Toelichting Bomenverordening Lisse 2015
Lisse heeft als visie een leefbare, groene gemeente te willen zijn, waar bewoners en bezoekers door haar sterke, kleurrijke bomenkapitaal een positief welbevinden ervaren. Het Bomenbeleidsplan is het beleidsdocument waarmee Lisse het kapitaal aan bomen in de gemeente wil waarborgen, het belang van behoud en versterking van het bomenbestand wil vastleggen en concreet invulling hieraan wenst te geven.
Dit leidt tot een tweeledige doelstelling:
- –
behoudenswaardige bomen dienen beschermd te worden;
- –
het kwaliteitsniveau van het bomenbestand dient verhoogd te worden en voldoende ruimte te bieden om gewenste wijzigingen in het bomenbestand te kunnen realiseren.
Om deze doelstelling te kunnen bereiken, treft het gemeentebestuur diverse maatregelen. Voor wat betreft zijn juridische instrumentarium is de onderhavige bomenverordening van groot belang.
Toepassingsbereik: bebouwde kom
In artikel 2 van de Bomenverordening is voor wat betreft de toepassing aangesloten bij de definitie van bebouwde kom uit de Boswet. In dit verband geldt dat de Boswet hoger recht betreft en deze wet is gelet daarop van belang voor de reikwijdte van de Bomenverordening.
De Boswet heeft tot doel om bossen te beschermen. Onder de Boswet vallen bossen die buiten de bebouwde kom, zoals vastgesteld op grond van de Boswet, liggen. Daarbij gaat het om alle beplantingen van bomen die als geheel groter zijn dan 10 are en bomen in een rijbeplanting, als de rij uit meer dan twintig bomen bestaat.
In artikel 15 lid 1 van de Boswet staat dat aan andere openbare lichamen toekomende bevoegdheden ten aanzien van de onderwerpen, waarin deze wet voorziet, slechts worden beperkt door hetgeen hierna uitdrukkelijk is bepaald. Vervolgens staat in het tweede lid van dat artikel onder meer dat de gemeenteraad niet bevoegd is regelen te stellen ter bewaring van:
- a.
wegbeplantingen en eenrijige beplantingen op of langs landbouwgronden, beide voorzover bestaande uit populieren of wilgen, tenzij deze zijn geknot;
- b.
vruchtbomen en windschermen om boomgaarden;
- c.
fijnsparren, niet ouder dan twaalf jaar, bestemd om te dienen als kerstbomen en geteeld op daarvoor in het bijzonder bestemde terreinen;
- d.
Op grond van het derde lid van artikel 15 is de gemeenteraad niet bevoegd regelen te stellen ter bewaring van bossen en andere houtopstanden buiten de bebouwde kom, tenzij het gaat om de bewaring van houtopstanden op erven en in tuinen en beplantingen van bomen die als geheel kleiner zijn dan 10 are en bomen in een rijbeplanting, minder dan twintig bomen. Voor de laatste houtopstanden kunnen in beginsel dus wel regels worden gesteld. Dat doet de gemeenteraad van Lisse via artikel 2 lid 1 aanhef en onder b van deze verordening.
Gedifferentieerde boombescherming
In Lisse is sprake van een gedifferentieerde boombescherming. Bomen kunnen naar status worden ingedeeld in drie categorieën: waardevolle houtopstanden, structuurbomen en functionele bomen. Alleen voor de eerste categorie is een beschermingsregime in de onderhavige verordening opgenomen. Voor de twee laatste categorieën wordt door het college kapbeleid vastgesteld, zoals hierna apart wordt toegelicht.
Waardevolle houtopstanden
Waardevolle houtopstanden vormen de ‘top’ van het bomenbestand. Ze hebben een bijzondere waarde voor de leefomgeving. Het college bepaalt welke houtopstanden als zodanig worden gekwalificeerd en neemt ze op in de Lijst waardevolle bomen Lisse. Het college kan hiervoor beleidsregels opstellen. De lijst wordt elke drie jaar opnieuw vastgesteld.
Ontheffingsplicht voor het vellen van een waardevolle houtopstand
Voor de houtopstanden die zijn opgenomen op de lijst met waardevolle houtopstanden geldt dat een ontheffing van het college noodzakelijk is voor het kandelaberen, kappen, knotten, rooien, met inbegrip van verplanten, alsmede het verrichten van handelingen, zowel boven- als ondergronds, die de dood of beschadiging of ontsiering van de houtopstand tot gevolg kunnen hebben.
Alleen in uitzonderlijke gevallen
Omdat er sprake is van een ‘nee, tenzij’-regime voor wat betreft het vellen van beschermingswaardige houtopstanden, is gekozen voor een ontheffingsstelsel. Slechts in uitzonderlijke gevallen geldt dat het mogelijk is om een waardevolle houtopstand te kappen. Hierbij geldt dat sprake moet zijn van een zwaarwegende maatschappelijke reden, een situatie dat instandhouding niet langer verantwoord is.
Voor waardevolle houtopstanden geldt dus dat voor kappen maar niet zomaar toestemming wordt gegeven en dat een bepaalde mate van overlast dient te worden geaccepteerd. Overlast door vruchten en luizen of opdrukkende wortels kunnen in beginsel geen reden zijn voor het verlenen van een ontheffing. Indien plannen voor nieuwbouw of de aanleg van infrastructuur ter plaatse van een beschermde houtopstand reden is tot een ontheffingsaanvraag is, moet allereerst duidelijk zijn dat met de realisatie een zwaarwegend maatschappelijk belang is gemoeid. Individuele particuliere belangen of kleine maatschappelijke belangen kunnen dus niet tot velling van een waardevolle houtopstand leiden. Wel zou verplanting hoe dan ook een mogelijkheid kunnen zijn.
Advies boomtechnisch deskundige
Om te beoordelen of instandhouding niet langer verantwoord is danwel dat verplaatsing van een houtopstand mag plaatsvinden, dient de aanvrager van de ontheffing een advies te overleggen van een boomtechnisch deskundige.
In de artikelen 10 en 11 is onder meer een herplantplicht opgenomen om ervoor te zorgen dat het vellen ‘in natura’ wordt gecompenseerd. Een herplantplicht wordt in beginsel altijd als voorschrift aan een ontheffing verbonden. Alleen als herplant niet in redelijkheid op hetzelfde perceel of in de directe omgeving kan geschieden, kan ervan worden afgezien een herplantplicht op te leggen.
Met het tweede lid van de genoemde artikelen wordt beoogd om bij herplant zoveel mogelijk te streven naar herplant met vergelijkbare bomen voor wat betreft leeftijd, soort en dikte. Herplant dient zoveel mogelijk ter plaatse te gebeuren en indien dat niet mogelijk is, moet worden gezocht naar mogelijkheden om bomen in de directe omgeving te herplanten.
Heeft dit laatste geen resultaat, dan bepaalt het derde lid dat een bedrag gelijk aan de waarde van de herplant in de voorziening herplantplicht bomen gestort dient te worden. Deze voorziening wordt door het college in het leven geroepen. Artikel 10 lid 2 bevat de regel dat de gelden in de voorziening herplantplicht bomen slechts mogen worden gebruikt ten behoeve van de uitbreiding en handhaving van de in de gemeente bestaande houtopstanden.
Spoedeisend belang bij kap
De gemeenteraad neemt geen bevoegdheid op voor het college om toestemming te geven tot direct vellen in het belang van de openbare orde of veiligheid. De burgemeester beschikt terzake over toereikende bevoegdheden. Het algemene kapverbod geldt bij gebruikmaking daarvan op grond van de verordening dan niet.
Regeling overgang ontheffing
Uit artikel 2.25 Wabo volgt dat een omgevingsvergunning zaaksgebonden is. Bij overgang van de ontheffing moet de aanvrager danwel houder hier wel melding van maken bij het college.
Beleid voor structuurbomen en functionele bomen
Naast waardevolle bomen worden binnen het gemeentebestuur ook structuurbomen en functionele bomen onderscheiden. De eerstgenoemde categorie betreffen bomen die in eigendom zijn van de gemeente en die in hun samenhang met andere bomen een belangrijke bijdrage leveren aan de beeldkwaliteit. Bij functionele bomen gaat om gemeentelijke bomen die geen waardevolle of structuurbomen zijn.
Voor het door de gemeente kappen van structuurbomen en functionele bomen geldt op grond van de onderhavige verordening geen ontheffingsregime. Los hiervan worden door het college wel Beleidsregels voor bescherming van het bomenareaal van Lisse vastgesteld om te bepalen wanneer een tot de laatste twee categorieën behorende boom door de gemeente gekapt wordt. Daarbij is het uitgangspunt dat een structuurboom alleen wordt gekapt als dit geen of een positief effect heeft op de beeldkwaliteit. Voor het kappen van een functionele boom dient slechts een redelijk belang te bestaan.
Privaatrechtelijk kostenverhaal
Een op grond van deze verordening ingestelde strafvervolging laat onverlet de mogelijkheid van het instellen door de gemeente van een privaatrechtelijke vordering tot schadevergoeding wegens schade aan gemeentelijke houtopstanden.