De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Gelet op artikel 76 van de Werkloosheidswet;
Besluit:
ARTIKEL I
De Scholingsregeling WW wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 2 komt te luiden:
B
Artikel 2 komt te luiden:
Artikel 2. Duur
-
1. De opleiding of scholing duurt maximaal een jaar.
-
2. In afwijking van het eerste lid kan het UWV in individuele gevallen opleiding of
scholing van een langere duur toestaan, doch niet langer dan twee jaar.
C
Na artikel 4 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 4a. Overgangsrecht bij artikel 2
-
1. Een aanvraag om een opleiding of scholing als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel
b, zoals dat luidde op 31 maart 2018, ingediend voor 1 april 2018, wordt beoordeeld
op grond van artikel 2 zoals dat luidde op 31 maart 2018.
-
2. Dit artikel vervalt met ingang van 1 juli 2018.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2016, met dien verstande dat
artikel I, onderdelen B en C, met ingang van 1 april 2018 in werking treedt.
TOELICHTING
Sinds 2013 heeft het kabinet 600 miljoen euro beschikbaar gesteld voor sectorplannen.
In de sectorplannen hebben werkgevers- en werknemersorganisaties in een sector of
regio gezamenlijk, onder voorwaarde van cofinanciering, plannen opgesteld met als
doel de arbeidsmarkt op korte termijn en op middellange termijn te verbeteren. Veel
sectoren en regio’s zijn aan de slag gegaan met door sociale partners geconstateerde
en met arbeidsmarktanalyses onderbouwde, knelpunten op de arbeidsmarkt. In 2015, is
in de derde tranche sectorplannen de brug-WW geïntroduceerd, hierdoor is het mogelijk
om scholing in het kader van sectorplannen te volgen met behoud van de WW-uitkering.
Op 17 november 20151 heeft het kabinet de Kamer geïnformeerd over de voortgang en de realisatie van de
sectorplannen. Naar verwachting zal, deels door het niet volledige aanvragen van het
beschikbare subsidiebedrag voor de derde tranche sectorplannen en deels door bijstelling
van plannen uit de eerste twee tranches, een bedrag van 150 miljoen euro aan onderbesteding
optreden op het budget voor de sectorplannen. Het kabinet wil de middelen die vrijkomen
uit deze onderuitputting aanwenden voor tijdelijke maatregelen met als doel het beperken
en voorkomen van werkloosheid.
Onderhavige regeling maakt het tijdelijk mogelijk om het instrument brug-WW ook buiten
de sectorplannen in te zetten. De brug-WW biedt extra ondersteuning bij transities
naar nieuw werk waarbij substantiële om- of bijscholing nodig is. De werknemer treedt
alvast parttime in dienst bij de nieuwe werkgever. Voor die uren dat scholing nodig
is, kan de werknemer een opleiding volgen met behoud van uitkering. De nieuwe werkgever
geeft van tevoren een baangarantie af van minimaal zes maanden voor het aantal uren
van het dienstverband en het aantal uren dat scholing is gevolgd met behoud van uitkering.
De baan vangt uiterlijk op de eerste dag van de maand na afloop van de scholing aan.
Dit geeft de werknemer zekerheid. Daarnaast geldt als voorwaarde dat de werkzoekende
voor minimaal 8 uren per week in dienst is bij de nieuwe werkgever gedurende de periode
van scholing. Voor de betrokken werkgever verlaagt de brug-WW de kosten van het investeren
in de scholing van een nieuwe werknemer. Met de verruiming van de mogelijkheden van
de brug-WW gaat een bedrag van 7 miljoen euro over twee jaar aan additionele uitkeringslasten
gepaard.
Uitvoeringstoets UWV
Het UWV heeft een uitvoeringstoets uitgebracht op de conceptversie van de regeling.
De uitkomsten van de uitvoeringstoets hebben niet geleid tot inhoudelijke aanpassingen
aan de tekst van de wijzigingsregeling. Het UWV acht deze wijzigingsregeling uitvoerbaar
vanaf 1 april 2016. Dit sluit goed aan op het uitgangspunt om de brug-WW buiten de
sectorplannen zo snel mogelijk in werking te laten treden. Vanaf 1 april neemt het
UWV concrete aanvragen voor de brug-WW buiten de sectorplannen in behandeling.
Artikelsgewijze toelichting
De verruiming van de Scholingsregeling WW maakt het aantrekkelijker om deeltijdscholing
voor een periode langer dan twaalf maanden te combineren met een uitkering op grond
van de WW. Dit wordt geregeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel b (artikel I, onderdeel
A). Omdat hier sprake is van een tijdelijke regeling zal deze mogelijkheid per 1 april
2018 weer vervallen. Dit wordt geregeld in artikel I, onderdeel B. Om de afhandeling
van aanvragen die voor 1 april 2018 zijn ingediend mogelijk te maken, wordt tijdelijk
voorzien in overgangsrecht. Door middel van artikel I, onderdeel C, wordt een nieuw
artikel in de Scholingsregeling WW ingevoegd, waarin wordt bepaald dat op die aanvragen
artikel 2, tweede lid, onderdeel b, ook na 1 april 2018 van toepassing blijft.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
L.F. Asscher