Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 5 juli 2022, nr. WJZ/ 22262573, houdende wijziging van de Uitvoeringsregeling rechtstreekse betalingen GLB in verband met buitengewone aanpassingssteun voor producenten in de landbouwsectoren

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/467 van de Commissie van 23 maart 2022 tot vaststelling van buitengewone aanpassingssteun voor producenten in de landbouwsectoren (PbEU 2022, L96) en op de artikelen 15 en 19 van de Landbouwwet;

Besluit:

ARTIKEL I

In de Uitvoeringsregeling rechtstreekse betalingen GLB wordt na artikel 4.2.a een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 4.2.b

De Minister verstrekt in 2022 een steunbedrag van € 2.700 aan een landbouwer, indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • a. er is in 2022 tijdig een aanvraag ingediend voor rechtstreekse betalingen en er is aanspraak op uitbetaling van rechtstreekse betalingen van minimaal € 500 voor subsidiabele hectaren;

  • b. er is aanspraak op betaling voor klimaat- en milieuvriendelijke landbouwpraktijken als bedoeld in artikel 2.13.; en

  • c. er zijn op grond van artikel 4, eerste lid, onderdeel a van de Regeling landbouwtelling en gecombineerde opgave 2022 minimaal 50 varkens of 250 stuks pluimvee opgegeven.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 5 juli 2022

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, H. Staghouwer

TOELICHTING

Vanwege de Oekraïne-crisis heeft de Europese Commissie dit jaar de Europese landbouwcrisisreserve geactiveerd en is voor Nederland € 8.097.139 beschikbaar gesteld. Het betreft geen extra budget maar zijn bestaande EU-middelen, die bijeen zijn gebracht door inhouding op de directe betalingen volgens artikel 25 van Verordening (EU) 1306/2013. Doel van de inzet van de landbouwcrisisreserve, die als gevolg van de Oekraïne crisis voor het eerst is ingezet, is de voedselzekerheid veilig te stellen en waar mogelijk te bevorderen of marktverstoringen aan te pakken als gevolg van deze crisis.

Het budget wordt verstrekt aan varkenshouders met grond en minimaal 50 varkens alsmede pluimveehouders met grond en minimaal 250 stuks pluimvee.

Daarmee vloeien de EU-middelen terug naar de ontvangers van directe betalingen in sectoren die volgens onderzoek van Wageningen Economic Research (Kamerstuk 35 925-XIV, nr. 151) het meest getroffen zijn door gestegen kosten, waaronder hogere voerprijzen.

Het gaat om een vast bedrag van € 2.700 per bedrijf als een extra premiebedrag bovenop de reguliere vergroeningspremie van de rechtstreekse betalingen van het Gemeenschappelijk Europees Landbouwbeleid (GLB). De voorwaarde blijft dus dat de betreffende landbouwers de vergroeningsmaatregelen gekoppeld aan de rechtstreekse betalingen toepassen.

Op deze manier wordt voldaan aan de eis dat de EU-middelen uit de landbouwcrisisreserve tegelijk moeten bijdragen aan een verduurzaming (in dit geval vergroening) van de landbouw. Tevens blijft op deze manier het budget binnen de grondgebonden sectoren, die door middel van inhouding op de directe betalingen zelf aan de crisisreserve hebben bijgedragen.

Om voor deze steun in aanmerking te kunnen komen, is gekozen voor een ondergrens van minimaal 50 varkens en 250 stuks pluimvee. Dit is een indicatie voor het bedrijfsmatig gebruik en in lijn met bestaande grenzen die de overheid onder verschillende regelingen hanteert voor de registratie van aantallen dieren. Bedrijven die in het kader van een stoppersregeling de onderneming staken, komen niet voor het premiebedrag in aanmerking. Het aantal varkenshouders en pluimveehouders dat met deze aanpak voor de steun van € 2.700 in aanmerking komt, bedraagt ongeveer 2.950 bedrijven. Dit is zo’n tweederde van het totaal aantal varkens- en pluimveebedrijven in Nederland.

De drempelwaarde van € 500 voor het kunnen ontvangen van de rechtstreekse betalingen is gebaseerd op basis van de rechtenwaarde 2021 en vertaalt zich in de praktijk naar ongeveer 1,5 hectare, dat een bedrijf moet omvatten. De toepassing van het minimale aantal varkens en pluimvee is gebaseerd op de aantallen dieren in de landbouwtelling 2022. Voor varkens betreft dit het aantal dieren in 2021 of op 1 april 2022.

RVO zal op grond van de aanvragen voor de rechtstreekse betalingen van landbouwers in 2022 de betalingen in de maand september verrichten. De uiterste datum voor het kunnen uitbetalen van de EU-middelen uit de landbouwcrisisreserve is 30 september 2022.

Conform artikel 3 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/467 van de Commissie van 23 maart 2022 tot vaststelling van buitengewone aanpassingssteun voor producenten in de landbouwsectoren (PbEU 2022, L96) heeft Nederland voor 30 juni melding gemaakt aan de Commissie van de voornoemde maatregelen.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, H. Staghouwer

Naar boven