31 899 Nota Overgewicht

Nr. 18 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 maart 2011

In deze brief wil ik u mijn reactie geven op het advies van de Gezondheidsraad Voor dik en dun: Preventie van overgewicht en obesitas en het risico op eetstoornissen dat mijn voorganger op 24 augustus 2010 heeft ontvangen1.

Inleiding

In 2008 is de Gezondheidsraad door de toenmalige minister van VWS verzocht: een verkennend onderzoek in te stellen naar de vraag of de toegenomen aandacht voor overgewicht en obesitas een risicofactor is voor het ontwikkelen van eetstoornissen en daarover een signalement uit te brengen.

Vanuit het ministerie zijn diverse initiatieven gestart gericht op de preventie van overgewicht zoals beschreven in de Nota Overgewicht Uit balans: de last van overgewicht (maart 2009). Mijn beleid is er op gericht de trend van onnodig toenemen in gewicht bij kinderen en volwassenen te stabiliseren en te keren.

Al geruime tijd kwamen er signalen uit de samenleving, ook uit de hoek van de wetenschap, dat de huidige aandacht voor de preventie van overgewicht het risico op de ontwikkeling van eetstoornissen bij tieners en (jong) adolescenten zou kunnen vergroten.

Het adviestraject is in september 2009 van start gegaan en op 24 augustus 2010 is het Gezondheidsraadadvies Voor dik en dun: Preventie van overgewicht en obesitas en het risico op eetstoornissen aangeboden aan de toenmalige minister van VWS. Hierna volgen de aanbevelingen uit het rapport en mijn reactie hierop.

Advies van de Gezondheidsraad

Het advies van de Raad geeft een helder en up-to-date overzicht van de laatste stand van zaken ten aanzien van de preventie van overgewicht, obesitas en het risico op eetstoornissen. In haar advies veronderstelt de Gezondheidsraad dat de toegenomen aandacht voor overgewicht en obesitas het risico op eetstoornissen zowel gunstig als ongunstig kan beïnvloeden. De verwachting is dat programma’s die gewicht niet centraal stellen, maar zich juist richten op gezonde voeding en voldoende bewegen, effectiever zijn voor de preventie van overgewicht en geen of een beschermende invloed hebben op de ontwikkeling van eetstoornissen. Deze verwachting is gebaseerd op kwalitatief beperkt onderzoek. Daarom adviseert de Gezondheidsraad vervolgonderzoek op de volgende drie fronten: onderzoek naar de effecten van de huidige preventieprogramma’s voor overgewicht en obesitas in relatie tot het risico op eetstoornissen; onderzoek naar de gemeenschappelijke risicofactoren van overgewicht, obesitas en eetstoornissen en onderzoek naar de effecten van (commerciële) afslankprogramma’s op het risico op eetstoornissen en de effectiviteit van de preventie van overgewicht en obesitas.

Reactie op het Gezondheidsraadadvies

In het debat over de Nota Overgewicht op 7 september 2009 (Kamerstuk 31 899, nr. 12) is de brug tussen eetstoornissen en overgewicht geslagen. Dit heeft geresulteerd in het veranderen van de term overgewicht in gezond gewicht, waarmee VWS in positieve bewoordingen eetstoornissen verbindt met overgewicht. Het Convenant Overgewicht is mede daardoor voortgezet onder de naam Convenant Gezond Gewicht. Deze positieve gecombineerde lijn wil ik graag voortzetten.

In de behandeling van obesitas en eetstoornissen is deze gecombineerde lijn terug te vinden. De behandeling van obesitas en eetstoornissen, is vastgelegd in multidisciplinaire richtlijnen. Binnen de JGZ wordt momenteel gewerkt aan een richtlijn over gezond voedingsgedrag en eetstoornissen. De multidisciplinaire behandelrichtlijn obesitas is de rode draad in de zorgstandaard obesitas die op 25 november jl. is gepubliceerd. Raakpunten met de behandelrichtlijn eetstoornissen zijn er. De zorg voor mensen met chronische eetstoornissen kan daarmee aansluiten bij de aanpak chronisch zieken. Dit zal met de Nederlandse Academie voor Eetstoornissen (NAE) en de Stichting Anorexia Nervosa worden besproken.

De Gezondheidsraad stelt dat er op basis van het onderzoek geen aanleiding is om het huidige preventiebeleid te veranderen. Ik zet daarom de huidige inhoudelijke lijn van de overgewicht en obesitas preventie voort. Dat houdt in: de focus op voldoende beweging en gezonde voeding.

De Gezondheidsraad veronderstelt dat preventie van overgewicht en obesitas mogelijk potentiële risicofactoren voor eetstoornissen kan beïnvloeden en adviseert hier nader onderzoek naar te doen. Ik zal op dit onderdeel geen aanvullend onderzoek initiëren aangezien binnen lopende preventieprogramma’s van de overheid voor overgewicht en obesitas het risico op eetstoornissen kan worden beperkt door aandacht te besteden aan bij-effecten van interventies of programma’s. ZonMW besteedt daar aandacht aan in haar opdrachtverlening en ook de erkenningscommissie bij het Centrum Gezond Leven neemt in haar oordeel over interventies bij-effecten mee. Het staat andere partijen vrij deze aanpak over te nemen.

De aanbeveling onderzoek te doen naar commerciële afslankprogramma’s neem ik niet over. Het bereik van dergelijke programma’s is groot en het aanbod is laagdrempelig. Dat dit invloed kan hebben op het effect van de preventie van overgewicht en obesitas en op het risico van eetstoonissen, met name op de kenmerken van een beginnende eetstoornis valt niet uit te sluiten. Ik ben evenwel niet van plan om deze commerciële afslankprogramma’s te verbieden zo dat al zou kunnen. De consument voorzien van eerlijke informatie zodat deze zelf de keuze kan maken wel of niet hiervan gebruik te maken is voor mij de juiste weg. Vooralsnog vind ik dat er aan die kennis- en informatiebehoefte met de huidige inzichten kan worden voldaan. Mijn beleid op het terrein van het bevorderen van een gezonde leefstijl zal ik verder uiteen zetten in de landelijke Nota gezondheidsbeleid die ik dit voorjaar zal uitbrengen.

Ik dank de Gezondheidsraad voor het in eigen wetenschappelijke achterban breed gedragen rapport. Het rapport geeft een helder en up-to-date overzicht van de laatste stand van zaken ten aanzien van preventie van overgewicht, obesitas en het risico op eetstoornissen. Mede door de vraagstelling en de samenstelling van de commissie lijkt een eerste horde te zijn genomen om vanaf nu meer in gezamenlijkheid de problematiek van overgewicht, obesitas en eetstoornissen aan te gaan pakken.

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. I. Schippers


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven