Provinciaal blad van Utrecht
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Utrecht | Provinciaal blad 2018, 6862 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Utrecht | Provinciaal blad 2018, 6862 | Overige besluiten van algemene strekking |
Besluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 4 september 2018, nr. 81D89DC7, tot openstelling van de regeling fysieke investeringen voor innovatie en modernisering van agrarische ondernemingen uit de Verordening POP3 2014-2020 Provincie Utrecht (Openstellingsbesluit POP3 fysieke investeringen voor brede uitrol van innovaties en modernisering in de agrarische sector provincie Utrecht 2018)
Gedeputeerde Staten van Utrecht;
Gelet op artikel 1.3, 1.4 en paragraaf 2 van hoofdstuk 2 van de Verordening subsidies POP3 2014-2020 Provincie Utrecht;
dat Gedeputeerde Staten met deze subsidieregeling beogen de gestelde doelen in het Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP3) en het provinciaal meerjarenprogramma voor het landelijk gebied, Agenda Vitaal Platteland (AVP) te behalen, waaronder de bredere uitrol van innovaties en modernisering in de agrarische sector die bijdragen aan een duurzaam toekomstperspectief;
dat Gedeputeerde Staten met deze subsidieregeling mede beogen doelen uit de Kaderrichtlijn Water te realiseren;
dat Waterschap Vallei en Veluwe bereid is in zijn gebied de cofinanciering voor de watergerelateerde maatregelen op zich te nemen;
Artikel 2 Subsidiabele activiteiten
In afwijking van artikel 2.2.1 van de Verordening subsidies POP3, het eerste lid kan subsidie worden verstrekt per aanvraag voor:
In afwijking van artikel 2.2.4 van de Verordening subsidies POP3 dient de subsidie op het moment van de subsidieverlening 40% van de subsidiabele projectkosten, minimaal € 10.000, - en maximaal € 100.000, - te bedragen.
Subsidie wordt verstrekt aan landbouwers of groepen van landbouwers. Onder groepen van landbouwers worden verstaan samenwerkingsverbanden van landbouwers zonder rechtspersoonlijkheid die voldoen aan de voorwaarden van artikel 1.6 van de Verordening subsidies POP3.
Onverminderd het gestelde onder artikel 1.7 van de Verordening subsidies POP3 geldt dat een aanvraag voor subsidie door een landbouwer of door een groep van landbouwers betrekking heeft op één van de twee categorieën activiteiten zoals bedoeld in artikel 2 en betreffende investeringslijsten, bijlage 1 dan wel bijlage 2;
Onverminderd het bepaalde in artikel 1.23 van de Verordening subsidies POP3 wordt maximaal 1 keer per jaar een voorschot verleend op basis van realisatie.
Artikel 9 Publicatie en inwerkingtreding
Dit besluit wordt geplaatst in het Provinciaal Blad en treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst. Voor alle relevante informatie verwijzen wij naar de website https://www.provincie-utrecht.nl/onderwerpen/alle-onderwerpen/pop-3/procedure-aanvraag/.
Bijlage 1 Investeringslijst niet-watergerelateerde maatregelen
Bijlage 2 Investeringslijst watergerelateerde maatregelen
In het kader van het Europese Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP3) heeft de provincie Utrecht de mogelijkheid om maatregelen open te stellen voor het indienen van projectvoorstellen die voor een EU-subsidie in het kader van het POP3 in aanmerking kunnen komen.
Om de internationale concurrentiepositie van de Nederlandse landbouw te handhaven en te versterken en tegelijkertijd aan milieuwetgeving vanuit de EU te voldoen is een blijvende investering in innovatie en modernisering van de landbouw noodzakelijk. Door deze investeringen kan de concurrentiekracht van de sector worden verhoogd waarbij de emissies naar het milieu omlaag gaan.
Met de regeling fysieke investeringen voor innovatie en modernisering van agrarische ondernemingen wil de provincie Utrecht agrariërs uitdagen om met investeringsprojecten te komen die een meerwaarde bieden voor de ontwikkeling van hun bedrijf en een bijdrage leveren aan een meer circulaire, natuurinclusieve en klimaatneutrale landbouw en aan de doelen van de Kaderrichtlijn Water.
Met name het innovatieve karakter van de investering maakt dat het een extra stimulering behoeft. Deze regeling zet in op de uitrol van innovaties en modernisering bij een grotere groep landbouwondernemers.
Wat de uitrol van innovaties betreft is gekozen voor een investeringslijst waarmee bewezen innovaties gerangschikt zijn en waarop een brede groep aanvragers een subsidieverzoek kan indienen.
Er is gekozen voor twee lijsten van investeringen die bijdragen aan de volgende thema’s uit artikel 2.2.1 lid 2 van Verordening Subsidies POP3:
maatregelen die leiden tot een geringer grondstoffengebruik en een gesloten kringloop, met als resultaat een emissievermindering van milieubelastende stoffen naar bodem, lucht en grond- en oppervlaktewater (zoals broeikasgassen, ammoniak, nutriënten en bestrijdingsmiddelen) en minder uitputting van hulpbronnen en grondstoffen (zoals water, fosfaat en bodemvruchtbaarheid);
Het doel is om emissies te beperken die bovenwettelijk zijn en om het gebruik van grondstoffen op het bedrijf te beperken door toepassing van kringlooplandbouw zodat uiteindelijk EU-waterkwaliteitsdoelen kunnen worden gehaald. Emissievermindering speelt in verschillende sectoren, zoals de veehouderij en de fruitteelt. Het thema past goed in de provinciale ambitie op het gebied van duurzaamheid, waaronder circulaire economie. Denk hierbij aan het hergebruik van proceswater, waardoor dit niet meer geloosd hoeft te worden, of het hergebruik van organische reststromen voor biobased toepassingen;
klimaatmitigatie (vermindering van de uitstoot van broeikasgassen door een zuiniger energiegebruik, reductie van het gebruik van fossiele energie door omschakeling op hernieuwbare energie, productie van hernieuwbare energie);
Het doel is om ondernemers te stimuleren in klimaatneutrale ontwikkeling van het bedrijf door te voeren onder andere het terugwinnen van energie uit stallen en andere vormen van hernieuwbare energie, het toepassen van nieuwe opslagtechnieken;
klimaat adaptatie (door het tegengaan van dan wel het verminderen van de effecten van grotere watertekorten en -overschotten en toenemende verzilting);
Het doel is het watersysteem en het waterbeheer meer robuust te maken. Door water op te vangen of vast te houden kan bij droogte langer gebruik worden gemaakt van het opgevangen water en kan bij piekneerslag wateroverlast worden voorkomen. Ook het vasthouden van water in de bodem draagt bij aan deze doelen en is gunstig voor de gewasgroei in droge tijden;
behoud en versterking van biodiversiteit en omgevingskwaliteit;
Het doel is de realisatie van innovatieve vormen van bedrijfsvoering die leiden tot het beter inpasbaar maken van maatregelen gericht op biodiversiteit en verbetering van de omgevingskwaliteit, bijvoorbeeld initiatieven voor biodiversiteitsvriendelijke landbouw.
Met dit openstellingsbesluit wordt aan de realisatie van bovenstaande doelstellingen invulling gegeven.
Artikelsgewijze toelichting van het openstellingsbesluit
Artikel 2 Subsidiabele activiteiten
Deze investeringsregeling is gericht op investeringen in bewezen innovaties. Deze zijn verdeeld over twee lijsten in bijlage 1 en 2 van dit besluit, namelijk water en niet-water gerelateerd.
Nadere toelichting op de subsidiabele kosten van investeringen:
Kosten van de koop- of huurkoop van nieuwe machines en installaties tot maximaal de marktwaarde van de activa;
De Bedrijfsmiddelen (o.a. nieuwe landbouwmachines en installaties) worden aangeschaft om blijvend te worden gebruikt door de eindbegunstigde. In dit geval is de volledige aan- of huurkoopwaarde subsidiabel tot ten hoogte de marktwaarde van het bedrijfsmiddel aantoonbaar de marktwaarde niet overstijgen.
Voorbereidingskosten die vooraf gaan aan het moment van indienen zijn niet subsidiabel.
Voor investeringen geldt een maximum subsidie van 40% van de subsidiabele kosten.
De ondergrens van een project bedraagt € 10.000, - aan subsidie. Deze ondergrens moet worden gehaald op het moment van de subsidieverlening op basis van de subsidiabele kosten. Het kan zijn dat er € 15.000, - wordt aangevraagd maar dat hiervan ‘slechts’ € 9.000, - uiteindelijk aan subsidie overblijft na beoordeling van de aanvraag. In dat geval wordt de subsidie niet verleend. De maximum subsidie is € 100.000, - per aanvraag.
Door in een samenwerkingsverband (groep van landbouwers) een aanvraag in te dienen voor de wat kleinere investeringscategorieën biedt deze openstelling de mogelijkheid om de drempel van € 10.000, - te bereiken.
De investeringslijsten zijn opgesteld om landbouwers te stimuleren te investeren in innovatie en modernisering van hun bedrijf. De regeling is vooral bedoeld om de aanschaf van modernere installaties en machines te stimuleren, waarmee de landbouwers hun positie op gebied van innovatie en modernisering in duurzaamheid versterken.
De modernisering moet bijdragen aan een circulaire bedrijfsvoering, klimaatbestendigheid (energiebesparing), dierenwelzijn, landschappelijke kwaliteit en beleving, biodiversiteit en kwaliteit van het oppervlaktewater.
Investeringen die alleen of hoofdzakelijk gericht zijn op verbetering van de rentabiliteit van bedrijven en vervanging van dezelfde goederen die al op het bedrijf aanwezig zijn komen niet voor op de lijst.
Op deze lijst zijn alleen investeringen opgenomen die voldoen aan de minimale bijdrage aan de doelen voor innovatie en modernisering, zodat het niet nodig is een minimumscore op te nemen. De score per investeringscategorie is bepaald op basis van de mate waarin de investering bijdraagt aan de innovatie en modernisering (gericht op milieu, klimaatbestendigheid, volksgezondheid en biodiversiteit) en de beleidsmatige voorkeur van de provincie.
De investeringen zijn ingedeeld onder een aantal POP3-thema’s:
maatregelen die leiden tot een geringer grondstoffengebruik en een gesloten kringloop, met als resultaat een emissievermindering van milieubelastende stoffen naar bodem, lucht en grond- en oppervlaktewater (zoals broeikasgassen, ammoniak, nutriënten en bestrijdingsmiddelen) en minder uitputting van hulpbronnen en grondstoffen (zoals water, fosfaat en bodemvruchtbaarheid);
De investeringsmaatregelen op deze lijsten zijn al door voorlopers met succes toegepast maar een bredere toepassing is onvoldoende op gang gekomen. Het is voor de provincie beleidsmatig van belang om dergelijke investeringen te stimuleren.
De investeringen in bijlage 1 zijn gericht op een aantal thema’s die de provincie heeft vastgesteld in haar landbouwvisie. Het gaat daarbij om circulaire bedrijfsvoering, klimaatbestendigheid (energiebesparing), dierenwelzijn, landschappelijke kwaliteit en beleving, biodiversiteit Aan de hand van selectiecriteria uit het handboek selectiecriteria (https://regiebureau-pop.eu/nieuwe-versie-handboek-selectiecriteria) zijn aan een aantal investeringscategorieën vastgesteld die bewezen innovatief zijn en waar de kans op succes heel groot is.
De scores zijn vervolgens bepaald op basis van effectiviteit en efficiëntie.
De investeringen in bijlage 2 zijn gericht op het verbeteren van de kwaliteit van het oppervlaktewater maar ook waterkwantiteit en/of bodemkwaliteit. Deze maatregelen zijn afkomstig van de BOOT-lijst (Bestuurlijk Overleg Open Teelten en veehouderij): http://agrarischwaterbeheer.nl/document/boot-lijst-maatregelen-agrarisch-waterbeheer. Ook in dit geval is er al veel bekend over de investeringen en zijn ‘mate van innovatie’ en ‘kans op succes’ minder relevant. Aan de hand van de criteria efficiëntie en effectiviteit zijn de scores bepaald.
De aanvragen worden gerangschikt op de score van de investeringen. Indien een aanvraag uit meerdere investeringen (maximaal 3) bestaat wordt de score bepaald op basis van de gemiddelde score. Dit wil zeggen dat de score van de individuele investeringen bij elkaar worden opgeteld en gedeeld door het aantal investeringen.
Uitsluitend landbouwers en groepen van landbouwers kunnen een aanvraag voor subsidie indienen.
Groepen van landbouwers zijn samenwerkingsverbanden van landbouwers zonder rechtspersoonlijkheid.
Dit betekent dat er een penvoerder aangewezen moet worden. Dit kan een gemachtigde zijn namens het samenwerkingsverband. Bij een aanvraag door groepen van landbouwers gelden de volgende voorwaarden:
Een aanvraag wordt ingediend voor investeringen uit één van de twee lijsten (bijlage 1 of 2). Een aanvrager mag meerdere investeringen opgeven uit de betreffende lijst. Een aanvrager mag maximaal 2 aanvragen indienen in het geval er gebruik gemaakt wordt van de twee investeringslijsten. In het geval een landbouwondernemer een aanvraag indient voor een bepaalde investering als individuele ondernemer en tevens dezelfde investering indient als onderdeel van een samenwerkingsverband (groep van landbouwers), dan wordt de subsidie geweigerd voor dat gedeelte van de aanvraag die de ondernemer heeft ingediend als individuele ondernemer. Het gevolg kan zijn dat de aanvraag volledig wordt geweigerd als daarmee de ondergrens van € 10.000, - niet wordt gehaald.
De aanvrager mag maximaal 1 keer per jaar een betalingsverzoek indienen (aanvraag voorschot op basis van realisatie). Omdat de aanvrager al verplicht is, op basis van artikel 1.17 van Verordening subsidies POP3, 1 keer per jaar een voortgangsverslag in te dienen is het aan te bevelen om dit te combineren. Een aanvraag om een voorschot voorafgaand aan de realisatie is in ieder geval niet mogelijk. Met realisatie wordt bedoeld dat de kosten ook daadwerkelijk gemaakt zijn en dit aangetoond kan worden met facturen en betaalbewijzen.
Onverminderd het gestelde onder artikel 1.7 van de Verordening subsidies POP3 geldt dat:
aanvragen kunnen worden ingediend via een digitaal loket bij STIMULUS (https://www.pop3-webportal.nl/). De link is terug te vinden in de samenvatting van deze regeling via https://www.provincie-utrecht.nl/loket/subsidie/;
U kunt tot en met maandag 5 november 2018 vragen stellen over de openstelling via het e-mailadres subsidies@provincie-utrecht.nl. De antwoorden op de geanonimiseerde vragen zijn uiterlijk 12 november 2018 beschikbaar via de website van de provincie Utrecht.
Aanvragen worden eerst beoordeeld op ontvankelijkheid en vervolgens aan de hand van de scores gerangschikt. Op basis van de rangschikking neemt het college van Gedeputeerde Staten een besluit. Alle aanvragers ontvangen binnen 22 weken na sluiting van de openstellingsperiode een beschikkingsbrief.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2018-6862.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.