3.3.5 Vc.

Ten zesde zijn de regels rondom werkloosheid voor EBK-houders aangepast ten tijde van een verleningsaanvraag. Dit is aangepast in B6/5.2 Vc.

Ten zevende is de categorie gezinsleden van een langdurig ingezetene met de aantekening ‘voormalig houder van een Europese blauwe kaart’ toegevoegd aan B9/8.7 Vc. Voor deze categorie gelden ook bijzondere voorwaarden na verblijf bij een houder van een EBK.

Ten slotte is een nieuwe paragraaf B6/4.6.8 Vc over langetermijnmobiliteit toegevoegd.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, namens deze, A.W.H. Bertram directeur-generaal Migratie

Naar boven