Subsidieregeling voorschoolse voorzieningen 2020

 

Inleiding

Subsidie is een bijdrage van de gemeente aan een organisatie of instelling voor het organiseren van activiteiten die ervoor zorgen dat een bepaald maatschappelijk effect wordt bereikt in de samenleving. De gemeente ondersteunt via het verlenen van subsidies organisaties en instellingen zodat zij met elkaar zorgen voor een gevarieerd aanbod van activiteiten voor (de inwoners van) de Krimpenerwaard en die een bijdrage leveren aan de gemeentelijke doelen. De gemeente Krimpenerwaard verleent jaarlijks subsidie voor activiteiten aan organisaties en instellingen in de gemeente. Het college van burgemeester en wethouders besluit ieder jaar welke instellingen subsidie ontvangen.

 

Nieuw instrumentarium

Vanaf 2019 heeft de gemeente Krimpenerwaard een nieuw subsidie instrumentarium. De voorwaarden voor het aanvragen voor een subsidie zijn vastgelegd in de nieuwe Algemene Subsidieverordening gemeente Krimpenerwaard 2019 (ASV 2019). In deze verordening beschrijft de gemeente de procedure voor het verlenen en vaststellen van subsidies. De ASV is in te zien op www.overheid.nl.

 

Het college van burgemeester en wethouders heeft in aanvulling op de ASV gemeente Krimpenerwaard 2019 de subsidieregeling gemeente Krimpenerwaard 2020 vastgesteld.

De subsidieregeling geeft inhoudelijke invulling aan het beleid waar de gemeente voor staat en is een nadere regeling zoals bedoeld in artikel 3 van de ASV Krimpenerwaard 2019. Ook de subsidieregeling is in te zien op www.overheid.nl.

 

Specifieke regeling voor voorschoolse voorzieningen

Deze subsidieregeling is opgesteld voor kinderopvang opvangorganisaties die naast reguliere peuteropvang ook voorschoolse educatie aanbieden. Met de wet Harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk heeft ook een transitie plaats gevonden in de financieringsstructuur. Tweeverdieners kunnen per 1 januari 2018, ongeacht of ze gebruikmaken van kinderdagopvang, gastouderopvang of de peuterspeelzaal, kinderopvangtoeslag aanvragen. Ouders betalen een ouderbijdrage waarvan de hoogte afhangt van hun vastgestelde inkomen. De gemeente Krimpenerwaard stelt op basis van het door de rijksoverheid vastgesteld fiscaal maximumuurtarief de subsidiebedragen vast per kind. Dit maakt deze subsidieregeling tot een uitzondering met betrekking tot de andere subsidieregelingen van de gemeente Krimpenerwaard.

 

Jaarlijkse en eenmalige subsidies

De gemeente Krimpenerwaard kent met ingang van 2019 twee type subsidies te weten de jaarlijkse subsidies (voorheen structurele subsidies) en de eenmalige subsidies (voorheen incidentele subsidies). Eenmalige subsidies kennen een andere aanvraagprocedure dan jaarlijkse subsidies. Dit staat beschreven in de ASV Krimpenerwaard 2019.

 

Subsidieplafond

Deze subsidieregeling kent een eigen subsidieplafond voor het onderdeel reguliere peuters (peuters die geen VVE indicatie hebben). Dit plafond, welke is vastgesteld door de gemeenteraad geeft aan hoeveel financiële middelen beschikbaar zijn binnen deze regeling. Bij overschrijding van het subsidieplafond wordt het totaalbedrag evenredig over de voor subsidie in aanmerking te nemen aanvragen verdeeld. Dat betekent dat de individuele voor subsidie in aanmerking te nemen aanvragen elk met een gelijk percentage worden gekort.

 

1. Begripsbepalingen

  • a.

    Doelgroeppeuter: een peuter met een indicatiestelling voor voorschoolse educatie (VE) van Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD) Hollands Midden;

  • b.

    Inkomensverklaring: een officiële verklaring van de Belastingdienst met daarin inkomensgegevens over een bepaald belastingjaar.

  • c.

    Kinderopvang: de opvang van kinderen in de zin van de Wet kinderopvang;

  • d.

    Kinderopvangtoeslag: een tegemoetkoming van het Rijk in de kosten van kinderopvang;

  • e.

    Landelijk Register Kinderopvang (LRK): register waarin alle kindercentra, gastouderbureaus en voorzieningen voor gastouderopvang zijn opgenomen die voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen;

  • f.

    Maximumuurtarief: de maximale uurprijs voor dagopvang in een kindercentrum zoals vastgelegd in het Besluit kinderopvangtoeslag;

  • g.

    Opvangvoorziening: voorziening waar (VE) peuteropvang aangeboden wordt niet zijnde gastouderopvang of buitenschoolse opvang;

  • h.

    Ouder: ouder in de zin van de Wet kinderopvang;

  • i.

    Ouderbijdrage: financiële vergoeding die ouders moeten betalen voor de afname van peuteropvang. De hoogte van de ouderbijdrage wordt bepaald aan de hand van de tabel kinderopvangtoeslag van de Belastingdienst;

  • j.

    Ouderverklaring geen recht op kinderopvangtoeslag: een document waarop de ouder verklaart geen recht te hebben op kinderopvangtoeslag zoals bedoeld in artikel 1.1 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzaalwerk. Als bewijsstuk moet hierbij een Inkomensverklaring gevoegd worden. Zie punt 8.5.

  • k.

    Peuter: een kind in de leeftijd van 2 tot 4 jaar;

  • l.

    Peuteropvang: de opvang van peuters voor acht uur per week verdeeld over minimaal twee dagdelen waarbij een gestructureerd programma van voorschoolse educatie, gericht op ontwikkelingsstimulering en ter voorbereiding op de basisschool wordt aangeboden; waar nodig worden de uren voor 2 jarige peuters opgebouwd naar 8 uur per week.

  • m.

    VVE peuteropvang: de opvang van peuters voor minimaal zestien uur per week verdeeld over minimaal drie en maximaal vijf dagdelen waarbij aan doelgroep peuters een gestructureerd programma van voorschoolse educatie, gericht op ontwikkelingsstimulering en ter voorbereiding op de basisschool conform het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie wordt aangeboden;

  • n.

    Voorschoolse educatie (VE): educatie voor doelgroep peuters zoals bedoeld in de Wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie;

  • o.

    Voorschoolse voorziening: een voorziening voor kinderen van nul tot vier jaar aangaande opvang en educatie;

  • p.

    WKO: Wet kinderopvang;

  • q.

    Subsidie (VE) peuteropvang: subsidie waarbij de deelnemende peuter eenheid is van subsidie;

  • r.

    Subsidie scholingskosten VVE en VVE gerelateerde programma’s: deze subsidie per groep is bedoeld als kwaliteitsimpuls op de peuteropvang locaties.

  • s.

    Subsidieregeling: een nadere regeling zoals bedoeld in artikel 3 van de Algemene Subsidieverordening 2019 (ASV).

 

2. Maatschappelijk effect

Het sociaal emotionele, -culturele en cognitieve vermogen van peuters is vergroot. Door preventie en vroeg signalering gaan minder kinderen met een ontwikkelingsachterstand naar de basisschool.

 

3. Gemeentelijke doelen voor het verstrekken van subsidie op voorschoolse voorzieningen

De activiteiten moeten een bijdrage leveren aan een of meerdere van onderstaande doelen:

  • Peuters nemen deel aan een voorschoolse voorziening die voldoet aan de kwaliteitscriteria van de Wet innovatie en kwaliteit kinderopvang.

  • Peuters met een VVE indicatie volgen een VVE programma dat voldoet aan het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie.

  • Het voorkomen, vroegtijdig opsporen en aanpakken van taal- en onderwijsachterstanden bij peuters.

  • De ontwikkeling van (doelgroep)peuters wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling. Hierdoor wordt de kans vergroot op een start in het onderwijs zonder een achterstand.

  • Het behouden van voorschoolse voorzieningen in de kernen

 

4. Subsidiabele activiteiten

  • 1.

    Een aanbod van minimaal 8 uur per week peuteropvang aan peuters van ouders aantoonbaar zonder recht op kinderopvangtoeslag- waarbij de gemeente maximaal 8 uur per week subsidieert.

  • 2.

    Een aanbod van minimaal 16 uur per week VE peuteropvang aan doelgroep peuters van zowel ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag als ouders met recht op kinderopvangtoeslag – waarbij de gemeente maximaal 16 uur per week subsidieert.

  • 3.

    Subsidie ten behoeve van een kwaliteitsimpuls. Hieronder vallen scholingskosten VVE en VVE gerelateerde programma’s.

  • 4.

    De verleende subsidie kan ingezet worden om een peuter die maximaal 3 weken voor de vakantie vier jaar wordt, tot aan de vakantie te laten overbruggen om continuïteit te waarborgen voor het kind.

  • 5.

    De verleende subsidie kan bij uitzondering en deels ingezet worden om een peuter na zijn/haar vierde verjaardag langer op de peuteropvang te laten. Hierbij gelden de volgende uitgangspunten:

    • Er is geen sprake van kinderopvangtoeslag (deze loopt door tot het kind start in het basisonderwijs)

    • Er is sprake van een speciale zorgbehoefte waardoor het kind nog niet kan starten op het primair onderwijs. De zorgbehoefte is door een professional in beeld gebracht.

    • De mogelijkheid van een Sociaal Medische Indicatie Kinderopvang wordt in kaart gebracht

    • De onderwijsinstelling heeft een zorgplicht voor aangemelde kinderen.

    • De peuteropvang maakt samen met ouders, school en andere betrokken professionals een plan rondom het kind. (wat heeft het kind nodig om wel te kunnen starten in het primair onderwijs, wordt er extra zorg/begeleiding om het kind heen georganiseerd, hoe lang blijft het kind op de peuteropvang, hoe wordt de financiering vormgegeven.)

    • De gemeente wordt geïnformeerd bij het gebruik maken van deze uitzondering.

 

5. Toetsingscriteria aanvrager

Een opvangvoorziening komt uitsluitend voor subsidie in aanmerking wanneer:

  • a.

    de opvangvoorziening opvang verzorgt aan (doelgroep)peuters gevestigd in de gemeente Krimpenerwaard;

  • b.

    de opvangvoorziening op 1 januari 2020 voor het subsidiejaar 2020 ingeschreven staat als kinderdagverblijf in het LRK;

  • c.

    zowel peuteropvang als VE peuteropvang aangeboden wordt;

  • d.

    voor doelgroep peuters de aantekening voorschoolse educatie ‘ja’ aanwezig is bij de opvangvoorziening in het LRK;

  • e.

    voor doelgroep peuters wordt een aanbod gerealiseerd van minimaal 960 uur over 1,5 jaar voor peuters in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar;

  • f.

    de opvangvoorziening voldoet aan de basisvoorwaarden voor de kwaliteit van kinderopvang en de basisvoorwaarden voor de kwaliteit van voorschoolse educatie zoals opgenomen in de Wet Kinderopvang en het besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie en;

  • g.

    de opvangvoorziening werkt met een kind-volgsysteem en een landelijk erkend VVE programma.

 

6. Subsidiebedragen (VE) peuteropvang

De subsidiebedragen ten behoeve van de (doelgroep)peuters van de volgende groepen ouders luiden als volgt:

  • 1.

    Ouders met recht op kinderopvangtoeslag

    • a.

      Ouders met een peuter die naar de reguliere peuteropvang gaat, betalen een inkomensafhankelijke ouderbijdrage op basis van het door de rijksoverheid vastgesteld fiscaal maximumuurtarief over de eerste acht uur per week. De gemeente Krimpenerwaard subsidieert in dit geval het bedrag tussen het fiscaal maximumuurtarief en € 9,25 per uur over acht uur per week.

    • b.

      Ouders met een peuter die een VVE indicatie heeft, betalen een inkomensafhankelijke ouderbijdrage op basis van het door de rijksoverheid vastgesteld fiscaal maximumuurtarief over de eerste acht uur per week. De gemeente subsidieert in dit geval het bedrag tussen het fiscaal maximumuurtarief en € 9,25 per uur over acht uur per week. Acht uur aanvullend per week (in totaal zestien uur) is voor deze ouders gratis.

      De gemeente Krimpenerwaard subsidieert de aanvullende acht uur per week voor € 9,25 per uur.

  • 2.

    Ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag

    • a.

      Ouders met een peuter die naar de reguliere peuteropvang gaat, betalen een inkomensafhankelijke ouderbijdrage op basis van het door de rijksoverheid vastgesteld fiscaal maximumuurtarief over de acht uur per week. De gemeente Krimpenerwaard subsidieert in dit geval de aanvulling tot het fiscaal maximumuurtarief en het bedrag tussen het fiscaal maximumuurtarief en € 9,25 per uur over acht uur per week.

    • b.

      Ouders een peuter die een VVE indicatie heeft, betalen een inkomensafhankelijke ouderbijdrage op basis van het door de rijksoverheid vastgesteld fiscaal maximumuurtarief over de eerste acht uur per week. De gemeente Krimpenerwaard subsidieert in dit geval de aanvulling tot het fiscaal maximumuurtarief en het bedrag tussen het fiscaal maximumuurtarief en € 9,25 per uur over acht uur per week. Acht uur aanvullend per week (in totaal zestien uur) is voor deze groep gratis. De gemeente Krimpenerwaard subsidieert de aanvullende acht uur per week met € 9,25 per uur.

  • 3.

    Voor lid 1.b en lid 2.b is er een wettelijke aanbodverplichting van 16 uur per week VVE voor kinderen in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar. Instellingen mogen variëren in de vorm waarin zij dit aanbieden, maar mogen niet meer dan zes uur per dag aanbieden. Over een periode van 1,5 jaar moet er in totaal 960 uur voorschoolse educatie aangeboden zijn. Voor kinderen die al vóór 1 januari 2020 tweeënhalf waren en deelnamen aan voorschoolse educatie, geldt geen aanbodverplichting van 16 uur.

 

7. Subsidiebedragen kwaliteitsimpuls VVE

  • 1.

    Per peutergroep (locatie) kan er per jaar een subsidie worden aangevraagd ten hoogte van € 3.000,-.

  • 2.

    Deze subsidie is bedoeld voor scholingskosten VVE en VVE gerelateerde programma’s (kwaliteitsvergoeding).

  •  

8. Verplichtingen

  • 1.

    De opvangvoorziening bepaalt in hoeverre ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag in aanmerking komen voor subsidie en gebruikt daarvoor een Ouderverklaring geen recht op kinderopvangtoeslag.

  • 2.

    De opvangvoorziening rapporteert per half jaar cumulatief de volgende gegevens:

    • a.

      LRK nummer en adres

    • b.

      naam locatie opvangvoorziening

    • c.

      naam organisatie opvangvoorziening

    • d.

      Aantal peuters geïndiceerd of niet-geïndiceerd voor VE

    • e.

      Aantal peuters WKO of niet-WKO

    • f.

      Ouderbijdrage

  • 3.

    De gemeente kan steekproefsgewijs opvangvoorzieningen verzoeken aanvullende gegevens aan te leveren via beveiligde e-mail, bijvoorbeeld Cryptshare. De gegevens die de gemeente kan opvragen in aanvulling op artikel 8.2 zijn:

    • a.

      BSN peuter

    • b.

      Naam peuter

    • c.

      Adres peuter

    • d.

      Geboortedatum peuter

    • e.

      Startdatum van de plaatsing per peuter

    • f.

      Einddatum van de plaatsing per peuter, indien relevant

    • g.

      BSN ouder(s)

    • h.

      Naam ouder(s)

    • i.

      Ouderverklaring geen recht op kinderopvangtoeslag

    • j.

      Inkomensverklaring, zie punt 8.5 voor een toelichting.

  • 4.

    Op basis van de gegevens genoemd in artikel 8.2 en 8.3 toetst de gemeente de rechtmatigheid van de subsidieverlening. Na de rechtmatigheidstoets worden de persoonsgegevens genoemd in artikel 8.3 vernietigd.

  • 5.

    De opvangvoorziening toets aan de hand van de Ouderverklaring geen recht op kinderopvangtoeslag, in combinatie met een inkomensverklaring van de ouder(s), of een peuter in aanmerking komt voor een gesubsidieerde plek. Als dit om aantoonbare reden niet mogelijk is, kan er ander bewijs van inkomen worden opgevraagd. Dit kan zijn: salarisstrook, uitkeringsspecificatie, werkgeversverklaring, verklaring van schuldsanering etc.

    De opvangvoorziening houdt een administratie bij van de documenten aan de hand waarvan de toetsing recht op een gesubsidieerde plek is gedaan en van bevindingen van deze toetsing. De opvangvoorziening bewaart deze gegevens nog 3 jaar (na afloop van het subsidiejaar) en stelt deze gegevens beschikbaar aan de gemeente als de gemeente hierop een controle wil uitvoeren.

    De opvangvoorziening is niet verantwoordelijk voor de juistheid van de door ouders geleverde gegevens.

 

9. Resultaten – Wat moet de subsidie opleveren?

De activiteiten moeten een bijdrage leveren aan een of meerdere van onderstaande resultaten:

  • Voldoende aanbod voor peuters, regulier en VVE

  • Zoveel mogelijk peuters bereiken en toe leiden naar een voorschoolse voorziening

  • Goede aansluiting op de basisschool, peuters maken een goede start binnen het basisonderwijs

  • Goede kwaliteit van voorschoolse voorzieningen (kwaliteitszorg) waarbij het gebruikte VVE programma kinderen op vier ontwikkelingsgebieden (taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotioneel) stimuleert.

  • Kinderopvanginstellingen voldoen aan de basisvoorwaarden zoals aangegeven in het Besluit Basisvoorwaarden Kwaliteit Voorschoolse Educatie.

 

10. Indicatoren – Hoe meten we wat er bereikt is?

De volgende indicatoren (niet zijnde uitputtend) geven een indicatie of en in welke mate resultaten gerealiseerd zijn:

  • Het bereik (aantal peuters met en zonder VVE indicatie, aantal ouders met kinderopvangtoeslag)

  • Uitvoering van het VVE programma (interne kwaliteitszorg)

  • Resultaten van het VVE programma

  • Ouderbetrokkenheid

  • Doorgaande leerlijn

 

In de accountgesprekken met de kinderopvanginstellingen worden deze indicatoren in kaart gebracht en in een monitor verwerkt. Kinderopvanginstellingen leveren bij de subsidieverantwoording een jaarverslag aan waarin de VVE activiteiten en resultaten worden opgenomen.

 

Zoals in punt 8.2 van deze subsidieregeling opgenomen, rapporteert de kinderopvanginstelling halfjaarlijks de benoemde gegevens ten behoeve van het bereik en de financiële resultaten.

 

11. Verantwoording

  • 1.

    Bij subsidies tot € 50.000 dient de subsidieontvanger, uiterlijk 12 weken nadat de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht, een aanvraag tot vaststelling in. Deze aanvraag tot vaststelling bevat:

    • a.

      een inhoudelijk verslag waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht en aan de verplichtingen is voldaan;

    • b.

      een overzicht van de gesubsidieerde activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten (financieel verslag of jaarrekening). Uit het financieel verslag komt duidelijk naar voren welk budget besteed is aan:

      • Peuteropvang vroegschoolse educatie

      • Reguliere peuteropvang

      • Kwaliteitsimpuls VVE (scholing en VVE programma’s)

      • Verlengde peuteropvang

      • Uitzonderingen behorende bij artikel 4.5

  • 2.

    Bij subsidies van meer dan € 50.000 dient de subsidieontvanger, uiterlijk 12 weken nadat de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht, een aanvraag tot vaststelling in. Deze aanvraag tot vaststelling bevat:

    • a.

      Een inhoudelijk verslag waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht en aan de verplichtingen is voldaan;

    • b.

      een overzicht van de gesubsidieerde activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten (financieel verslag of jaarrekening). Uit het financieel verslag komt duidelijk naar voren welk budget besteed is aan:

      • Peuteropvang vroegschoolse educatie

      • Reguliere peuteropvang

      • Kwaliteitsimpuls VVE (scholing en VVE programma’s)

      • Verlengde peuteropvang

      • Uitzonderingen behorende bij artikel 4.5

    • c.

      Een balans van het afgelopen subsidietijdvak met een toelichting daarop; en

    • d.

      Een controleverklaring, opgesteld door een onafhankelijk accountant

  • 3.

    Alle ontvangen subsidies genoemd onder artikel 4 worden gebundeld in de aanvraag tot vaststelling.

 

12. Type subsidie

1. Jaarlijkse subsidie

 

13. Subsidieplafond

Het subsidieplafond voor de reguliere peuters in deze regeling is € 483.923,00.

Voor de kwaliteitsvergoeding is het subsidieplafond € 50.000,00.

Het budget voor peuteropvang plekken VVE wordt niet vastgelegd in een plafond. Het uitgangspunt is dat alle doelgroep peuters een VVE aanbod moeten krijgen.

Dit bedrag is onder voorbehoud van vaststelling van de begroting door de gemeenteraad en onder voorbehoud dat de specifieke uitkering van het Rijk, verstrekt door de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, aan de gemeente Krimpenerwaard toegekend wordt.

 

Bij overschrijding van het subsidieplafond wordt het totaalbedrag evenredig over de voor subsidie in aanmerking te nemen aanvragen verdeeld. Dat betekent dat de individuele voor subsidie in aanmerking te nemen aanvragen elk met een gelijk percentage worden gekort. Op het aangevraagde bedrag voor doelgroep peuters wordt niet gekort omdat de gemeente een wettelijke taak heeft in het voorzien van voldoende plekken voor VVE peuters.

 

14. Aanvraagtermijn subsidie

  • 1.

    Conform artikel 7.3 van de Algemene Subsidie Verordening 2019 wordt er voor de voorschoolse voorzieningen een afwijkende aanvraagtermijn aangehouden.

  • 2.

    Een aanvraag om een jaarlijkse subsidie wordt ingediend vanaf 1 juli en uiterlijk 1 september voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

 

15. Bevoorschotting en betaling

  • 1.

    Per kwartaal wordt een voorschot verstrekt ter hoogte van een vierde deel van de verleende subsidie.

  • 2.

    De subsidie wordt betaald aan het geregistreerde kindercentrum waarvan de kindplaats waarvoor subsidie wordt aangevraagd deel uitmaakt.

 

16. Intrekking oude subsidieregeling en overgangsrecht

  • 1.

    De subsidieregeling voorschoolse voorzieningen dd. juli 2018 wordt ingetrokken.

  • 2.

    De subsidieregeling voorschoolse voorzieningen dd. juli 2018 blijft van kracht voor subsidies die op basis van die subsidieregeling zijn aangevraagd.

 

17. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze subsidieregeling treedt in werking op 01-01-2020.

  • 2.

    Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling voorschoolse voorzieningen gemeente Krimpenerwaard

 

 

Referentiedocumenten

Notitie Onderwijsachterstandenbeleid 2018-2021

 

 

Vastgesteld door burgemeester en wethouders van Krimpenerwaard op 5 maart 2019

De secretaris, mw. mr. M. Plantinga

De burgemeester, mr. R.S. Cazemier

Naar boven