32 793 Preventief gezondheidsbeleid

Nr. 130 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 januari 2014

In het Algemeen Overleg Preventie van 30 mei 2013 (Kamerstuk 32 793, nr. 98) heb ik aangegeven afspraken te gaan maken met het bedrijfsleven over verlaging van de hoeveelheid zout, vet en suiker in levensmiddelen. Met deze brief informeer ik u hierover.

Akkoord Verbetering Productsamenstelling

Vandaag heb ik met de brancheorganisaties van supermarkten (CBL), producenten (FNLI), horeca (KHN) en cateraars (Veneca) een Akkoord gesloten over de verbetering van productsamenstelling en -aanbod.

Het gehele Akkoord is bijgevoegd (bijlage 1 1). Hieronder geef ik de hoofdpunten weer.

Ketenbrede Publiek Private Samenwerking

Dit Akkoord beschrijft de publiek private inzet om het productaanbod gezonder te maken. In het voorliggende Akkoord staan gezamenlijke ambities voor de komende jaren tot en met 2020. Ik heb jaarlijks bestuurlijk overleg met de partijen over de voortgang.

Het Akkoord focust op verbeteren van de productsamenstelling wat betreft zout, (verzadigd) vet en calorieën. Er wordt vaak over suiker gesproken, het doel is echter de hoeveelheid calorieën per product (de energiedichtheid) te verlagen. Dit kan bijvoorbeeld via reductie van vet of suiker.

Retail en producenten hebben voor enkele productcategorieën al gezamenlijke afspraken gemaakt. De werkwijze om per productcategorie stapsgewijs afspraken te maken wordt voortgezet en uitgebreid naar meer productgroepen. De concrete afspraken die per productcategorie worden gemaakt zullen steeds gepubliceerd worden op de website van het Akkoord die binnenkort online gaat. Daarnaast zal jaarlijks worden aangegeven voor welke categorieën dat jaar afspraken gemaakt worden.

Ik vind het zeer belangrijk dat naast retail en producenten ook cateraars en horeca deel uit maken van het Akkoord. Zo is de hele keten van productie en aanbod aan de consument vertegenwoordigd. De uitkomsten van het onderzoek2 dat ik heb laten doen naar aangrijpingspunten om het aanbod in het «buiten de deur-segment gezonder te maken, worden via de uitvoering van het Akkoord meegenomen.

Bij de ontwikkeling van het Akkoord zijn voorbeelden van de aanpak in andere landen bekeken, zoals het Verenigd Koninkrijk en Australië.

Wetenschappelijke Adviescommissie

Ik stel een Wetenschappelijke Adviescommissie in om de afspraken over maximumnormen per productcategorie onafhankelijk te toetsen op ambitieniveau. In deze commissie zal zowel voedingskundige als producttechnologische kennis en expertise rond consumentengedrag vertegenwoordigd zijn. De commissie brengt advies uit aan de Stuurgroep bestaand uit de ondertekenende partijen.

Monitoring & communicatie

De gemaakte afspraken, de deelnemers hieraan en de resultaten worden via een website publiek gedeeld. Deze transparantie vind ik zeer belangrijk.

De voortgang in de verbetering van de productsamenstelling wordt gemonitord door het RIVM, op basis van onder andere gegevens van het bedrijfsleven en data van de NVWA. Daarnaast wordt op consumptieniveau de reguliere voedselconsumptiepeiling (VCP) voortgezet.

Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven