Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Groesbeek 2015
Raadsbesluit
 
De raad van de gemeente Groesbeek;
 
Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 7 april 2015, nummer VB/Raad/15/00045;
 
Gelet op de artikelen 95, 96, eerste en tweede lid en 97 en 147 van de Gemeentewet, de artikelen 22, eerste lid, 23, eerste lid, 27a, vijfde lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders, en de artikelen 4, 7a, vierde lid, 13, tweede lid, 14, eerste lid, [en 15,] van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden;
 
Gezien de modelverordening van de VNG;
 
Overwegende dat het noodzakelijk is om, ter uitvoering van de rechtspositiebesluiten voor wethouders en raads- en commissieleden, een lokale verordening vast te stellen;
Besluit:
 
vast te stellen de
 
Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Groesbeek 2015
 
Hoofdstuk I Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
 
– commissie:
commissie ingesteld op grond van de artikelen 82, 83 of 84 van de Gemeentewet;
 
– commissielid:
lid van een commissie, bedoeld in artikel 1, onderdeel e, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden;
  • de Carrousel is een artikel 82 commissie. Onder commissielid wordt ook verstaan Carrousellid.
Hoofdstuk II Voorzieningen voor raads- en commissieleden
Artikel 2 Vergoeding voor de werkzaamheden voor raadsleden
De vergoeding, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, wordt uitgekeerd op basis van de benoeming en niet het aantal bijgewoonde raadsvergaderingen.
Artikel 3 Vergoeding voor het bijwonen van commissievergaderingen
  • 1.
    Aan commissieleden wordt een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van een commissie en haar subcommissies toegekend die gelijk is aan het voor de van toepassing zijnde inwonersklasse vastgestelde bedrag in tabel IV van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.
  • 2.
    In afwijking van het eerste lid ontvangt geen vergoeding degene die zitting heeft in een commissie uit hoofde van dan wel als rechtstreeks uitvloeisel van een functie bij een instelling die grotendeels van overheidswege wordt gesubsidieerd;
  • 3.
    Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op de leden van de commissie voor de behandeling van bezwaarschriften ex artikel 84 Gemeentewet, die als lid van deze commissie een vaste vergoeding voor de werkzaamheden als bedoeld in artikel 96 van de Gemeentewet ontvangen.
  • 3a.
    De in het vorige lid bedoelde vergoeding bedraagt € 238,00 voor de (plv) voorzitter van voornoemde commissie per bijgewoonde hoorzitting.
  • 3b.
    De in het vorige lid bedoelde vergoeding bedraagt € 162,00 voor de leden van voornoemde commissie per bijgewoonde hoorzitting.
    De in artikel 3 t/m 3b genoemde bedragen worden per 1 januari van elk jaar geïndexeerd aan het Consumenten prijsindexcijfer.
Artikel 4 Reis- en verblijfkosten (buiten het grondgebied van de gemeente)
  • 1.
    Aan raadsleden worden de ten behoeve van de gemeente gemaakte reis- en verblijfkosten in verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur vergoed.
  • 2.
    Aan commissieleden worden de reis- en verblijfkosten voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie vergoed.
  • 3.
    De vergoeding als bedoeld in het eerste en tweede lid is:
    • a.
      voor wat betreft de verblijfkosten gelijk aan het overeenkomstig in artikel 4, onderdeel c, van de Regeling rechtspositie wethouders bepaalde;
    • b.
      voor wat betreft de reiskosten gelijk aan het overeenkomstig in artikel 4, onderdeel a en b, van de Regeling rechtspositie wethouders bepaalde.
  • 4.
    De reiskosten worden voor ten hoogste één vergadering per dag vergoed.
  • 5.
    In afwijking van het eerste lid ontvangt geen vergoeding degene die zitting heeft in een commissie uit hoofde van dan wel als rechtstreeks uitvloeisel van een functie bij een instelling die grotendeels van overheidswege wordt gesubsidieerd.
  • 6.
    De reis- en verblijfkosten worden alleen vergoed als deze gedeclareerd worden overeenkomstig de bepalingen in deze verordening.
Artikel 5 Buitenlandse excursie of reis
  • 1.
    De gemeenteraad kan een delegatie uit de gemeenteraad of een raadscommissie toestemming verlenen voor een excursie of reis naar het buitenland als deze door of vanwege de gemeente wordt georganiseerd. De gemeenteraad kan aan de toestemming voorwaarden verbinden.
  • 2.
    De in redelijkheid gemaakte reis- en verblijfkosten komen voor rekening van de gemeente.
Artikel 6 Scholing
  • 1.
    Raads- of commissieleden die aan scholing als bedoeld in artikel 13, eerste lid van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden willen deelnemen, die niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dienen daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de griffier.
  • 2.
    De aanvraag bedoeld in het eerste lid gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.
  • 3.
    Kosten van scholing die wordt georganiseerd door de beroepsvereniging van raadsleden of door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten komt altijd voor vergoeding door de gemeente in aanmerking als voldaan wordt aan de voorwaarden genoemd in het eerste lid.
  • 4.
    De gemeenteraad kan bij aparte verordening nadere regels stellen met betrekking tot de maximale vergoeding.
  • 5.
    Aanvragen die niet overeenkomstig de bepalingen in deze verordening worden ingediend komen niet voor vergoeding in aanmerking.
  • 6.
    In voorkomende gevallen beslist de vergadering van fractievoorzitters van alle in de raad vertegenwoordigde politieke groeperingen.
Artikel 7 Computer en internetverbinding
Raads- of commissieleden aan wie een computer of een tablet, bijbehorende apparatuur en software in bruikleen ter beschikking wordt gesteld, ondertekenen hiervoor een bruikleenovereenkomst met de gemeente.
Artikel 8 Werkkostenregeling
Gezien de Wet op de loonbelasting 1964 wijst de gemeente als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van die wet aan de vergoedingen en verstrekkingen als bedoeld in artikel 13a van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.
Hoofdstuk III Voorzieningen voor wethouders
Artikel 9 Reiskosten woon-werkverkeer
  • 1.
    Wethouders hebben recht op een vergoeding van de kosten voor woon-werkverkeer, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3 van de Regeling rechtspositie wethouders.
  • 2.
    Er bestaat maximaal twee keer per dag recht op een enkele reis vergoeding woon-werkverkeer.
  • 3.
    De reiskosten als bedoeld in het eerste lid worden alleen vergoed als deze gedeclareerd worden overeenkomstig de bepalingen in deze verordening.
Artikel 10 Zakelijke reiskosten
  • 1.
    Wethouders hebben recht op een vergoeding voor reis- en verblijfkosten voor reizen gemaakt voor de uitoefening van het ambt overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 van de Regeling rechtspositie wethouders.
  • 2.
    De reiskosten als bedoeld in het eerste lid worden alleen vergoed als deze gedeclareerd worden overeenkomstig de bepalingen in deze verordening.
Artikel 11 Dienstauto
Niet van toepassing
Artikel 12 Buitenlandse dienstreis
  • 1.
    Als de wethouders in het gemeentelijk belang een reis buiten Nederland maken worden de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reis- en verblijfkosten vergoed.
  • 2.
    Voor een reis in het gemeentelijk belang buiten Nederland, niet zijnde een reis naar een Europese instelling, is vooraf toestemming van het college vereist. De gemeenteraad kan aan deze toestemming voorwaarden verbinden.
Artikel 13 Computer en internetverbinding
De wethouders aan wie een computer / tablet, bijbehorende apparatuur en software in bruikleen ter beschikking wordt gesteld, tekenen hiervoor een bruikleenovereenkomst met de gemeente.
Artikel 14 Communicatieapparatuur
De wethouders aan wie communicatieapparatuur in bruikleen ter beschikking wordt gesteld tekenen hiervoor een bruikleenovereenkomst met de gemeente.
Artikel 15 Reis- en pensionkosten en verhuiskosten bij benoeming
De wethouders die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikken hebben ten laste van de gemeente aanspraak op vergoeding van:
  • a.
    reis- en pensionkosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 1 van de Regeling rechtspositie wethouders, en
  • b.
    verhuiskosten in verband met de benoeming als wethouder overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 van de Regeling rechtspositie wethouders.
Artikel 16 Werkkostenregeling
Gezien de Wet op de loonbelasting 1964 wijst de gemeente als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van die wet aan de vergoedingen en verstrekkingen als bedoeld in artikel 28a van het Rechtspositiebesluit wethouders.
Hoofdstuk IV De procedure van declaratie
Artikel 17 Betaling vaste vergoedingen
De betaling van de vergoeding voor werkzaamheden, de bezoldiging voor wethouders op grond van het Rechtspositiebesluit wethouders, de onkostenvergoedingen en declaraties geschiedt maandelijks of in maandelijkse termijnen als er sprake is van een vergoeding op jaarbasis tenzij het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, het Rechtspositiebesluit wethouders of de Regeling rechtspositie wethouders anders bepalen.
Artikel 18 Rechtstreekse facturering bij de gemeente
  • 1.
    Raads- en commissieleden en wethouders dragen ten behoeven van het vergoeden van kosten zorg voor rechtstreekse toezending van de factuur aan de gemeente.
  • 2.
    Verantwoording van de vergoeding door het raadslid, het commissielid respectievelijk de wethouder vindt plaats door een door het college vastgesteld formulier volledig in te vullen en te ondertekenen.
  • 3.
    Facturen komen alleen voor vergoeding in aanmerking als voldaan wordt aan de bepalingen in deze verordening.
  • 4.
    Het formulier wordt ter goedkeuring ingediend bij de griffier, respectievelijk de gemeentesecretaris, of een daartoe aangewezen ambtenaar.
Artikel 19 Declaratie van vooruit betaalde kosten
  • 1.
    De declaratie van de kosten die uit eigen middelen vooruit zijn betaald en de vergoeding van reiskosten met de eigen auto vindt plaats door gebruikmaking van een door het college vastgesteld formulier.
  • 2.
    Het formulier wordt binnen twee maanden na de betaling cq de datum van de gemaakte rit volledig ingevuld en ondertekend door het raads- of het commissielid respectievelijk de wethouder en ter goedkeuring ingediend bij de griffier, respectievelijk de gemeentesecretaris, of een daartoe aangewezen ambtenaar, onder bijvoeging van de bewijsstukken.
Artikel 20
Niet van toepassing.
Hoofdstuk V Overgangsbepalingen
Artikel 21
Niet van toepassing.
Hoofdstuk VI Citeertitel en inwerkingtreding
Artikel 22 Intrekking/vervallen verklaring oude regeling
Op het moment dat deze verordening in werking treedt worden de volgende verordeningen vervallen verklaard:
  • de Verordening voorzieningen wethouders, raads- en commissieleden, vastgesteld door de raad van gemeente Millingen aan de Rijn op 29 januari 2004 en zoals deze daarna is gewijzigd;
  • de Verordening Rechtspositie Raads-, Advies en Commissieleden 2010 gemeente Ubbergen, vastgesteld op 15 april 2010 en zoals deze daarna is gewijzigd;
  • de Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden Groesbeek 2014, vastgesteld door de raad van gemeente Groesbeek op 28 november 2013 en zoals deze daarna is gewijzigd.
Artikel 23 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2015.
Artikel 24 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Groesbeek 2015.
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Groesbeek op 25 juni 2015.

De raadsgriffier,

J.A.M. van Workum

De voorzitter,

H.W.C.G. Keereweer

Naar boven