Aan de orde zijn de stemmingen over aangehouden moties, ingediend bij het debat over wapenexportbeleid en compensatiebeleid, te weten:

- de motie-Van Velzen over verbieden van investeringen in clustermunitie (22054, nr. 150);

- de motie-Van Velzen/Peters over niet afgeven van exportvergunningen voor chemicaliën geschikt voor dual use (22054, nr. 151);

- de motie-Van Velzen over aan de Kamer voorleggen van elk voornemen tot het afgeven van een wapenexportvergunning (22054, nr. 152).

(Zie vergadering van 29 oktober 2009.)

De voorzitter:

De motie-Van Velzen (22054, nr. 150) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat enkele Nederlandse financiële instellingen hun beleid ten aanzien van investeringen in clustermunitie hebben aangescherpt;

constaterende dat niet alle Nederlandse financiële instellingen hun beleid ten aanzien van het investeren in clustermunitie hebben aangescherpt;

verzoekt de regering, deze Nederlandse financiële instellingen te verbieden om te investeren in clustermunitie,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze gewijzigde motie is ondertekend door de leden Van Velzen en Van Dam. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 155 (22054).

De motie-Van Velzen (22054, nr. 152) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Kamer pas na afgifte van vergunningen voor wapenexport hierover geïnformeerd wordt;

van mening dat de Kamer vooraf ingelicht dient te worden over elk voornemen om een wapenexportvergunning af te geven wanneer deze een exportwaarde van meer dan 1 mln. omvat;

van mening dat gezien het grote belang voor vrede, veiligheid en mensenrechten, bij elke wapenexportvergunning de eindbestemming en het einddoel van de gebruiker (uitgezonderd NAVO-landen) duidelijk moet zijn, zodat Nederland altijd zicht heeft op de werkelijke eindbestemming en het indien nodig een vergunning kan weigeren;

verzoekt de regering, elk voornemen om een wapenexportvergunning af te geven wanneer de exportwaarde 1 mln. overschrijdt, drie weken vooraf ter goedkeuring voor te leggen aan de Kamer met duidelijke informatie over de eindbestemming van deze leverantie, zodat de Kamer kan besluiten om deze aanvraag stilzwijgend goed te keuren dan wel het besluit te stuiten en hierover het debat aan te gaan met de regering,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze gewijzigde motie is ondertekend door de leden Van Velzen en Van Dam. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 156 (22054).

Ik stel vast dat wij nu over de gewijzigde moties kunnen stemmen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Van Velzen/Van Dam (22054, nr. 155).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, de PvdA, GroenLinks, D66, de PvdD en de ChristenUnie voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van Velzen/Peters (22054, nr. 151).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, de PvdA, GroenLinks, D66 en de PvdD voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Van Velzen/Van Dam (22054, nr. 156).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, de PvdA, GroenLinks en de PvdD voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Voorzitter. Zou ik in alle nederigheid mogen vragen om een reactie op de aangenomen gewijzigde motie, oorspronkelijk op stuk nr. 150?

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet. Mevrouw Van Velzen, uw inleiding mag eigenlijk wel geschrapt worden.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven