33 576 Natuurbeleid

Nr. 14 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 april 2014

Met veel genoegen bied ik uw Kamer de nieuwe rijksnatuurvisie aan1. De visie maakt duidelijk wat nodig is om nationale en internationale doelen te realiseren waar we al veel in geïnvesteerd hebben: behoud van biodiversiteit en een sterkere en duurzame betekenis van natuur voor de samenleving. Het is een visie waarmee we «natuurlijk verder» kunnen.

Deze visie markeert een volgende stap in een langer lopend traject. Dat traject startte in maart 2013 met de beschrijving van de noodzaak voor een nieuwe manier van werken met natuur, en de aankondiging dat de beleidsvernieuwing stapsgewijs en werkende weg zou worden ontwikkeld en toegepast zodat lopende processen vooruit worden geholpen (Kamerstuk 33 576, nr. 1). Vervolgens zijn consultatierondes gehouden met bedrijven, burgers, maatschappelijke organisaties en decentrale overheden. Onderdeel van dit proces was de Natuurtop medio 2013, waar onder meer is gesproken over het economisch belang van natuur en over synergie tussen natuur en andere maatschappelijke belangen tijdens Groene Tafels (Kamerstuk 33 576, nr. 5). In oktober is een tussenbalans van het proces opgemaakt en heb ik uw Kamer de contouren van de nieuwe natuurvisie geschetst (Kamerstuk 33 576, nr. 9).

Kern van de natuurvisie is een omslag in denken: van natuur beschermen tégen de samenleving naar natuur versterken mét de samenleving. Door scheiding en isolatie van natuur te vervangen door vervlechting en wederzijdse versterking wil het kabinet een effectieve invulling geven aan de natuurdoelen die Nederland internationaal heeft afgesproken. De visie bevat geen extra beleid of nieuwe regelgeving. Spanningen die kunnen optreden tussen economische activiteiten en natuurregelgeving worden benoemd en van mogelijke oplossingen voorzien. Centrale stelling in de natuurvisie is: natuur en economie profiteren van elkaar.

Dat het kabinet kort na het Natuurpact komt met een visie op de toekomst van het natuurbeleid vraagt niettemin om nadere toelichting. Uitgangspunt is dat alle betrokken bestuurslagen – van Rijk tot provincies, gemeenten en waterschappen – de verantwoordelijkheid dragen om de publieke belangen te dienen die gemoeid zijn met natuur.

Zij formuleren hun kijk op hoe zij, vanuit hun positie, het best daaraan kunnen bijdragen. Zo formuleert het Rijk de inhoudelijke ambities en de uitvoeringskaders voor het natuurbeleid op basis van zijn positie in internationale verbanden zoals de EU en de VN, en op basis van zijn verantwoordelijkheid voor provincieoverstijgende en landsdoorsnijdende thema's. De decentralisatie van de verantwoordelijkheid voor het Natuurnetwerk Nederland, zoals overeengekomen in het Natuurpact, vloeit voort uit deze rijksverantwoordelijkheid. Provincies werken aan de realisatie van de natuurambities, en zorgen daarbij voor onderlinge samenhang. Tot zover geen nieuws.

In de natuurvisie krijgt deze verantwoordelijkheidsverdeling drie extra dimensies. De eerste is dat bestaande uitvoeringskaders ontoereikend zijn om de doelen te bereiken die we internationaal zijn overeengekomen. Met het Natuurpact slagen we erin om een belangrijk deel van de biodiversiteitsdoelen te halen – meer dan zonder Natuurpact. Maar er ligt nog een aanzienlijk restopgave. In deze natuurvisie geeft het kabinet aan hoe we deze restopgave het hoofd kunnen bieden. In essentie is de strategie dat we alle mogelijkheden moeten benutten die er zijn voor synergie tussen natuurwaarden en maatschappelijke en economische activiteiten. Om dat te realiseren hebben Rijk, provincies en andere overheden elkaar nodig.

De tweede dimensie is dat de maatschappelijke belangen verder gaan dan behoud van biodiversiteit per se. Natuur is de basis onder onze welvaart en ons welzijn. Onze economie, leefomgeving, gezondheid en maatschappelijke veerkracht hebben veel te winnen bij een duurzame combinatie van bescherming, beleving én benutting van natuur. In deze natuurvisie geeft het Rijk aan dat de publieke belangen rond natuur beter worden gediend als we meer oog hebben voor deze opgave. Rijk, provincies en andere overheden staan gezamenlijk voor de taak om de maatschappelijke betekenis van natuur te vergroten.

De derde dimensie is dat de natuurvisie laat zien dat wettelijke en bestuurlijke kaders die we in het natuurbeleid hebben opgebouwd soms schuren met bovenstaande twee opgaven. Micromanagement en strikte regelgeving leiden tot beperkte maatschappelijke acceptatie en een lage effectiviteit van het natuurbeleid. Het kabinet beschouwt het daarom als zijn verantwoordelijkheid om het combineren van natuur met particuliere en maatschappelijke initiatieven te vergemakkelijken en nationaal en internationaal ineffectieve onderdelen van deze kaders in discussie te brengen, onder andere in het licht van de fitness check van EU-richtlijnen. Inzet daarbij is een kanteling in denken van beschermen van de laatste soort naar een gebiedsbenadering voor robuuste natuur. Het gaat niet om de laatste vleermuis, maar over gezonde natuur voor mensen, planten en dieren,

In de komende maand zal de natuurvisie worden voorgelegd aan de samenleving, vergezeld van een uitnodiging om te reageren en waar mogelijk kansen te benutten om samen te werken aan natuur.

De reacties worden benut voor een maatschappelijke uitvoeringsagenda met concrete acties die handen en voeten geven aan de visie, en die uw Kamer in het laatste kwartaal van dit jaar zal worden toegezonden.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven