TOELICHTING
Algemeen
Deze regeling maakt het mogelijk subsidie te verstrekken om de houder van een spoorvoertuig
tegemoet te komen in de kosten van de aanschaf en installatie van een filter bij een
ETCS Data Only Radio (EDOR) of een GSM-R-treinradio, of van een verbeterde GSM-R-treinradio
of een verbeterde EDOR, ten behoeve van beheersing van GSM-R interferentie die optreedt
onder andere door de introductie van 3G/4G.
Op het Nederlandse spoorwegnet wordt in de bedrijfsvoering sinds 2004 gebruik gemaakt
van mobiele communicatie op basis van GSM-Rail technologie (GSM-R) in de 900 MHz band.
De GSM-R netwerkinfrastructuur is de verantwoordelijkheid van ProRail. Alle spoorwegondernemingen
die gebruik maken van de Nederlandse hoofdspoorweginfrastructuur zijn gebruikers van
GSM-R en beschikken daarvoor over mobiele terminals. GSM-R diensten zijn ondersteunend
aan diverse operationele processen op en rond het spoor, maar GSM-R is primair van
belang voor de veiligheidscommunicatie tussen treindienstleiding en machinist en voor
het gebruik van ERTMS level 2 (treinbeveiliging op het spoor) (EDOR).
Op 15 augustus 2010 is de bestemming van de 900 MHz band in het Nationaal Frequentieplan
aangepast. Sinds die datum is het de betreffende vergunninghouders KPN, Vodafone en
T-Mobile toegestaan om op aanvraag ook andere technieken dan GSM in de 900 MHz band
in te zetten. Verwacht wordt dat GSM in de nabije toekomst zal wijken voor Universal
Mobile Telecommunications System (UMTS, 3G) of Long Term Evolution (LTE, 4G).
Op 14 december 2012 zijn de 900 MHz frequenties opnieuw verdeeld tussen KPN, Vodafone
en T-Mobile. Op 2 januari 2013 zijn de vergunningen verleend. Ze zijn ingegaan op
26 februari 2013. Er is vanaf die datum niet langer goedkeuring nodig van de Minister
van EZ om UMTS of LTE in de 900 MHz band te mogen toepassen.
Mede op basis van afspraken tussen het Europese Spoorwegagentschap en de telecommunicatie-industrie
is het de verwachting dat GSM gedurende de nieuwe vergunningsperiode van zeventien
jaar wordt uitgefaseerd en vervangen door UMTS of LTE en dat – zonder aanvullende
maatregelen – de kans op storing aan de zijde van het GSM-R netwerk en diens gebruikers
daardoor toeneemt.
Onderzoek heeft uitgewezen dat de toepassing van UMTS of LTE in de 900 MHz band –
zonder aanvullende maatregelen – storing in de vorm van blocking of intermodulatie
kan veroorzaken op het GSM-R netwerk en de door spoorwegondernemingen gebruikte GSM-R
ontvangers die opereren in de GSM-R band.
Blocking treedt op doordat GSM-R ontvangers niet alleen luisteren naar signalen in
de GSM-R frequentieband maar in verband met Europese verplichtingen ook luisteren
naar andere signalen in de 900 MHz band. Als gevolg van die andere signalen in de
900 MHz band kan de GSM-R ontvanger hierdoor ongevoeliger worden en ‘blokkeren’, waardoor
de ontvanger niet langer in staat is om te communiceren met het GSM-R netwerk. De
kans op blocking is groter naar mate de cumulatieve signaalsterkte in de 900 MHz band
aan de zijde van de ontvanger toeneemt. De eigenschappen van de GSM-R ontvangers (ontwerp,
materiaalkeuze, installatie, enz.) en de verhouding tussen de signaalniveaus van de
GSM-R signalen en die van de openbare netwerken in de 900 MHz band bepalen de kans
op storing.
Intermodulatie is, analoog aan blocking, een verstoring die zich in de GSM-R ontvanger
voordoet. Het effect hiervan hangt echter niet alleen af van de gezamenlijke sterkte
van de signalen in de 900 MHz band ter plekke van de ontvanger, maar wordt ook bepaald
door de soort en het aantal signalen in de 900 MHz band. Met betrekking tot dit laatste
is de kans op intermodulatie groter bij toepassing van breedband technieken (UMTS,
LTE) dan bij toepassing van een smalbandige techniek als GSM.
De bovengenoemde storingen kunnen onder meer veiligheidscommunicatie tussen machinist
en treindienstleiding verstoren. Treinen mogen ingeval van onderbroken communicatie
niet vertrekken en in het ergste geval kan zo’n verstoring leiden tot stilvallende
spoorvoertuigen en gevaarlijke situaties op het spoor.
De eerdergenoemde storingen kunnen worden voorkomen of tot een aanvaardbaar niveau
worden teruggebracht door het toepassen van filters bij de ontvangstmodules in bestaande
GSM-R-treinradio’s en EDOR’s of door het vervangen van GSM-R-treinradio’s en EDOR’s
in spoorvoertuigen door verbeterde GSM-R-treinradio’s of EDOR’s. Door deze maatregelen
blijft GSM-R voldoende beschikbaar voor veiligheidscommunicatie tussen de cabine in
de trein en de treindienstleider buiten de trein.
Gelet op het belang van de spoorveiligheid acht ik het wenselijk subsidie als instrument
in te zetten om het uitvoeren van de bovengenoemde maatregelen te stimuleren. De onderhavige
regeling voorziet daarin.
Administratieve lasten
De administratieve en uitvoeringslasten worden geschat op € 1.200,– per houder:
-
– ca. 40 houders gaan subsidie aanvragen.
-
– in totaal is elke houder daar ca. 2 mandagen mee bezig.
-
– uurtarief gemiddeld van betreffende medewerker ca. € 75,–.
Dat leidt tot het volgende bedrag: 2 x 8 x € 75,– = € 1.200,– per houder.
Artikelsgewijs
Artikelen 1 en 2
De subsidie wordt verstrekt voor het project: de aanschaf en installatie van een filter
bij een in het spoorvoertuig geïnstalleerde GSM-R-treinradio of EDOR of vervanging
van een in het spoorvoertuig geïnstalleerde GSM-R-treinradio of EDOR door een verbeterde
GSM-R-treinradio of EDOR ten behoeve van beheersing van GSM-R interferentie. Onderdeel
van het project is ook dat de houder na die installatie nog steeds beschikt over een
(aanvullende) vergunning voor dat spoorvoertuig en dat het betrokken spoorvoertuig
ook na die installatie nog is ingeschreven in het register.
De subsidieaanvraag kan pas worden ingediend na afronding van het project: de betrokken
voorzieningen moeten op het moment van de aanvraag in het spoorvoertuig zijn geïnstalleerd
en het spoorvoertuig moet op dat moment zijn toegelaten voor het gebruik op de Nederlandse
hoofdspoorweginfrastructuur.
De subsidie wordt uitsluitend verleend aan de houder van een spoorvoertuig. Houder
is degene die voldoet aan de definitie van ‘houder’ in artikel 2, onder s, van richtlijn
2008/57/EG: de persoon of entiteit die eigenaar is van een spoorvoertuig of het recht
heeft het te gebruiken, het exploiteert als vervoermiddel en als houder in het register
is ingeschreven. In Nederland is dat register het register, bedoeld in artikel 37,
tweede lid, van de Spoorwegwet.
De subsidie wordt uitsluitend verleend aan de houder van een spoorvoertuig voor de
aanschaf en installatie van filters of vervanging van GSM-R-treinradio’s of EDOR’s
van spoorvoertuigen waarvoor een vergunning is verleend als bedoeld in artikel 36,
eerste en vijfde lid, van de Spoorwegwet of waarvoor de overeenstemming, bedoeld in
artikel 122, van de Spoorwegwet geldt. Dit omvat niet alleen Nederlandse spoorvoertuigen,
maar ook in een andere EU-lidstaat toegelaten spoorvoertuigen. In een andere EU-lidstaat
toegelaten spoorvoertuigen worden ook in Nederland toegelaten, zij het dat nationaal
aanvullende eisen kunnen worden gesteld.
De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT), onderdeel van het ministerie van Infrastructuur
en Milieu, beschikt over een registratie van de spoorvoertuigen op het spoor die in
Nederland zijn toegelaten. Ook voor spoorvoertuigen uit andere landen, die op de Nederlandse
hoofdspoorweginfrastructuur mogen rijden, is via de data-base van de European Railway
Agency (ERA) in te zien of spoorvoertuigen zijn toegelaten. Sommige lidstaten, zoals
Duitsland, zijn nog niet op dit systeem aangesloten. Voor de spoorvoertuigen die dit
aangaat, dat is slechts een zeer klein aantal, zal via een zogenaamde ‘printscreen’
van de inschrijving in bijvoorbeeld het Duitse register de toelating kunnen worden
aangetoond. De bewijslast dat het spoorvoertuig in Nederland is toegelaten, ligt bij
de houder. Hij beschikt immers over de gegevens waaronder het spoorvoertuig is toegelaten.
Indien de installatie van het filter of de verbeterde GSM-R-treinradio of EDOR ertoe
leidt dat voor het spoorvoertuig opnieuw een aanvullende vergunning moet worden aangevraagd
in Nederland, vallen ook de kosten voor het aanvragen en verlenen van die vergunning
onder de subsidiabele kosten. Niet alleen kosten voor nieuwe Nederlandse vergunningen
worden vergoed, maar ook de kosten voor buitenlandse nieuwe (aanvragen voor) vergunningen,
vanzelfsprekend alléén voor zover betreffende spoorvoertuigen op het moment van inwerkingtreding
van deze subsidieregeling ook daadwerkelijk in het buitenland waren toegelaten. Op
het aanvraagformulier wordt naar die buitenlandse toelating gevraagd.
Het plaatsen van bepaalde apparatuur kan gepaard gaan met defecten en uitbouw van
de gesubsidieerde systemen. In de regeling is opgenomen dat slechts éénmalig subsidie
wordt verstrekt per filter, verbeterde GSM-R-treinradio of EDOR per spoorvoertuig.
Het is onwenselijk dat bij uitbouw van een defect systeem er nogmaals subsidie wordt
aangevraagd voor het tweede systeem dat wordt ingebouwd.
Artikelen 3 en 4
Bij de bepaling van het subsidieplafond en de berekening van de te verlenen subsidie
is er van uitgegaan dat er nu op in Nederland toegelaten spoorvoertuigen circa 1100
EDOR’s zijn geïnstalleerd en circa 3400 GSM-R-treinradio’s, met een marge van 10%
voor EDOR’s en GSM-R-treinradio’s in spoorvoertuigen waarvoor op het moment van inwerkingtreding
van deze regeling een vergunning is aangevraagd bij de ILT maar nog niet is verleend.
Gelet op het belang van het installeren van de betrokken voorzieningen voor de spoorveiligheid,
acht ik het van belang dat de voorzieningen zo spoedig mogelijk worden gerealiseerd.
Daarom is in artikel 4 van de regeling een incentive opgenomen voor houders om de
filters, verbeterde GSM-R-treinradio’s en EDOR’s, zo spoedig mogelijk te installeren.
Hoe eerder de datum waarop het project is afgerond en subsidie kan worden aangevraagd,
des te hoger is het bedrag dat aan subsidie kan worden verstrekt:
-
1. Voor projecten waarvoor uiterlijk op 30 juni 2015, 17:00 uur, een volledige aanvraag
is ontvangen, bedraagt de subsidie per spoorvoertuig 100% van de subsidiabele kosten,
doch maximaal het aantal van filters voorziene of verbeterde EDOR’s of GSM-R-treinradio’s
per spoorvoertuig maal € 10.000,– (artikel 4, eerste lid);
-
2. Voor projecten waarvoor na 30 juni 2015, 17:00 uur, maar uiterlijk op 15 december
2015, 17:00 uur, een volledige aanvraag is ontvangen, bedraagt de subsidie per spoorvoertuig
100% van de subsidiabele kosten, doch maximaal het aantal van filters voorziene of
verbeterde EDOR’s of GSM-R-treinradio’s per spoorvoertuig maal € 5.000,– (artikel
4, tweede lid);
-
3. Voor projecten waarvoor na 15 december 2015, 17:00 uur, maar uiterlijk op 30 september
2016, 17:00 uur, een volledige aanvraag is ontvangen, bedraagt de subsidie per spoorvoertuig
100% van de subsidiabele kosten, doch maximaal het aantal van filters voorziene of
verbeterde EDOR’s of GSM-R-treinradio’s per spoorvoertuig maal € 2.500,– (artikel
4, derde lid).
De subsidie per spoorvoertuig bedraagt maximaal het aantal daarin aanwezige EDOR’s
en GSM-R-treinradio’s per spoorvoertuig dat interferentiebestendig gemaakt moet worden
maal het bedrag dat ingevolge artikel 4, eerste, tweede respectievelijk derde lid
van toepassing is. (€ 10.000,–, € 5.000,– respectievelijk € 2.500,–).
Ter verduidelijking het volgende rekenvoorbeeld. Als een houder op 1 oktober 2015
een aanvraag indient voor 4 interferentiebestendig te maken EDOR’s a € 6.000,– en
2 interferentiebestendig te maken GSM-R-treinradio’s a € 4.000,– (beide bedragen inclusief
de in artikel 5 lid 1 sub a tot en met g genoemde kosten), dan bedraagt de subsidie
maximaal 6 (= het aantal interferentiebestendig te maken EDOR’s en GSM-R-treinradio’s)
maal € 5.000,– = € 30.000,–.
Als in hetzelfde rekenvoorbeeld de kosten voor het interferentiebestendig maken van
EDOR’s € 5.000,– per stuk kosten en van de GSM-R-treinradio’s € 4.500,– (wederom beide
bedragen inclusief de in artikel 5 lid 1 sub a tot en met g genoemde kosten), dan
bedraagt de totale subsidie maximaal € 29.000,–. De subsidie bedraagt immers nooit
meer dan de daadwerkelijk gemaakte kosten.
Artikel 5
Kosten voor een vergunning kunnen alleen worden opgevoerd, als duidelijk is bij subsidieaanvraag
dat die kosten ook daadwerkelijk zijn gemaakt. Voor de installatie van de apparatuur
moet bij ILT een informatiedossier worden ingediend. Aan de hand van dit informatiedossier
beoordeelt ILT of al dan niet een nieuwe of een aanvullende vergunning voor het spoorvoertuig
noodzakelijk is.
Bij de kosten voor engineering gaat het om de kosten voor alle ontwerp- en ingenieursbureau-werkzaamheden
die nodig zijn ten behoeve van installatie en montage in de spoorvoertuigen van de
in deze subsidieregeling gesubsidieerde GSM-R-treinradio's, EDOR's en filters.
Bij de kosten voor tests gaat het om alle test- en meetwerkzaamheden die nodig zijn
om het adequaat functioneren van de in deze subsidieregeling gesubsidieerde GSM-R-treinradio's,
EDOR's en filters te beproeven en aan te tonen.
Bij de materieelonttrekkingskosten gaat het om alle noodzakelijke kosten die gemoeid
zijn met het onttrekken aan de reguliere inzet van de spoorvoertuigen, waarin de in
deze subsidieregeling gesubsidieerde GSM-R-treinradio's, EDOR's en filters worden
geïnstalleerd en gemonteerd.
Het is rijksbeleid dat de BTW niet wordt gesubsidieerd.
Artikel 6
De subsidieregeling wordt uitgevoerd door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
(RVO.nl).
Voor de aanvraag van de subsidie moet gebruik worden gemaakt van het daartoe bestemde
aanvraagformulier. Dit formulier is gepubliceerd op www.rvo.nl/gsm-r en www.english.rvo.nl/gsm-r. Elektronische indiening van een aanvraag is uitsluitend mogelijk via www.rvo.nl/gsm-r en www.english.rvo.nl/gsm-r. De aanvraag gaat vergezeld van de op het aanvraagformulier vermelde gegevens en
bescheiden. Daarbij kan worden gedacht aan:
-
– het aantal spoorvoertuigen waarin het filter, de EDOR of de GSM-R-treinradio wordt
geïnstalleerd;
-
– de spoorvoertuignummers waaronder de spoorvoertuigen in Nederland of een andere lidstaat
zijn geregistreerd;
-
– het aantal EDOR’s en GSM-R-treinradio’s dat op het moment van inwerkingtreding van
de subsidieregeling in de betrokken spoorvoertuigen aanwezig is;
-
– welk filter, verbeterde EDOR of GSM-R-treinradio in welk van de betrokken spoorvoertuigen
wordt geïnstalleerd;
-
– gespecificeerde facturen;
-
– een verklaring dat het filter, de verbeterde EDOR of GSM-R-treinradio aan de betrokken
technische specificaties uit de subsidieregeling voldoet;
-
– de naam van de contactpersoon.
Spoorvoertuigen staan bij de ILT per spoorvoertuigtype in het register. Per spoorvoertuigtype
kunnen meerdere spoorvoertuigen hierin zijn geregistreerd. Het heeft daarom de voorkeur
de subsidieaanvraag per spoorvoertuigtype in één keer in te dienen. Op het aanvraagformulier
moeten spoorvoertuigtype en spoorvoertuignummers worden aangegeven waaronder het spoorvoertuig
in het register is opgenomen. Kosten kunnen alleen worden opgevoerd, als duidelijk
is bij subsidieaanvraag dat die kosten ook daadwerkelijk zijn gemaakt. Een aanvraag
tot subsidie kan daarom door de houder pas worden ingediend na afronding van het project.
Een aanvraag kan worden ingediend tot uiterlijk 30 september 2016, 17:00 uur.
Per spoorvoertuig kan slechts eenmaal een aanvraag worden ingediend. Voor zover de
aanpassing van de apparatuur in een spoorvoertuig gefaseerd wordt uitgevoerd, is het
dus verstandig pas een aanvraag in te dienen nadat alle apparatuur is aangepast.
Artikel 7
Per filter, verbeterde GSM-R-treinradio of EDOR en zo nodig (aanvullende) vergunning
wordt per spoorvoertuig slechts eenmaal subsidie verstrekt. Voor zover ook door anderen
subsidie is verstrekt ten aanzien van het filter of de verbeterde GSM-R-treinradio
of EDOR kan die op de door de staatssecretaris te verstrekken subsidie in mindering
worden gebracht.
Technische specificaties
Artikel 10
Voor de verschillende voorzieningen gelden verschillende technische specificaties.
Die specificaties zijn opgenomen in de bijlagen 1 en 2 van deze regeling en worden
hierna toegelicht.
GSM-R-communicatiesystemen (GSM-R-treinradio’s en EDOR’s) werken in de 900 MHz band.
De up-link frequentie (zendfrequentie van GSM-R-treinradio’s) ligt tussen 876 en 880
MHz, de down-link (ontvangfrequentie van GSM-R-treinradio’s en EDOR’s) tussen 921
en 925 MHz. GSM-R-communicatiesystemen lopen een risico op schadelijke intermodulatie
en blocking op de down-link ten gevolge van de aanwezigheid van hoge signaalsterkten
van publieke systemen die opereren in de naastliggende frequentieruimte tussen 925
en 960 MHz.
De regeling specificeert 2 oplossingsmogelijkheden ter vermindering van de kans op
interferentie ten gevolge van de co-existentie tussen publieke netwerken en het GSM-R
netwerk:
-
1. Specificatie van een filter welke wordt opgenomen tussen een GSM-R-treinradio of EDOR
van de huidige generatie en de antenne;
-
2. Een set van specificaties van interferentiebestendige GSM-R-treinradio’s en EDOR’s
van de nieuwe generatie.
De specificaties van 1. of 2. zijn de minimale eisen waaraan moet worden voldaan om
in aanmerking te komen voor deze subsidieregeling. Om dit te verduidelijken hebben
de relevante parameters het teken ‘≥’ of ‘≤’. Er dient aan alle technische specificaties
te worden voldaan.
De GSM-R-treinradio in combinatie met het filter hoeft ten aanzien van de frequentiebanden
880-915 MHz en 925-960 MHz niet te voldoen aan de paragrafen 4.2.1 en 4.2.1i van de
EIRENE System Requirements Specification versie 15.3.0. Dit in verband met het Europese
en Nederlands beleid om GSM-R-treinradio-apparatuur meer bestand te maken tegen schadelijke
intermodulatie en blocking ten gevolge van de aanwezigheid van hoge signaalsterkten
van publieke systemen die opereren in de naastliggende frequentieruimte tussen 925
en 960 MHz.
Overige regelgeving
Onder meer de afdelingen 4.2.1 tot en met 4.2.7 van de Awb zijn van toepassing. Deze
afdelingen bevatten bepalingen over de subsidievaststelling, m.n. ten aanzien van
de intrekking of wijziging ten nadele van de subsidieontvanger en ten aanzien van
betaling en terugvordering van (teveel of onterecht betaalde) subsidie.
Overleg Infrastructuur en Milieu
De Directie Participatie van het ministerie van Infrastructuur en Milieu heeft een
schriftelijke consultatieronde gehouden. Daarbij is het ontwerp van de subsidieregeling
aan de stakeholders bij de subsidieregeling gezonden. Binnen de daarvoor gestelde
termijn is een reactie ingezonden door Arriva Nederland, Ascendos Rail Leasing S.a.r.l.,
Captrain Belgium N.V., Historisch Railvervoer Nederland, Koninklijk Nederlands Vervoer
(KNV), KPN, Macquarie European Rail Limited, Mitsui Rail Capital Europe B.V., NS,
ProRail, T-Mobile Netherlands B.V., Veolia Transport Rail en Vodafone Libertel B.V.
Als gevolg van de reacties is de regeling op vijf punten gewijzigd.
Naar aanleiding van een opmerking van ProRail zijn de eisen in tabel 1 gewijzigd.
De eisen in het oorspronkelijke ontwerp van de regeling in tabel 1 zouden ertoe leiden
dat een zogenaamd ‘dual passband filter’ niet voor subsidie in aanmerking zou komen,
omdat een dergelijk filter tussen 880 en 918 MHz niet zou voldoen aan de eis dat de
demping ≤ 2 dB zou moeten zijn. Door in tabel 1 deze ≤ 2 dB eis specifiek te maken
voor de GSM-R uplink (873 – 880 MHz) en downlink (918 – 924,8 MHz) is het niet meer
van belang wat het filter doet tussen 880 en 918 MHz, terwijl de beoogde werking wel
goed is gedefinieerd.
Tevens is de aan het filter te stellen eis ten aanzien van de reflectiedemping in
de GSM-R uplink en downlink verlaagd van 20 dB naar 15 dB teneinde het filter eenvoudiger
realiseerbaar te maken bij behoud van effectiviteit.
Om dezelfde reden is de aan het filter te stellen eis van 30 dB demping beperkt tot
het frequentiegebied 926 – 960 MHz in plaats van 925,8 – 960 MHz.
Ten aanzien van de in tabel 3 beschreven blocking-specificaties van verbeterde GSM-R-treinradio’s
en EDOR’s bij breedbandige (LTE) signalen in de naastliggende frequentieruimte is
uitsluitend nog als te meten gewenste GSM-R-frequentie 924,2 MHz opgenomen. Hierdoor
zijn er minder metingen nodig om de correcte werking van de GSM-R-treinradio en de
EDOR aan te kunnen tonen.
Naar aanleiding van een opmerking van NS is artikel 2, tweede lid, van de regeling
gewijzigd zodat duidelijk is dat de daar genoemde eisen cumulatief gelden en zijn
de eisen in het artikellid verduidelijkt.
Op de belangrijkste overige punten wordt hierna ingegaan.
Een aantal vervoerders geeft aan dat de vervoerders schadeloos moeten worden gesteld
en dat alle extra kosten moeten worden vergoed. De onderhavige regeling is geen nadeelcompensatieregeling,
maar een subsidieregeling en geeft een tegemoetkoming in de kosten.
Alle partijen vinden de regeling een passende oplossing, mits de systematiek voldoet
aan de Europese normen.
De in de subsidieregeling opgenomen technische specificaties zijn zo veel mogelijk
gebaseerd op de nog in ontwikkeling zijnde Europese geharmoniseerde specificaties
van het European Telecommunications Standards Institute (ETSI). Primaire doelstelling
van deze subsidieregeling is om op het Nederlandse spoorwegnet toegelaten spoorvoertuigen
interferentiebestendig te maken.
Partijen stellen vraagtekens bij de haalbaarheid van termijnen en doorlooptijden van
deze regeling.
Binnen de gestelde vervaltermijn moet het mogelijk zijn om de doelstelling van deze
regeling, op het Nederlandse spoorwegnet toegelaten spoorvoertuigen interferentiebestendig
te maken, voor het grootste deel van de op het Nederlandse spoorwegnet toegelaten
spoorvoertuigen te realiseren. Het is aan de subsidie-aanvrager zelf om zijn aanvraag,
planning van aanschaf en installatie en aanpak zodanig in te richten dat hij het maximale
bedrag aan subsidie kan aanvragen.
Veel stakeholders vragen zich af of de genoemde subsidiebedragen kostendekkend zijn
en of het subsidieplafond toereikend is.
De hoogte van het subsidieplafond is zodanig bepaald dat er naar verwachting voor
alle in Nederland toegelaten spoorvoertuigen voldoende subsidiebudget beschikbaar
is. Het is aan de subsidieontvanger om te bepalen hoe hij zijn planning en proces
inricht, zodat hij een maximaal bedrag aan subsidie kan ontvangen.
Naar verwachting zal er voor alle betrokken houders voldoende gelegenheid zijn om
gebruik te maken van het beschikbare subsidiebudget, mits de aanschaf en installatie
van interferentiebestendige GSM-R-apparatuur voortvarend wordt aangepakt.
Vaste Verandermomenten
Voor de inwerkingtreding van deze regeling wordt afgeweken van de minimale invoeringstermijn
van twee maanden en van de data van inwerkingtreding uit de Vaste Verandermomenten.
De reden daarvoor is dat de doelgroepen in verband met het positieve effect van de
gesubsidieerde maatregelen op de spoorveiligheid gebaat zijn bij spoedige inwerkingtreding
van de regeling. De regeling werkt terug tot en met 1 augustus 2014. In de communicatie
naar de stakeholders is deze datum steeds genoemd als datum van inwerkingtreding.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
W.J. Mansveld