32 645 Kernenergie

Nr. 30 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 november 2011

In het kernenergiebeleid van dit kabinet staat veiligheid voorop. Ik heb uw Kamer in dit verband toegezegd alle lessen uit Japan mee te nemen. Onderdeel hiervan is de in EU-verband afgesproken stresstest van kerninstallaties. In dit proces is vandaag een eerste stap gezet. Ik heb namelijk het stresstest eindrapport van de Kerncentrale Borssele ontvangen. Ik acht transparantie en communicatie rond de stresstest van groot belang. In lijn daarmee stuur ik u hierbij het stresstest eindrapport van de Kerncentrale Borssele. Dit is opgesteld door de exploitant EPZ (Elektriciteits-Productiemaatschappij Zuid-Nederland).

Zoals in EU-verband is afgesproken, is het rapport in het Engels opgesteld. Op mijn verzoek heeft EPZ ook een Nederlandse samenvatting gemaakt. Ik stuur u hierbij beide documenten.1

Het EPZ-rapport bevat 6 hoofdstukken, conform de Europese afspraken, waarin achtereenvolgens aandacht wordt gegeven aan:

  • Beschrijving van de centrale

  • Aardbevingen

  • Overstromingen

  • Extreem weer

  • Verlies van de elektriciteitsvoorziening en van de mogelijkheid tot koelen van de kern

  • Ongevalprocedures

In aanvulling hierop bevat het EPZ-rapport een hoofdstuk waarin aandacht wordt gegeven aan andere externe risico’s van bijvoorbeeld explosies (inclusief moedwillige verstoringen). Op grond van het Geheimhoudingsbesluit Kernenergiewet is besloten om deze specifieke informatie niet onverkort te publiceren. De beschrijving van deze risico’s is slechts globaal in het rapport opgenomen om te voorkomen dat informatie hieruit door kwaadwillenden kan worden gebruikt. De achterliggende analyses zijn wel beschikbaar voor de bevoegde autoriteiten.

Uit een eerste lezing van het EPZ-rapport kan ik het volgende concluderen:

  • het EPZ-rapport is opgesteld in lijn met de in Europees kader gemaakte afspraken over afbakening en methodologie en de afgesproken onderdelen van de stresstest-analyse (bijvoorbeeld aardbevingen en overstromingen) zijn geadresseerd; in het rapport worden (combinaties van) onwaarschijnlijke gebeurtenissen beschouwd en wordt de reactie van de installatie daarop geanalyseerd.

  • in het eindrapport heeft EPZ rekening gehouden met de opmerkingen die ik in mijn brief aan uw Kamer van 26 september jl. had gemaakt naar aanleiding van het voortgangsrapport. Het gaat dan o.a. over meer informatie over de gebruikte scenario’s, de gevolgde aanpak, en dat bij de analyse ook het gebruik van MOX als splijtstof moet worden beschouwd;

  • de kerncentrale Borssele voldoet aan de veiligheidseisen die gesteld zijn in de nu van kracht zijnde vergunning op grond van de Kernenergiewet;

  • uitgaand boven de eisen uit de vergunning geeft EPZ in het rapport aan dat er sprake is van veiligheidsmarges, dat wil zeggen dat de kerncentrale veiliger is dan geëist. De veiligheidsmarges zijn in het rapport gekwantificeerd;

  • EPZ heeft mogelijkheden geïdentificeerd voor verdere verbreding van deze veiligheidsmarges, dus om de veiligheid van de kerncentrale verder te verhogen, boven de gestelde veiligheidseisen. EPZ geeft aan dat sommige maatregelen op korte termijn in gang kunnen worden gezet, bijvoorbeeld:

    • verbeteren en aanpassen van procedures en trainingsprogramma,

    • aanschaffen van extra apparatuur zoals extra pompen en extra gereedschap.

    Voor andere maatregelen zijn omvangrijke studies nodig om de effecten volledig in kaart te brengen, bijvoorbeeld:

    • onderzoek naar mogelijkheden voor het versterken van de externe stroomvoorzieningen (koppeling aan het net),

    • nader seismisch onderzoek om de onzekerheid over de marges in geval van aardbevingen te beperken.

Ik zal EPZ vragen mij inzicht te geven in de door hen voorziene planning van de maatregelen en studies. De voorstellen van EPZ over verbetermogelijkheden en de invoering ervan worden de komende weken bekeken door de KFD. Op basis van hun advies zal ik EPZ aangeven hoe en wanneer de maatregelen ingevoerd moeten worden. Hierbij zal ik ook de komende 10-jaarlijkse veiligheidsevaluatie betrekken.

Naast de hierboven genoemde potentiële mogelijkheden tot verbreding van de marges zijn er eerder dit jaar door EPZ ook andere mogelijkheden voor verdere verbetering van de veiligheid geïdentificeerd in het kader van het WANO zelfonderzoek. Hiermee wordt invulling gegeven aan het begrip «continuous improvement».

De verplichting tot «continuous improvement» is door mij onlangs nog vastgelegd in de Ministeriële Regeling ter implementatie van de Richtlijn nr. 2009/71/Euratom inzake nucleaire veiligheid1.

De komende weken tijdens de bestudering en beoordeling van het eindrapport zal bezien worden in hoeverre nadere informatie en aanvullingen nodig zijn ten behoeve van het nationaal rapport voor de EU.

Ik geef nu nog geen definitief inhoudelijk eindoordeel over het rapport. Ik neem de stresstest zeer serieus en wil dan ook dat experts het rapport zorgvuldig bestuderen en mij hierover informeren in de komende periode. Ik zal het de komende weken beoordelen en mijn bevindingen in het Nederlandse eindrapport over de stresstest opnemen. Voor 31 december 2011 zal ik, conform de afgesproken planning, aan u en aan de Europese Commissie het Nederlandse eindrapport zenden.

Nogmaals benadruk ik dat voor mij de veiligheid van de kerncentrale Borssele voorop staat. Indien ik de veiligheid onvoldoende gewaarborgd vind, zal aanpassing of sluiting van de centrale volgen. Alle lessen die getrokken kunnen worden uit het ongeval in Fukushima betrek ik bij het nucleaire veiligheidsbeleid. Indien de uitkomsten van aanvullende risico- en veiligheidsevaluaties (waaronder de Europese stresstest) het nodig maken, zal ik direct maatregelen nemen.

Ik zal het EPZ-eindrapport op www.rijksoverheid.nl plaatsen en EPZ op de eigen website www.kerncentrale.nl. Ook zal EPZ op 15 en 16 november 2011 een informatiebijeenkomst organiseren in Borssele.

Voor de volledigheid doe ik u hierbij nogmaals de planning toekomen voor de volgende stappen van de EU-stresstest:

  • 9 december 2011 – behandeling in de Europese Raad van de nationale voortgangsrapporten van alle EU landen met kerncentrales met conclusies daarover van de Europese Commissie (deze nationale voortgangsrapporten zijn 15 september aan de EU commissie aangeboden);

  • 31 december 2011 – verzending Nederlandse eindrapport aan uw Kamer en aan de Europese Commissie; de nationale rapporten worden in de maanden daarna onderworpen aan een «peer review»;

  • 30 april 2012: peer reviews van de nationale eindrapporten afgerond;

  • Medio 2012: behandeling in de Europese Raad van de nationale eindrapporten, inclusief peer reviews en conclusies van de Europese Commissie.

De minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

M. J. M. Verhagen


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

X Noot
1

Stct. 19 juli 2011, nr. 12517.

Naar boven