Gemeenteblad van Breda
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Breda | Gemeenteblad 2016, 19445 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Breda | Gemeenteblad 2016, 19445 | Verordeningen |
Afvalstoffenverordening Breda 2016
Burgemeester en wethouders van Breda maken bekend dat de gemeenteraad in zijn openbare vergadering van 4 februari 2016 de Afvalstoffenverordening Breda 2016 heeft vastgesteld.
De verordening wordt van kracht met ingang van de dag na die van deze bekendmaking.
Tegen het besluit tot vaststelling van de verordening is geen bezwaar of beroep mogelijk.
De raad van de gemeente Breda;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 december 2015;
gelet op artikel 10.23 van de Wet milieubeheer;
gezien het verslag van de inspraakprocedure;
§ 2. Huishoudelijke afvalstoffen
Artikel 4. Inzameling van afzonderlijke bestanddelen
Burgemeester en wethouders wijzen bij nadere regels bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen aan die ten minste eenmaal per vier weken dan wel als de vulgraad van de inzamelvoorziening dat vereist, nabij elk perceel binnen het grondgebied van Breda door de inzameldienst of een inzamelaar worden ingezameld.
Grof huishoudelijk afval en andere door burgemeester en wethouders in nadere regels aan te wijzen bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen worden tevens ingezameld bij het milieustation van de gemeente Breda.
Artikel 10. Wijze van aanbieding
Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen of bestanddelen daarvan ter inzameling aan te bieden bij of nabij een perceel, anders dan op de daartoe krachtens artikel 6 voorgeschreven plaats, dag, tijd, wijze of anders dan met gebruikmaking van de voorgeschreven inzamelmiddelen of inzamelvoorzieningen.
Artikel 11. Inzameling bedrijfsafvalstoffen door inzameldienst
Burgemeester en wethouders kunnen bij nadere regels bestanddelen van bedrijfsafvalstoffen aanwijzen die door een inzameldienst die is aangewezen krachtens artikel 2 worden ingezameld.
Artikel 12. Aanbieden ter inzameling van bedrijfsafvalstoffen
Het is verboden bedrijfsafvalstoffen aan te bieden, over te dragen of achter te laten ter inzameling door de inzameldienst, tenzij het bestanddelen van bedrijfsafvalstoffen betreft die zijn aangewezen krachtens artikel 11 en degene die gebruik maakt van de inzameling door de inzameldienst, een overeenkomst heeft gesloten met de inzameldienst.
Het is verboden zonder ontheffing van burgemeester en wethouders buiten het milieustation en buiten een inrichting als bedoeld in artikel 1.1 van de wet, hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu te veroorzaken, door een afvalstof, een stof of een voorwerp op of in de bodem te brengen, te storten, te houden, achter te laten of anderszins daar te plaatsen. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing.
Artikel 16. Zwerfafval rondom inrichtingen
Degene die een inrichting drijft waar eet- of drinkwaren worden verkocht die ter plaatse kunnen worden genuttigd draagt zorg voor de aanwezigheid in of nabij de inrichting, van een steeds voor gebruik door het publiek gerede en tijdig geleegde afvalbak of soortgelijk middel voor het houden van afval.
Artikel 17. Afval en verontreiniging op de weg
Degene die in strijd met het eerste lid de weg verontreinigt of het milieu nadelig beïnvloedt of diens opdrachtgever zorgt terstond na de beëindiging van de werkzaamheden van die dag voor het reinigen van de weg, of zoveel eerder als nodig is om de veiligheid van het verkeer of de bescherming van het wegdek te verzekeren.
Artikel 18. Geen opslag van afval in de open lucht
Het is verboden zonder ontheffing van burgemeester en wethouders afvalstoffen op een voor het publiek waarneembare plaats in de open lucht en buiten een inrichting als bedoeld in artikel 1.1 van de wet op te slaan of opgeslagen te hebben, anders dan door het in overeenstemming met paragraaf 2 van deze verordening aanbieden of overdragen van huishoudelijke afvalstoffen. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing.
Ontheffingen verleend krachtens de verordening bedoeld in artikel 22, eerste lid, blijven – voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken – nog gedurende één jaar na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht en worden beschouwd als een ontheffing als bedoeld in deze verordening.
Voorschriften en beperkingen opgelegd krachtens de verordening bedoeld in artikel 22, eerste lid, blijven – indien en voor zover de bepalingen ingevolge welke deze voorschriften en beperkingen zijn opgelegd, ook zijn vervat in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken – nog gedurende één jaar na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht.
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een vergunning op grond van de verordening bedoeld in artikel 22, eerst lid, is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvraag is beslist, wordt deze aanvraag beschouwd als een aanvraag tot aanwijzing, als bedoeld in artikel 3 van deze verordening.
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een ontheffing op grond van de verordening bedoeld in artikel 22, eerste lid, is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding nog niet op die aanvraag is beslist, wordt deze aanvraag beschouwd als een aanvraag tot ontheffing, als bedoeld in deze verordening.
Op een aanhangig beroep of bezwaarschrift, betreffende een vergunning of ontheffing als bedoeld in het eerste lid, dan wel voorschrift of beperking bedoeld in het tweede lid dat voor of na het tijdstip bedoeld in artikel 25 is ingekomen binnen de voordien geldende beroepstermijn, wordt beslist met toepassing van de verordening bedoeld in artikel 22, eerste lid.
De intrekking van de verordening als bedoeld in artikel 22, eerste lid, heeft geen gevolgen voor de geldigheid van op basis van die verordening genomen nadere regels en aanwijzingsbesluiten, indien en voor zover de rechtsgrond waarop de aanwijzingsbesluiten zijn gebaseerd ook vervat is in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2016-19445.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.