31 532 Voedingsbeleid

Nr. 142 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 december 2014

Ik stuur u deze brief, mede namens de Staatssecretaris van Economische Zaken, naar aanleiding van vragen van het lid Dik-Faber tijdens het AO Milieuraad van 15 oktober 2014 en de daaropvolgende toezegging om uw Kamer voorafgaand aan het AO Voedsel (9 december 2014) te informeren over de Nederlandse en Europese inzet betreffende het terugdringen van voedselverspilling.

Voorgeschiedenis

De Europese Commissie heeft in 2011 een «Stappenplan voor een efficiënt hulpbronnengebruik» uitgebracht waarin een streven was opgenomen om in 2020 50% minder voedsel te verspillen (Roadmap to a Resource Efficient Europe (COM(2011) 571)). Deze zomer heeft de Europese Commissie in het kader van een pakket «Circulaire economie» (COM(2014) 398) een voorstel gedaan voor wijziging van een aantal afvalrichtlijnen. Bij brief van 5 september 2014 (Kamerstuk 22 112, nr. 1900) bent u over dit voorstel door de Minister van Buitenlandse zaken geïnformeerd, alsmede wat de Nederlandse inzet is ten aanzien van dit voorstel (BNC-fiche). De Commissie stelt voor in deze richtlijn een kader op te nemen om het niveau van voedselverspilling in alle sectoren op vergelijkbare wijze in kaart te kunnen brengen. Tevens wordt een reductiedoelstelling voor de voedselverspilling voorgesteld.

Eind vorig jaar hebben de Staatssecretaris van Economische Zaken en ik in een gezamenlijke brief de Europese Commissie verzocht om een ambitieus en geharmoniseerd kader te formuleren voor verduurzaming van voedselsystemen (Kamerstuk 31 532, nr. 123). Hierin hebben we ook gevraagd het onderwerp voedselverspilling Europees aan te pakken. Deze brief is verzonden in reactie op de consultatie voor een Mededeling van de Europese Commissie over verduurzaming van voedselsystemen. Deze Mededeling is nog niet verschenen. De hierboven voorgestelde aanpassing moet wel in dat kader gezien worden.

Nederlands beleid

De definitie die in de Monitor Voedselverspilling wordt gehanteerd luidt:

Er is sprake van voedselverspilling, als voedsel dat voor menselijke consumptie bedoeld is, hier niet voor wordt gebruikt, waarbij voor de kwantificering van verspilling in kilogrammen rekening wordt gehouden met de mate van hoogwaardige verwaarding volgens de ladder van Moerman. Voedsel dat niet bestemd was voor menselijke consumptie valt niet binnen de definitie en wordt derhalve niet meegenomen in de kwantificering van verspilling.

In de nota Duurzaam Voedsel van juni 2009 (LNV mede namens VROM en VWS) is een doelstelling geformuleerd van 20% minder voedselverspilling in 2015 ten opzichte van 2009. Op 2 juli 2014 heeft u van de Staatssecretaris van Economische Zaken de update van de Monitor Voedselverspilling ontvangen (Kamerstuk 31 532, nr. 135), met de stand van zaken in 2012. Daaruit blijkt duidelijk dat we in 2012 nog ver van die doelstelling af zaten. In de eerste helft van volgend jaar ontvangt u een volgende update met de stand van zaken in 2013 en eind 2016 zal de stand van zaken voor 2015 bekend zijn.

Het Europese voorstel

Het voorstel van de Europese Commissie bestaat uit twee onderdelen, namelijk een voorstel voor een definitie en een voorstel voor een doelstelling. Beide hangen samen met een document van het Europese project «FUSIONS», FUSIONS Definitional Framework for Food Waste (Östergren et al, Juli 2014).

Het voorstel voor een definitie luidt:

«food waste» means food (including inedible parts) lost from the food supply chain, not including food diverted to material uses such as biobased products, animal feed, or sent for redistribution;

Het voorstel voor een doelstelling luidt:

Member States shall take measures to prevent food waste generation along the whole food supply chain. The measures shall endeavour to ensure that food waste in the manufacturing, retail/distribution, food service/hospitality and household sectors is reduced by at least 30% between 1 January 2017 and 31 December 2025.

Met als overweging:

Having regard to the negative effects of food wastage on the environment and its negative effect, a framework should be established for Member States to collect and report levels of food waste across all sectors in a comparable way, and request developing national food waste prevention plans aimed at meeting an aspirational objective to reduce food waste by 30% by 2025.

Hier wordt bewust de Engelse tekst gebruikt, omdat deze leidend is in de onderhandelingen.

Wat vindt Nederland van het Europese voorstel?

Nederland wil dat zoveel mogelijk voedsel dat voor menselijke consumptie is bestemd ook daadwerkelijk door mensen geconsumeerd wordt. Dat betekent een reductie van verliezen uit de voedselketen.

Ten aanzien van verliezen die er toch zijn, streven we naar zo hoog mogelijke verwaarding (ladder van Moerman). In dit kader is het belangrijk dat de hele keten, van landbouw tot en met de consument, wordt gemonitord en dat ook alle bestemmingen van de voedselverliezen in beeld zijn. De Nederlandse inzet in Brussel zal hierop gericht zijn. In Nederland is de Monitor Voedselverspilling een belangrijk instrument om dit te realiseren.

In de door de Europese Commissie voorgestelde definitie wordt niet de hele voedselketen meegenomen. Ook blijven specifieke verliesstromen buiten beeld, waardoor de prikkel om die stromen zo hoogwaardig mogelijk te bestemmen verdwijnt.

Verder moet voorkomen worden dat het bestempelen van bepaalde stromen tot afval er toe leidt dat deze niet meer hoogwaardig aangewend kunnen worden.

Een vergelijking van de Europese doelstelling met de Nederlandse inspanning van 20% minder in 2015 is momenteel moeilijk te maken gelet op de verschillen tussen de Nederlandse definitie van voedselverspilling en het voorstel van de Commissie. Bovendien heeft het voorstel van de Commissie betrekking op een andere periode (2017–2025). Nederland wil in ieder geval dat de Europese doelstelling geen afzwakking betekent van het Nederlandse beleid.

Los hiervan ziet Nederland het voorstel van de commissie als steun in de rug voor de Nederlandse inspanningen rondom het afvalbeleid, VANG (van afval naar grondstof, brief Publiek Kader en Uitvoeringsprogramma Huishoudelijk Afval 2014Z22066, december 2014), alsmede het verduurzamen van de voedselproductie (Beleidsbrief duurzame voedselproductie, juli 2013, Kamerstuk 31 532, nr. 118). Gelet op de negatieve milieugevolgen die voedselverspilling met zich meebrengt vindt Nederland het, met het oog op een gelijk speelveld, wenselijk dat uniformering op Europees niveau plaatsvindt. Van belang is dat we in Europa eenduidige definities hanteren inzake de vermindering van voedselverspilling en dat alle lidstaten in actie komen, ook de lidstaten die zich tot nog toe minder inspannen.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld

Naar boven