31 066 Belastingdienst

26 448 Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI)

Nr. 97 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID EN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 november 2010

Met de brief van 19 januari 2010 (Kamerstukken II 2009/10 26 448, nr. 425) is uw Kamer geïnformeerd over het besluit de eenduidige loonaangifte niet per 1 januari 2011 door te laten gaan. Dit mede naar aanleiding van vragen en aandachtspunten van uw Kamer en weerstand bij marktpartijen. Naar aanleiding van dit besluit hebben UWV en Belastingdienst in 2010 een onderzoek uitgevoerd naar gebruik, bruikbaarheid en herkenbaarheid van de polisgegevens. Hierbij bieden wij u het rapport met de onderzoeksresultaten aan (bijlage 1)1. Op basis van deze onderzoeksresultaten hebben wij besloten niet langer te koersen op het invoeren van de eenduidige loonaangifte. Tevens hebben wij besloten de loon in en de loon over praktijk naast elkaar toe te staan.

Verder bieden wij u de dertiende halfjaarlijkse rapportage Samenwerking UWV en Belastingdienst aan (bijlage 2)1. De halfjaarlijkse rapportages vinden hun oorsprong in de motie waarin de Kamer de regering verzocht halfjaarlijks over de voortgang Walvis/Wfsv te rapporteren (Kamerstukken II 2003/04, 29 529 en 29 531, nr. 17). De rapportage gaat vergezeld van een brief met een oordeel van Het Expertise Centrum (HEC) (bijlage 3)1. Wij concluderen dat UWV en Belastingdienst goede resultaten hebben behaald in het reguliere proces rond het verwerken van loonaangiftegegevens en bij het treffen van de maatregelen voor de stabiele loonaangifteketen. Naar verwachting wordt in 2010 de fase van stabiele keten bereikt.

Hieronder gaan we nader in op de uitkomsten van het voornoemde onderzoek en de dertiende halfjaarlijkse rapportage.

Onderzoek naar gebruik, bruikbaarheid en herkenbaarheid van de polisgegevens

Met de brief van 31 mei 2010 (Kamerstukken II 2009/10 31 066, nr. 88) hebben wij u geïnformeerd over de bij dit onderzoek gehanteerde vertrekpunten. Anders dan bij de eenduidige loonaangifte zijn de bestaande loonadministratiepraktijk bij werkgevers en de huidige dagloonvaststelling bij UWV als vertrekpunt genomen. In de huidige loonadministratiepraktijk is het werkgevers tijdelijk toegestaan om de loon in- of de loon over-systematiek te hanteren. Bij loon in rekenen werkgevers loon toe aan het tijdvak waarin het loon aan de werknemer is betaald. Bij loon over rekenen werkgevers loonbestanddelen ook toe aan reeds verstreken loontijdvakken wat ertoe leidt dat loongegevens in de polisadministratie met terugwerkende kracht kunnen wijzigen.

Mede naar aanleiding van uw wens zijn softwareleveranciers, Actal, VNO-NCW en MKB Nederland als klankbord bij het onderzoek betrokken. Het onderzoek heeft tot belangrijke nieuwe inzichten geleid. Zo is de loonadministratiepraktijk bij werkgevers veel gevarieerder dan verwacht en blijken werkgevers herstel van fouten en correcties met terugwerkende kracht door elkaar te gebruiken. Daarnaast blijkt de kwaliteit van de door werkgevers aangeleverde loonaangiften inmiddels sterk te zijn toegenomen, onder meer door toedoen van de sinds 2007 in de loonaangifteketen getroffen maatregelen. Dit heeft geresulteerd in een aanzienlijke daling van het aantal correctieberichten. Het onderzoek wijst verder uit dat UWV zonder noemenswaardige problemen daglonen vaststelt op basis van de gegevens in de polisadministratie. Dit betekent dat UWV de hiervoor benodigde gegevens niet langer bij werkgevers hoeft op te vragen waarmee een verlichting van administratieve lasten is gerealiseerd. De burger kan de loongegevens uit de polisadministratie controleren via het Digitaal Verzekeringsbericht en bij de digitale aanvraag van een uitkering. Het onderzoek wijst uit dat de herkenbaarheid voor burgers van de loongegevens op de loonstroken ten opzichte van de loongegevens in de polisadministratie redelijk tot groot is.

Werkgevers gebruiken correctieberichten enerzijds voor het herstellen van fouten en anderzijds voor het toerekenen van loon aan verstreken tijdvakken. De mate waarin financiële mutaties in correctieberichten doorwerken in de hoogte van het dagloon is beperkt van omvang. Het merendeel van de correctieberichten vindt zijn oorsprong in een beperkt aantal sectoren. Dit biedt mogelijkheden om deze correcties in overleg met betrokkenen, met gerichte maatregelen terug te dringen. De huidige wijze van dagloonvaststelling door UWV blijft ongewijzigd. Dit betekent dat, overeenkomstig de praktijk zoals die gangbaar was vóór het gebruik van de polisadministratie, correcties van loongegevens na het vaststellen van daglonen er niet toe leiden dat UWV daglonen hernieuwd vaststelt. Wel is het zo dat UWV het dagloon aanpast als een uitkeringsgerechtigde aannemelijk maakt dat sprake is van onjuiste gegevens.

Wij concluderen dat op basis van deze onderzoeksresultaten de noodzaak voor de eenduidige loonaangifte is vervallen. Terugwerkende kracht correcties als gevolg van de loon over systematiek blijken voor UWV bij het vaststellen van daglonen en voor burgers bij het controleren van de loongegevens hanteerbaar te zijn. Wij hebben daarom besloten om niet langer te koersen op het invoeren van de eenduidige loonaangifte en de loon in en de loon over praktijk naast elkaar toe te staan. Wij gaan de betreffende wet- en regelgeving hiermee in overeenstemming brengen. Verder hebben UWV en Belastingdienst in samenspraak met de softwareleveranciers, Actal, VNO-NCW en MKB Nederland maatregelen geïdentificeerd om de kwaliteit, het gebruik en de herkenbaarheid van de gegevens in de polisadministratie te optimaliseren. In 2011 gaan UWV en Belastingdienst de mogelijkheden voor het vergroten van gebruik en bruikbaarheid van de polisgegevens uitwerken. Verder realiseren UWV en Belastingdienst in 2011 de maatregelen voor het terugdringen van het aantal correctieberichten en het bevorderen van de herkenbaarheid van loongegevens. UWV en Belastingdienst betrekken waar van toepassing de marktpartijen bij het uitwerken en realiseren van de maatregelen.

Dertiende halfjaarlijkse rapportage en oordeel HEC

Halfjaarlijks rapporteren UWV en Belastingdienst over de stand van zaken van de loonaangifteketen waarin Belastingdienst en UWV de door werkgevers ingediende loonaangiften verwerken en van waaruit UWV polisgegevens levert aan zo’n 700 afnemers. Zoals hiervoor beschreven neemt UWV de polisgegevens zelf af voor het vaststellen van daglonen. HEC merkt op dat de dertiende halfjaarlijkse rapportage Samenwerking UWV en Belastingdienst een adequaat inzicht biedt in de stand van zaken op dit moment en dat de loonaangifteketen adequaat wordt beheerd. De stand van zaken van de loonaangifteketen is als volgt.

De loonaangifteketen voldoet in 2008 en 2009 aan de eisen van de zogenoemde werkende keten. Uit de dertiende halfjaarlijkse rapportage blijkt dat de loonaangifteketen tot en met september 2010 volgens de normen presteert. In de veertiende halfjaarlijkse rapportage informeren we u of de loonaangifteketen ook over heel 2010 volgens de normen presteert.

De loonaangifteketen is stabiel als alle tijdelijke maatregelen zijn vervangen door structurele maatregelen. De laatste voor het realiseren van de stabiele keten geplande maatregel is naar verwachting vóór 31 december 2010 gerealiseerd. In de veertiende halfjaarlijkse rapportage informeren we u of in 2010 de fase van stabiele keten is bereikt.

De loonaangifteketen is robuust als deze in bepaalde mate bestand is tegen wetswijzigingen. UWV en Belastingdienst hebben een plan opgesteld en in uitvoering genomen voor de robuuste keten. Aan het eind van elk jaar werken UWV en Belastingdienst de maatregelen voor het jaar daarna in detail uit. Het jaarlijks herijken van het plan wordt onderdeel van de reguliere planning & control cyclus van UWV en Belastingdienst. De keten wordt met het treffen van deze maatregelen steeds robuuster. In de dertiende halfjaarlijkse rapportage is de stand van zaken van de maatregelen beschreven.

Tot slot

Wij zijn van oordeel dat UWV en Belastingdienst de goede weg zijn ingeslagen met de voorgestelde maatregelen om het gebruik, de bruikbaarheid en de herkenbaarheid van de gegevens in de polisadministratie verder te vergroten. Wij ondersteunen deze koers en ontlenen hieraan het vertrouwen dat de werking van de loonaangifteketen hiermee verder wordt geoptimaliseerd.

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

H. G. J. Kamp

De staatssecretaris van Financiën,

F. H. H. Weekers


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Naar boven