33 400 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2013

Nr. 116 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 juli 2013

Inleiding

In Nederland doen naar schatting ruim twee miljoen mensen vrijwilligerswerk met minderjarigen. Dit is een grote groep kinderen, voor wie goede en veilige begeleiding van groot belang is. Het waarborgen van veiligheid in het vrijwilligerswerk is in eerste instantie de verantwoordelijkheid van verenigingen en clubs zelf, die daarvoor een gedegen integriteitsbeleid dienen te voeren. Om vrijwilligersorganisaties hierbij te ondersteunen is samen met de Staatssecretaris van Volksgezondheid Welzijn en Sport «In veilige handen» ontwikkeld.1 Dit behelst een samenhangend pakket aan instrumenten met onder andere een toolkit, een stappenplan en een referentielijst voor vrijwilligers die tuchtrechtelijk zijn gesanctioneerd.2

Naast de instrumenten uit «In veilige handen» is de Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) een middel om te voorkomen dat vrijwilligers met relevante antecedenten in het vrijwilligerswerk met kinderen actief zijn. Zoals ik in mijn brief van 22 december 2011 heb aangekondigd, ben ik in de loop van 2012 een pilot binnen het vrijwilligerswerk gestart.3 Binnen deze pilot kunnen vrijwilligers die met kinderen werken of gaan werken, de kosten van de VOG-aanvraag terugkrijgen van de rijksoverheid.

Om de effecten van deze instrumenten goed te kunnen beoordelen heb ik uw Kamer tijdens de begrotingsbehandeling in 2012 laten weten, deze te laten evalueren. Hierbij bied ik u, mede namens de Staatssecretaris van VWS, het rapport «In veilige handen met gratis VOG.» Evaluatieonderzoek integriteitinstrumenten ter voorkoming van seksueel overschrijdend gedrag in het vrijwilligerswerk 4 en mijn reactie daarop aan.

Conclusies en aanbevelingen

Het Verwey-Jonker Instituut heeft in de eerste helft van 2013 onderzoek gedaan naar «In veilige handen» en de pilot «Gratis VOG voor vrijwilligers die met minderjarigen werken». Binnen de pilot krijgen vrijwilligers de kosten van € 24,55 voor de elektronische aanvraag van de VOG terug. Aan het project nemen drie grote koepelorganisaties deel: het Steunpunt KinderVakanties, Scouting Nederland en NOC*NSF. Deze organisaties dragen allen een breed integriteitsbeleid uit, al dan niet ondersteund door of gebaseerd op «In veilige handen».

Het Verwey-Jonker Instituut concludeert dat de pilot als stimulans voor veiligheid in het vrijwilligerswerk heeft gewerkt. In de praktijk vormt de pilot aanleiding tot het agenderen van preventie van seksueel misbruik op de sport- of hobbyclub. De toolkit «In veilige handen» heeft hierbij tevens een belangrijke rol gespeeld. Het effect van deze verschillende preventie-instrumenten wordt versterkt, wanneer ze naast elkaar worden gebruikt. Uit onderzoek is gebleken dat enkele VOG-aanvragen binnen de pilot hebben geleid tot een weigering van de VOG aan (aspirant)vrijwilligers met relevante antecedenten. Hoewel de vertaling van landelijk preventiebeleid naar lokaal niveau nog de nodige aandacht verdient, heeft de pilot een positief effect gehad.

Het Verwey-Jonker Instituut beveelt de rijksoverheid aan te blijven investeren in preventiemaatregelen op lokaal niveau, zoals het project van de gratis VOG voor vrijwilligers. De onderzoekers stellen daarom dat de pilot moet worden voortgezet als structurele regeling waarvan vrijwilligersorganisaties die met jeugd werken gebruik kunnen maken. Ook zou, vanwege de aantoonbare kwetsbaarheid van mensen met een verstandelijke beperking, de regeling moeten worden uitgebreid naar vrijwilligers die werken met mensen met een verstandelijke beperking. Hieraan dienen de volgende voorwaarden te worden verbonden:

  • Er dient een maximum te worden gesteld aan het aantal gratis VOG’s dat jaarlijks wordt verstrekt.

  • Organisaties zouden alleen moeten kunnen deelnemen aan de regeling, als zij de intentieverklaring «preventie seksueel misbruik» op lokaal niveau willen ondertekenen. Daarbij dient aansluiting bij de Stichting Tuchtrecht Vrijwilligerswerk te worden verplicht.

  • De toegankelijkheid van de regeling moet worden vergroot door het administratieve declaratieproces te vereenvoudigen. Vrijwilligers zouden bij het aanvragen van hun digitale VOG, deze direct vergoed moeten krijgen.

Vervolg

De Staatssecretaris van VWS en ik hebben kennisgenomen van het rapport van het Verwey-Jonkerinstituut en onderschrijven de conclusies van het onderzoek. Het beschikbaar stellen van de VOG aan vrijwilligers is, samen met «In veilige handen», een belangrijk middel gebleken om seksueel overschrijdend gedrag bespreekbaar te maken binnen het Nederlandse vrijwilligerswerk met minderjarigen. Bovendien laten vrijwilligers met een VOG zien dat zij in het verleden geen strafbaar feit hebben begaan, dat het werken met kinderen in de weg staat.

Ik zal de pilot gefaseerd uitbouwen naar een structurele regeling voor vrijwilligers die met minderjarigen werken of met mensen met een verstandelijke beperking. Zoals in het Verenigd Koninkrijk reeds gebruikelijk zullen de kosten van de VOG voor vrijwilligers die met kinderen werken, verdisconteerd worden in het algemene tarief van de VOG. Ik ga ervan uit dat een geringe tariefverhoging hiervoor voldoende zal zijn. Jaarlijks zal een vast aantal VOG’s met een nultarief beschikbaar worden gesteld. Daarbij wordt gewerkt met een «op is op principe». Uw Kamer wordt dit najaar geïnformeerd over de exacte voorwaarden.

Om de structurele regeling technisch en financieel mogelijk te maken, neemt de Dienst Justis van het Ministerie van Veiligheid en Justitie in de vernieuwing van het informatiesysteem een technische toepassing op, waarmee vrijwilligers hun VOG kunnen aanvragen zonder eerst zelf te betalen. Hiermee kom ik tegemoet aan de bevinding in het rapport, dat de huidige procedure administratief omslachtig is. Naar verwachting kunnen vrijwilligers die aan de gestelde voorwaarden voldoen vanaf eind 2014 een VOG aanvragen zonder te betalen. De eisen en voorwaarden voor deelname aan deze regeling, werk ik nu verder uit.

De huidige pilot zal doorlopen tot het moment dat de benodigde technische toepassing van de Dienst Justis gereed is. Ik heb met de pilotorganisaties – Steunpunt KinderVakanties, Scouting Nederland en NOC*NSF – afgesproken, dat zij collega-organisaties, die aan gestelde pilotvoorwaarden voldoen, waar mogelijk laten aansluiten bij de lopende subsidietrajecten. Op deze manier kunnen organisaties die (nog) niet deelnemen aan de pilot, spoedig VOG’s voor hun vrijwilligers aanvragen.

Samen met de Staatssecretaris van VWS ga ik in gesprek met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten om de verbinding tussen genoemde landelijke initiatieven en het lokale niveau te verbeteren. Tot slot vind ik de aanbeveling om verschillende integriteitsinstrumenten voor het vrijwilligerswerk aan elkaar te verbinden, een sympathiek voorstel. Ik zal onderzoeken in hoeverre de registratie van VOG-weigeringen kan worden gekoppeld aan het systeem van de registratielijst voor het tuchtrecht. Ik zal uw Kamer hierover dit najaar informeren, tegelijk met de overige voorwaarden van de structurele regeling.

Met het voortzetten van deze regeling spreek ik de verwachting uit dat vrijwilligers in Nederland ook daadwerkelijk een VOG gaan aanvragen. Daarbij is het tevens belangrijk dat vrijwilligersorganisaties gedragscodes hanteren waarmee seksueel overschrijdend gedrag wordt voorkomen. Landelijke en lokale clubs moeten de implementatie van gedragsregels, gecombineerd met de VOG, als topprioriteit agenderen. Vrijwilligersorganisaties zijn immers primair zélf verantwoordelijk voor het waarborgen van een veilig omgeving voor kwetsbare groepen. Door de in deze brief opgenomen maatregelen levert de rijksoverheid hier een bijdrage aan.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven


X Noot
1

Kamerstuk 33 000 VI, nr. 73

X Noot
2

Aanhangsel Handelingen II, 2011/2012, nr. 3011. De referentielijst is op 18 maart jl. gelanceerd.

X Noot
3

Kamerstuk, 33 000 VI, nr. 73

X Noot
4

M. van der Klein, V. Los & L.M. Verwijs, «In veilige handen met gratis VOG. Evaluatieonderzoek integriteitinstrumenten ter voorkoming van seksueel overschrijdend gedrag in het vrijwilligerswerk», (Utrecht 2013, Verwey-Jonker Instituut). Met medewerking van N.H. Hermens en K. Lünnemann, Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven