26 448
Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI)

nr. 85
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Vastgesteld 29 september 2003

De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid1 en de vaste commissie voor Financiën2 hebben op 3 september 2003 overleg gevoerd met de heer de Geus, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de heer Zalm, vice-minister-president, minister van Financiën over:

– het aanhangsel van de Handelingen van de Tweede Kamer, vergaderjaar 2002–2003, nr. 1514, over problemen bij Kliq;

– de brief van de minister van Financiën d.d. 26 augustus 2003 over herstructurering Kliq (Fin 2003-231);

– het financieel overzicht met betrekking tot de doorstart van Kliq in vergelijking met het alternatief: faillissement (26 448, nr. 81).

Van dit overleg brengen de commissies bijgaand beknopt verslag uit.

Vragen en opmerkingen uit de commissies

De heer Algra (CDA) vraagt zich af of het een wijze beslissing van de minister van Financiën is om als aandeelhouder van Kliq namens de Staat de nieuwe herstructurering van de Kliq-groep goed te keuren, omdat hij er als minister van Financiën op moet toezien dat de belastinggelden verstandig worden besteed. Het verloop van het verzelfstandigingsproces en de kosten die daarmee gepaard zijn gegaan baart zorgen. Kan de minister van Financiën bevestigen dat het boekjaar 2002 voor Kliq Reïntegratie is afgesloten met een operationeel verlies van 21 mln euro en dat de opbrengsten ver achterblijven bij de verwachtingen? Daarmee is het operationeel verlies over de eerste helft van 2003 al groter dan over 2002. Zou in dit verband geconstateerd kunnen worden dat Kliq Reïntegratie in feite failliet is? De minister wijst op het te hoge kostenniveau waarmee in een op te starten nieuw Kliq rekening wordt gehouden. Is dit het gevolg van achterblijvende prestaties? Uit benchmarking met concurrenten blijkt dat Kliq Reïntegratie in de plaatsingsresultaten niet goed scoort. Wat is bijvoorbeeld het plaatsingspercentage van Kliq over de afgelopen periode? Hoe verhoudt dat percentage zich met de concurrentie? Welk plaatsingspercentage streeft nieuw Kliq na? In het nieuwe scenario is sprake van een grotendeels nieuw management. Wordt hiermee een waardeoordeel uitgesproken over het zittende management?

De ontwikkelingen hebben vergaande gevolgen voor verschillende belanghebbenden. Ervan uitgaande dat Kliq Reïntegratie als doel had meer mensen terug te brengen op de arbeidsmarkt, is het van belang om een beeld te krijgen van de gevolgen voor die mensen. Hoeveel mensen heeft Kliq in behandeling? Wat zijn voor hen de gevolgen van een nieuw Kliq-scenario en wat zijn de gevolgen bij een eventueel faillissement? Wat zijn de gevolgen voor het huidige personeel van Kliq nu het personeelsbestand wordt teruggebracht tot 500 personeelsleden in vaste dienst? Voor nieuw Kliq worden mensen op kwaliteit geselecteerd. Hoe verhoudt zich dat met gangbare ontslagregels? Is de Nederlandse belastingbetaler gebaat bij een doorstart van Kliq? Welk scenario is het voordeligst voor de belastingbetaler? Wat zijn de financiële verschillen tussen de meest voor de hand liggende scenario's faillissement en doorstart?

Volgens het financieel overzicht is er een verschil van 22 mln euro in het voordeel van een faillissement in vergelijking met een doorstart. Waarde nieuw Kliq volgens prijsformule met Solvus wordt geschat op 33 mln euro. Hoe groot is de kans dat Solvus tot overname van Kliq overgaat? Eigenlijk zou dat bedrag als PM-post opgevoerd moeten worden. Een en ander bij elkaar opgeteld kost een doorstart van nieuw Kliq zo'n 50 mln euro. De opbrengst van de verkoop van Kliq Employability wordt op 6 mln euro gesteld. Is hierin meegenomen dat het bedrijf schoon moet worden opgeleverd, met als gevolg dat nog een groot deel van het personeel ontslagen moet worden? Zit daar een afkoop van pensioenrechten in? Wat blijft er nog over van die 6 mln euro als die bedragen bij elkaar worden opgeteld? Voor beide verkooponderdelen geldt dat de bedrijven in de afgelopen jaren verliesgevend waren. Betekent dit dat de overnemende partij in de komende jaren de verliezen over de afgelopen jaren af moet trekken van de nieuwe winsten? Houdt dit in dat de Staat als belastingontvanger zichzelf te kort doet door schulden of verliezen te verkopen?

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft in het overleg op 12 september 2002 onderschreven dat er geen extra zorg bestaat voor de overheid inzake continuïteit van Kliq. Dit is in lijn met een door een Kamermeerderheid ondersteunde motie, namelijk dat er voor Kliq geen sprake mag zijn van gedwongen winkelnering. Hoe beoordeelt de minister in dat licht de marktaandeelverwachting van nieuw Kliq? Hoe beoordeelt hij de markt? Kunnen andere aanbieders het gat dat ontstaat bij een faillissement van Kliq voldoende invullen? Waarom plaatst de minister In de brief van 26 augustus vraagtekens bij de bruidschat die vorig jaar is meegegeven?

Heeft Solvus naast Kliq Employability ook belangstelling voor nieuw Kliq? Op welke principes is het principeakkoord gebaseerd dat met Solvus is gesloten over de verkoopvoorwaarden voor Kliq Employability per 1 oktober a.s. Deze voorwaarden zouden aansluiten bij de principes die vorig jaar met Solvus zijn afgesproken. Welke kosten zijn daarmee gemoeid?

Het proces van de verzelfstandiging van Kliq is volgens de heer Algra zeer teleurstellend verlopen. De minister van Financiën heeft aangegeven dat er sprake is van een allerlaatste financiële injectie. Wie garandeert de Kamer dat het nieuwe Kliq-scenario levensvatbaar zal zijn? Eerder gepresenteerde aanpassingen en uitkomsten stemmen wat dat betreft niet hoopvol. De voorwaarden die de minister van Financiën gesteld heeft aan het herstructureringsproces roepen vragen op. Wie garandeert dat het totale kostenplaatje van de herstructurering finaal is? Is er een garantie dat het werkkapitaal bancair gefinancierd wordt? Hoe staat het met de instemming van vakbonden en het positieve advies van de ondernemingsraad? Is hier geen sprake van «slikken of stikken»? De heer Algra mist een kostenplaatje bij deze voorwaarden.

Mevrouw Bibi de Vries (VVD) doet melding van een brief van Borea (Brancheorganisatie van reïntegratiebedrijven), waarin staat dat de voorstellen van de ministers enige beroering binnen de branche teweegbrengen omdat men zich afvraagt of er sprake is van staatssteun. De minister van Financiën schrijft in zijn brief van 26 augustus dat hij niet verwacht dat er sprake zal zijn van staatssteun. Kan hij hier een duidelijke uitspraak over doen? Is er sprake van concurrentievervalsing ten opzichte van de bedrijven die geen steun krijgen? Op welke termijn wordt Kliq geprivatiseerd? Kan de minister garanderen dat de financiële injectie die gegeven wordt echt eenmalig is?

Marktpartijen verwachten niet dat Kliq, gezien de historie, levensvatbaar zal zijn. Vindt er wat dat betreft nog sturing plaats? Is er meer duidelijkheid over de bancaire financiering? Ook mevrouw Bibi de Vries is geïnteresseerd in het kostenplaatje van deze herstructurering.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks) wijst erop dat de afgelopen jaren een aanzienlijk bedrag in Kliq is geïnvesteerd door de Staat. Dat geld had ook besteed kunnen worden aan arbeidsprojecten, gesubsidieerde arbeid of de bijzondere bijstand. Het lijkt erop dat de injectie van 43 mln euro gezien wordt als een laatste redmiddel. Dit lijkt sterk op staatssteun. Hoe ziet de minister van Financiën dit?

Zij heeft twijfels bij het nut van deze operatie. Hoe lang gaat het duren? Waarom heeft de minister deze keer wel vertrouwen in een goede afloop? Tot nu toe is het Kliq niet gelukt een goede marktpositie te krijgen. Kliq is een commercieel bedrijf waarvan de aandelen toevallig in handen van de Staat zijn. De te hoge kosten in de bedrijfsvoering, de te dure ICT, dure kantoorpanden en hoge salarissen mogen niet worden verhaald op de belastingbetaler. Als de ex-ambtenaren van arbeidsvoorziening het niet redden op de commerciële reïntegratiemarkt, is dat vervelend, maar het gaat erom of die reïntegratiemarkt op een goede manier werkt. Uiteindelijk gaat het om de klanten die gebruik maken van de diensten van Kliq. Die dienstverlening moet dan wel goed zijn. Het instandhouden van instellingen en instituties mag geen doel op zichzelf zijn. Zij heeft niet de indruk dat er adequate dienstverlening plaatsvindt.

Mevrouw Van Gent heeft begrip voor de oproep van de vakbonden om Kliq te renationaliseren. Mensen die moeilijk te bemiddelen zijn naar werk worden niet of nauwelijks geholpen door de op winst gerichte reïntegratiebureautjes. Het mag echter niet zo zijn dat Kliq alleen voor de moeilijke gevallen ingeschakeld wordt. De markt moet inspringen op alle groepen, dus ook andere reïntegratiebedrijven moeten daarbij ingeschakeld worden. Alle reïntegratiebedrijven moeten sterker worden afgerekend op resultaten. Dat betekent dat er heldere kavels moeten worden aanbesteed, zodat voor mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt meer geld beschikbaar is om de sprong naar werk te kunnen maken. UWV (Uitvoering werknemersverzekeringen) en gemeenten moeten de vrijheid krijgen om de reïntegratie in eigen hand te nemen. De uitbesteding aan de markt heeft niet gebracht wat verwacht werd. Zij verwijst naar het rapport van het SCP (Sociaal en Cultureel Planbureau) waaruit blijkt hoe lastig het is om vanuit een uitkering aan een baan te komen.

Zij is geen voorstander van verplichte aanbestedingen door gemeenten. Een gemeente moet echter wel een zakelijke afweging kunnen maken bij wie zij de reïntegratie onderbrengt. Het is de vraag of Kliq een sterke positie in die markt krijgt. Welke garanties zijn er dat deze laatste financiële injectie van 43 mln euro verbetering brengt in de situatie? Hoe denken de bewindslieden over het verstrekken van persoonsgebonden budgetten, zodat de werkzoekenden zelf de touwtjes in handen krijgen? Het rondpompen van geld tussen overheden en bedrijven levert te weinig tastbare resultaten op. Mensen moeten meer mogelijkheden krijgen om hun reïntegratie zelf te organiseren. Zij denkt aan startkapitaal voor eenmansbedrijven, loonkostensubsidie voor de nieuwe werkgever, een aangepaste werkplek, etc. Het fijnmazige netwerk van UWV's en CWI's (Centra voor werk en inkomen) moet worden ingezet om deze werkwijze via PGB's (persoonsgebonden budgetten) te ondersteunen. Zij verzoekt de bewindslieden om een kosten-batenanalyse als het gaat om het doorstarten van Kliq.

Mevrouw Noorman-den Uyl (PvdA) concludeert dat Kliq niet de start kon maken die de Kamer voor ogen had. Zij staat stil bij de drie overwegingen van de minister van Financiën die ertoe geleid hebben dat Kliq een slechte start heeft gemaakt. Ten eerste de krimp van de marktomvang. Er gingen meer opdrachten naar de private markt dan naar Kliq. Er was sprake van een daling van de budgetten naar aanleiding van rijksbezuinigingen bij de gemeenten. Ten tweede de slechte startpositie. De organisatie was te groot en de kostprijs te hoog. Ten derde het pas nu beschikbaar zijn van de exacte ICT-sturingsinformatie, waaruit blijkt dat Kliq voor onderscheiden diensten een te hoge kostprijs heeft en niet efficiënt genoeg werkt. Hoe oordeelt de minister van Sociale Zaken over het feit dat Kliq geen schone start heeft kunnen maken vanwege de ontvlechtingsoperatie bij arbeidsvoorziening? Hoe staat hij tegenover het KPMG-onderzoek dat de Kamer heeft laten verrichten? Het feit dat Kliq geen goede startpositie had, rechtvaardigt dat de Staat meewerkt aan een doorstart.

Welke actoren waren van invloed op het slecht presteren van Kliq? De opdrachtgevers, UWV en gemeenten, hebben niet genoeg geld over voor de specifieke expertise van Kliq om moeilijk plaatsbare mensen duurzaam aan het werk te helpen. Zij betalen liever een lagere prijs. Uit de praktijk blijkt dat zij vaak aanbesteden bij bedrijven die niet gecertificeerd zijn. Vooral het UWV trekt zich er weinig van aan of een bedrijf al dan niet gecertificeerd is. Dit leidt tot een zwakkere marktpositie voor de soms wat duurdere gecertificeerde bedrijven, die aan hoge kwaliteitscriteria moeten voldoen. In dit kader is recent de motie-Huizinga-Heringa aangenomen die ertoe strekt de certificering tot een wettelijke maatregel te maken op afzienbare termijn. Wat vindt de minister van deze opstelling van het UWV? Hoe denkt hij in dit verband over het no-cure-no-paysysteem?

Of nieuw Kliq in een markt die meer aan kwaliteitsregels gebonden is, goed zal slagen, moet de toekomst leren. De slechte start kan het bedrijf overigens ook zelf aangerekend worden. Men was niet kritisch genoeg bij het beoordelen van de eigen prestaties. Men anticipeerde onvoldoende snel op de veranderingen. Dat de markt zich niet ontwikkeld heeft zoals velen dachten, geldt voor alle bedrijven. Daarin is Kliq niet de enige, alleen krijgen nieuwe spelers in een veld meestal niet zoveel bagage mee als Kliq.

In welke mate voelen de bewindslieden zich debet aan de dramatische ontwikkeling bij Kliq? Vinden zij dat de start voldoende is geweest? Zijn er nog lijken in de kast uit het verleden van arbeidsvoorziening die bedreigend zijn voor nieuw Kliq? Waarom denken de bewindslieden dat een afgeslankt Kliq onder nieuwe condities wel succesvol kan zijn? Vindt de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid dat het meegeven van een bruidschat aan Kliq winstgevend is geweest of kreeg het bedrijf daarmee een kat in de zak? Welke kans van slagen ziet de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid voor Kliq als het gaat om de reïntegratietrajecten die gericht zijn op duurzame arbeid voor moeilijk plaatsbare mensen? Op welke termijn ziet de minister van Financiën een overdracht van Kliq aan derden? Moet nieuw Kliq eerst laten zien dat het wel een winstgevend bedrijf kan zijn?

Mevrouw Noorman is het niet eens met de vakbonden dat Kliq een doorstart zou moeten maken als overheidsbedrijf. Een vernieuwd Kliq moet nieuwe kansen krijgen op de reïntegratiemarkt.

Het antwoord van de regering

De minister van Financiën heeft het vertrouwen dat nieuw Kliq een goede kans van slagen heeft. In de eerste plaats ligt er een goed businessplan. De loonkosten zijn concurrerend in vergelijking met andere aanbieders. De analyses die gemaakt zijn over de te verwachten omzet zien er goed uit. Het aansturingsmodel is verbeterd. De raad van commissarissen heeft op basis van deze gegevens vertrouwen in een doorstart. Het geeft ook vertrouwen dat de bancaire financiering geregeld is. Hij belooft stellig dat dit de laatste keer is dat hij bij de Kamer zal aankloppen met budgettaire voorstellen over Kliq. Hij zegt zelfs dat hij, als het onverhoopt nodig is om wel bij de Kamer aan te kloppen voor geld, zal aftreden. Dit is het begin van een marktconform opererend Kliq dat zich in de markt kan handhaven en dat onder normale marktvoorwaarden kan worden verkocht.

De minister gaat in op de vraag of niet beter gekozen had kunnen worden voor een faillissement, omdat het doorstartscenario 22 mln euro duurder is dan het faillissementsscenario. De verkoopopbrengst van de employability is zeker gesteld. Voor de opbrengst van de verkoop van nieuw Kliq is een prijsformule afgesproken met Solvus. Het is een optie en het is aan Solvus om te besluiten of men de optie zal benutten. Solvus heeft met het leveren van mensen op cruciale posten in het management een zeker commitment getoond. Hij is het ermee eens dat het inbrengen van nieuw management iets zegt over het oude management. In het faillissementsscenario staat een PM-post opgenomen voor de verkoopopbrengst Employability. Bij de jaarrekening van arbeidsvoorziening werd een afkeurende accountantsverklaring gegeven. Het ligt dus voor de hand dat bij een faillissement een curator zal onderzoeken of er sprake was van een schone overgang. Dat zou tot allerlei claims op de Staat kunnen leiden. Dat is een grote risicopost die doorslaggevend is geweest bij de keuze voor het doorstartscenario. Daarnaast heeft het behoud van 600 banen een rol gespeeld bij de keuze voor het doorstartscenario. De minister is er voorstander van het nieuwe Kliq zo snel mogelijk te verkopen, omdat het de bedoeling is dat de rol van de Staat zo snel mogelijk uitgespeeld is. Hij gaat ervan uit dat het afgeslankte Kliq het zeker zal redden en dat het wordt overgenomen.

De minister deelt mee dat er in zekere mate sprake is van staatssteun bij de afwikkeling van oud Kliq. Over het algemeen wordt dat door Brussel wel geaccepteerd. Het geven van de steun zal niet als concurrentievervalsing worden beoordeeld, omdat de aanvullende steun is uitgetrokken voor het sociaal plan. Voor het overige is de besluitvorming rondom de doorstart een bedrijfseconomisch zakelijke beslissing. Dat is de reden waarom de budgettaire voorziening hiervoor van de begroting van Financiën komt. De beslissing is primair genomen vanuit aandeelhoudersbelang en niet zozeer op sociale gronden. Voordat er iets aan Brussel wordt voorgelegd, moeten er eerst besluiten vallen. Men zal geen toezeggingen doen op basis van hypotheses. Dat betreft vooral de afwikkeling van oud Kliq.

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid gaat in op de historie van Kliq. Kliq had in de aanvangstijd een bijzondere positie. Het bedrijf had, meer dan welk ander reïntegratiebedrijf, kennis over de groep moeilijk plaatsbare arbeidskrachten. De markt heeft zich inmiddels verder ontwikkeld. Nu zijn er meer bedrijven die over die specifieke kennis beschikken. In de meest recente onderzoeken heeft Kliq een plaatsingsscore van 35%. Dat is een goed resultaat in vergelijking met de beste reïntegratiebedrijven. Het aandeel van Kliq in de totale reïntegratiemarkt loopt wel iets terug. Dat hangt samen met de wens om een bredere markt te creëren. Inmiddels maken veel nieuwe bedrijven deel uit van die nieuwe reïntegratiemarkt. Verwacht wordt dat er in de loop van de tijd weer wat bedrijven zullen verdwijnen. De markt moet zich nog verder ordenen. Het is voor alle marktpartijen van belang dat er heldere afspraken worden gemaakt, bijvoorbeeld over de manier van aanbesteden. Daarbij geldt niet voor iedereen het systeem van «no cure, no pay». Soms zal gelden «no cure, less pay».

Met betrekking tot de motie-Huizinga-Heringa over certificering merkt de minister op dat het niet de bedoeling is dat de gemeenten of andere opdrachtgevers alleen maar contracten mogen sluiten met gecertificeerde reïntegratiebedrijven. In de motie worden de minister en staatssecretaris verzocht om te bevorderen dat het zoveel mogelijk gebeurt. Het is verheugend dat al in 2001 in overleg met de Tweede Kamer besloten is dat de branche de ruimte krijgt om zichzelf te reguleren. Dat loopt goed. Inmiddels zijn al heel wat certificaten uitgereikt. Het is goed als de markt zelf kwaliteitskenmerken ontwikkelt. Dat hoeft de overheid niet wettelijk voor te schrijven. Wel heeft de overheid de ambitie om dat te bevorderen, daarin gesteund door de motie-Huizinga-Heringa. Het is de minister niet bekend dat het UWV zich weinig aantrekt van het al dan niet gecertificeerd zijn van een bedrijf. Het is goed mogelijk dat het UWV ook met niet gecertificeerde bedrijven afspraken maakt. Dat is natuurlijk iets anders dan dat het UWV aan de certificatie geen waarde hecht. De minister zegt toe de Kamer voor de begrotingsbehandeling nader te informeren over de stand van zaken op het punt van de vrijwillige certificering. Hij stelt vast dat deze gang van zaken de positie van Kliq niet in gevaar brengt.

Kliq heeft een reputatie als het gaat om het halen van resultaten bij de groep moeilijk plaatsbare arbeidskrachten. Die expertise zal ook benut worden binnen de markt. Het is geen goede zaak als de markt gesegmenteerd wordt in een open markt voor niet moeilijke gevallen en een gesloten markt voor moeilijke gevallen. De minister heeft de ambitie de markt zodanig te ordenen dat het voor de opdrachtgevers en voor de aanbieders aantrekkelijk blijft om moeilijk plaatsbare arbeidskrachten te reïntegreren. Daar moet de financieringsstructuur op afgestemd zijn. Het mag niet zo zijn dat de partijen per saldo baat hebben bij afroming.

De minister gaat in op de vraag of het geld dat nu aan de doorstart van Kliq wordt besteed beter uitgegeven zou kunnen worden aan andere prioriteiten op reïntegratiegebied. Het is hier geen kwestie van de vraag waar het geld nog meer aan besteed zou kunnen worden. Het gaat erom dat de schade zo beperkt mogelijk wordt gehouden.

Nadere gedachtewisseling

De heer Algra (CDA) vreest dat de keuze voor het doorstartscenario negatieve consequenties heeft voor een groot aantal personeelsleden van oud Kliq. Uit het antwoord van de minister van Financiën blijkt dat het staatsbelang voorop staat. In het financieel overzicht in aanvulling op de brief van de minister van 26 augustus wordt voor het sociaal plan 34 mln euro uitgetrokken. De vakbonden zijn ervan overtuigd dat er een afspraak is gemaakt voor een sociaal plan van 28 mln euro. Waar wordt het verschil van 6 mln euro aan besteed? De belangrijkste afweging om te kiezen voor de doorstart van Kliq is voor de minister van Financiën de PM-post bij een faillissement, namelijk mogelijke vorderingen die boven de markt hangen. Die vorderingen gaan overigens wel mee naar nieuw Kliq. Mocht dat nieuwe bedrijf tegen de stellige verwachting van de minister van Financiën in alsnog kapseizen, dan hangt die PM-post nog steeds boven de markt. Die PM-post zou, zo redenerend, ook aan de kant van het doorstartscenario moeten staan. Er wordt geen duidelijkheid geschapen over de verkoop van nieuw Kliq. Het argument van de minister dat Solvus die intentie heeft, klinkt niet overtuigend. Zoals bekend heeft Solvus zich vorig jaar onttrokken aan de formule die was afgesproken en is er een nieuwe formule afgesproken. Feitelijk gebeurt nu hetzelfde.

De heer Algra betwijfelt of er wel meer duidelijkheid is over Kliq Employability. Wat betekent die employability voor de oplevering van Kliq? Hoeveel mensen moeten er nog uit op kosten van de verkoper? Hoe zit het met de afkoop van rechten voor de kosten van verkoper? Vallen die kosten weg tegen de opbrengst van 6 mln euro of zitten daar grote verschillen in? Wat gebeurt er bij verkoop met de compensabele verliezen?

Mevrouw Bibi de Vries (VVD) vindt het belangrijk dat er bancaire financiering is voor nieuw Kliq. Als er sprake was van een groot risico, zou een bank zijn nek niet uit willen steken. Zij wil graag meer duidelijkheid over de termijn van verkoop van Kliq. Wat bedoelt de minister met «zo snel mogelijk»? Wacht hij de jaarrekening af? Hebben de andere bedrijven die op de reïntegratiemarkt opereren een terecht punt als zij vinden dat zij achtergesteld worden bij Kliq, omdat Kliq gesteund wordt?

Mevrouw Van Gent (GroenLinks) vraagt of de positie van de 600 personeelsleden die bij Kliq blijven zeker gesteld is als het bedrijf verkocht wordt. Zij waardeert het dat de minister van Financiën de garantie geeft dat hij niet meer bij de Kamer zal aankloppen voor budgettaire voorzieningen voor Kliq. Zij kan zich vinden in de doorstart.

Mevrouw Noorman-den Uyl (PvdA) betreurt de gang van zaken met betrekking tot Kliq. De realiteit is echter dat Kliq alleen nog kans heeft als nieuw Kliq onder de voorwaarden die op tafel liggen. De waarborg die de minister van Financiën gegeven heeft, kan zij dan ook accepteren. Op welk moment wordt de Kamer geïnformeerd over het sociaal plan en de financiële dekking daarvan?

De minister van Financiën deelt mede dat de Kamer autorisatie zal worden gevraagd voor een aantal budgettaire posten bij de behandeling van de suppletore begrotingen. Dat zijn de afwikkelingskosten sociaal plan van 68 mln euro, waarvan nog 38 mln euro uit beschikbare middelen kan worden gedekt. Voor het gat van 30 mln euro zal een begrotingsvoorziening moeten komen. Daarnaast vindt er een vermogensstorting bij nieuw Kliq plaats van 15 mln euro, waarvoor ook een begrotingsvoorziening moet komen. Tevens zal er een garantievoorziening moeten komen – dus geen budgettaire voorziening– voor de achtergestelde lening van 10 mln euro.

De minister stelt dat voor het sociaal plan een bedrag van 34 mln euro is opgenomen. Dat bedrag is gebaseerd op een schatting. Het hangt er sterk van af of de afvloeiing betrekking heeft op mensen met een kort of een lang dienstverband. Het bedrag van 28 mln euro dat door de vakbeweging wordt genoemd, is door de regering nooit gehanteerd. Pas als duidelijk is wie blijven en wie vertrekken, is een dergelijk bedrag exact te bepalen.

Bij de bepaling van de waarde van nieuw Kliq volgens de prijsformule met Solvus spelen onder andere eventuele compensabele verliezen een rol. De belastingdienst zal nagaan wat wel en niet meegenomen wordt bij de overgang van Kliq. De minister voorziet geen extra afvloeiingskosten in verband met de verkoop van employability. Als het businessplan goed loopt zijn ook geen bijzondere kosten meer gemoeid met de overgang van Kliq naar een andere eigenaar. De eventuele overname van Kliq door Solvus, die pas kan plaatsvinden na de reorganisatie, zal op zijn vroegst volgend jaar plaatsvinden. Het kan ook een jaar later zijn. Het moet wel zo snel mogelijk gebeuren.

De minister stelt dat nieuw Kliq een volledig schone start maakt. oud Kliq kwam voort uit arbvo. Getracht wordt een en ander rondom oud Kliq netjes af te wikkelen. Er zijn geen nieuwe lijken in de kast voorzien. nieuw Kliq heeft geen connectie met arbvo en dus ook niet met de potentiële claim op de Staat vanwege de onenigheden over de kwestie van de schone overgang.

De minister is het er niet mee eens dat andere bedrijven op de reïntegratiemarkt achtergesteld worden omdat Kliq gesteund wordt in de reorganisatie. Het gebeurt ook bij niet-overheidsbedrijven wel dat de holding daar geld voor beschikbaar stelt. Die afweging is gemaakt. Er wordt 15 mln euro aan nieuw vermogen uitgetrokken in de verwachting dat er rond de 40 mln euro aan verkoopwaarde gerealiseerd wordt bij de verkoop van het bedrijf. Dat is een normale aandeelhoudersbeslissing. Uiteraard moet hier extra kritisch gehandeld worden, omdat de Staat een bijzondere aandeelhouder is. Vaak spelen bij de Staat nevenoverwegingen een rol, bijvoorbeeld de sociale component. Daarom wordt er met argusogen gekeken naar dit soort transacties door de Staat. De sociale component is hierbij niet aan de orde. Er is wel een fatsoenlijke afvloeiingsregeling getroffen. De minister blijft van mening dat hier gekozen is voor een zakelijke benadering.

Volgens het businessplan is de formatie van 600 afdoende. De formatie is afgestemd op de verwachte omzet. Als het concurrentievermogen van nieuw Kliq redelijk blijft, zijn geen nieuwe personeelsreducties meer nodig.

De minister deelt mee dat de gang van zaken rondom de overgang van oud naar nieuw Kliq zorgvuldig wordt gevolgd. Begin volgend jaar zal de Kamer worden geïnformeerd over de ontwikkelingen bij nieuw Kliq.

De voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Hamer

De voorzitter van de vaste commissie voor Financiën,

Tichelaar

De griffier van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Nava


XNoot
1

Samenstelling: Leden: Noorman-den Uyl (PvdA), Bakker (D66), Rouvoet (ChristenUnie), Bibi de Vries (VVD), De Wit (SP), Van Gent (GroenLinks), Verburg (CDA), Hamer (PvdA), voorzitter, Bussemaker (PvdA), Vendrik (GroenLinks), Mosterd (CDA), Smits (PvdA), Örgü (VVD), Weekers (VVD), Rambocus (CDA), De Ruiter (SP), Ferrier (CDA), ondervoorzitter, Bruls (CDA), Varela (LPF), Eski (CDA), Van Loon-Koomen (CDA), Aptroot (VVD), Smeets (PvdA), Douma (PvdA), Stuurman (PvdA), Kraneveldt (LPF) en Hirsi Ali (VVD).

Plv. leden: Depla (PvdA), Dittrich (D66), Van der Vlies (SGP), Blok (VVD), Kant (SP), Halsema (GroenLinks), Smilde (CDA), Verbeet (PvdA), Timmer (PvdA), Tonkens (GroenLinks), Omtzigt (CDA), Adelmund (PvdA), Van Miltenburg (VVD), Visser (VVD), Algra (CDA), Lazrak (SP), Vietsch (CDA), Hessels (CDA), Hermans (LPF), Van Oerle-van der Horst (CDA), Van Dijk (CDA), Wilders (VVD), Van Dijken (PvdA), Blom (PvdA), Kalsbeek (PvdA), Eerdmans (LPF) en Schippers (VVD).

XNoot
2

Samenstelling: Leden: Van der Vlies (SGP), Giskes (D66), Crone (PvdA), De Grave (VVD), Hofstra (VVD), De Haan (CDA), Bussemaker (PvdA), Vendrik (GroenLinks), Halsema (GroenLinks), Kant (SP), Eurlings (CDA), Blok (VVD), Ten Hoopen (CDA), ondervoorzitter, Smits (PvdA), De Pater-van der Meer (CDA), Van As (LPF), Tichelaar (PvdA), voorzitter, Gerkens (SP), Van Vroonhoven-Kok (CDA), Varela (LPF), De Nerée tot Babberich (CDA), Van Loon-Koomen (CDA), Fierens (PvdA), Aptroot (VVD), Blom (PvdA), Heemskerk (PvdA) en Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD).

Plv. leden: Rouvoet (ChristenUnie), Bakker (D66), Koenders (PvdA), Van Beek (VVD), Balemans (VVD), Kortenhorst (CDA), Van Nieuwenhoven (PvdA), Duyvendak (GroenLinks), Van Gent (GroenLinks), De Ruiter (SP), Mosterd (CDA), Snijder-Hazelhoff (VVD), Atsma (CDA), Dijsselbloem (PvdA), Omtzigt (CDA), Eerdmans (LPF), Noorman-den Uyl (PvdA), Van Bommel (SP), Jan de Vries (CDA), Hermans (LPF), Mastwijk (CDA), Rambocus (CDA), Samsom (PvdA), Luchtenveld (VVD), Smeets (PvdA), Douma (PvdA) en Bibi de Vries (VVD).

Naar boven