29 383 Meerjarenprogramma herijking van de VROM-regelgeving

Nr. 214 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 december 2013

Op 1 januari 2008 is het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer1 (hierna het Activiteitenbesluit) in werking getreden. In het besluit is opgenomen dat binnen zes jaar na inwerkingtreding een verslag aan de Staten-Generaal dient te worden verzonden over de doeltreffendheid en de effecten van het besluit in de praktijk. Met deze brief en het bijgevoegde evaluatierapport geef ik hieraan invulling.

Het Activiteitenbesluit bevat algemene regels ter bescherming van het milieu voor een groot aantal bedrijfssectoren. Nederland telt op dit moment ruim 412.000 milieurelevante inrichtingen. Per 1 januari 2013 vallen ruim 390.000 inrichtingen volledig onder het Activiteitenbesluit. Met het onder algemene regels brengen van deze inrichtingen is tot nu toe een administratieve lastenreductie bereikt van 354 miljoen euro. Het evaluatieonderzoek richt zich op de situatie tussen 1 januari 2008 en 31 december 2012.

Het doel van het Activiteitenbesluit was en is te komen tot een vereenvoudiging en vermindering van de regelgeving en een reductie van administratieve lasten, waarbij de bestuurlijke lasten niet toenemen. Met effectievere en uniformere regels, maar ook ruimte voor flexibiliteit en innovatie, en een groter toepassingsbereik, wordt beoogd de uitvoering en handhaving te verbeteren en een doeltreffender bescherming van het milieu te bereiken.

Door het samenvoegen van nu in totaal 24 AMvB’s en het onder algemene regels brengen van nog meer bedrijfssectoren is beoogd te komen tot harmonisatie en uniformering van regelgeving.

Omgevingswet

Zoals u bekend, werkt het kabinet toe naar een Omgevingswet waarin op het gebied van de fysieke leefomgeving vijftien wetten geheel en acht wetten deels zullen opgaan. Daarbij zullen op het gebied van de uitvoeringsregelgeving circa 120 bestaande AMvB’s2 worden gebundeld in een beperkt aantal besluiten. Naar verwachting zal het Activiteitenbesluit worden samengevoegd met een aantal andere bestaande AMvB’s, die zich ook richten op activiteiten in de leefomgeving.

De verdere ontwikkeling van het Activiteitenbesluit moet dan ook in dat licht worden bezien. Het kabinet streeft ernaar de concept-uitvoeringsbesluiten (AMvB’s) van de Omgevingswet in 2015 gereed te hebben voor de formele toetsen en de consultatiefase. Voor een uitgebreidere beschrijving van de voortgang van de stelselherziening Omgevingsrecht verwijs ik naar de brief van de Minister van Infrastructuur en Milieu van 28 oktober 2013.3

Conclusies van het evaluatieonderzoek

Het evaluatieonderzoek4 is uitgevoerd door Royal Haskoning DHV in de eerste helft van 2013 en richtte zich op de periode 2008–2012, dus vóór de inwerkingtreding van de wijzigingen per 1 januari 2013. Voor het onderzoek is gebruik gemaakt van de monitoringsgegevens die de voormalige inspecties van VROM en Verkeer en Waterstaat in de jaren 2009–2010 hebben verzameld bij gemeenten en waterkwaliteitsbeheerders. Daarnaast heeft Royal Haskoning DHV enquêtes gehouden bij provincies, gemeenten, waterschappen en Rijkswaterstaat, en interviews gehouden bij zowel de zojuist genoemde overheden als bij het bedrijfsleven (brancheorganisaties en bedrijven). De conceptresultaten van het onderzoek zijn besproken met vertegenwoordigers van overheden en het bedrijfsleven. De reacties zijn verwerkt in het rapport.

Ik constateer dat het Activiteitenbesluit in de praktijk goed blijkt te werken. De meeste verwachtingen die bij de inwerkingtreding van het Activiteitenbesluit bestonden, zijn bevestigd. Er wordt geconcludeerd dat de doelen van het besluit zijn gehaald: de regelgeving is vereenvoudigd en uniformer; de administratieve lasten zijn verminderd; de bestuurlijke lasten zijn, zoals verwacht bij de inwerkingtreding van het Activiteitenbesluit, verschoven van vergunningverlening naar toezicht en handhaving; de uitvoering en handhaving en daarmee een doeltreffender bescherming van het milieu zijn verbeterd. De Activiteitenbesluit Internet Module (AIM) is positief ontvangen, evenals de helpdeskfunctie van InfoMil (nu onderdeel Rijkswaterstaat Leefomgeving) en de invoeringsbegeleiding met het opleidingsproject «Train de trainer».

De onderzoekers constateren dat er nog verbeterpunten zijn, die verschillen van abstractieniveau. In de bijlage5 bij deze brief ga ik hier nader op in.

Ik wil deze verbeterpunten voortvarend oppakken en waar relevant verwerken in de nieuwe regelgeving onder de Omgevingswet.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld


X Noot
1

Besluit van 19 oktober 2007, houdende algemene regels voor inrichtingen (Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer) Stb. 2007, nr. 415

X Noot
2

In de voortgangsbrief over de stelselherziening Omgevingsrecht (zie voetnoot 3) wordt gesproken van het bundelen van 115 AMvB’s. Inmiddels is duidelijk dat er meer AMvB’s zullen worden gebundeld, op dit moment is de verwachting dat dit er 120 zullen zijn.

X Noot
3

Kamerstuk 33 118, nr. 8.

X Noot
4

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

X Noot
5

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven