34567 Voorstel tot wijziging van het Reglement van Orde, de Regeling financiële ondersteuning fracties Tweede Kamer 2014 en de Regeling vertrouwelijke stukken, met betrekking tot de vorming van fracties en met betrekking tot enkele bepalingen inzake de vaststelling van maximumspreektijden

Nr. 13 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 december 2016

In antwoord op uw verzoek van 7 december jl. om een reactie op de motie van het lid Klein1, ingediend tijdens een plenair debat over wijziging van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, bericht ik u als volgt.

Zoals ik onlangs in mijn antwoorden op schriftelijke vragen van het lid Klein heb laten weten2, heb ik niet de indruk dat er misverstanden bestaan over het feit dat een eenmaal gekozen volksvertegenwoordiger niet juridisch gebonden is aan een door hem of haar voorafgaand aan de kandidaatstelling ondertekende verklaring, waarin hij of zij belooft geen zetelroof te zullen plegen. Voor aanvullende voorlichting op de instemmingsverklaring H 9 uit de Kies- en referendumregeling (waarmee kandidaten verklaren dat zij instemmen met hun positie op de betreffende kandidatenlijst) zie ik dan ook geen aanleiding. Ik ontraad het aannemen van de motie.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk


X Noot
1

Kamerstuk 34 567, nr. 9

X Noot
2

Aanhangsel Handelingen II 2016/17, nr. 604

Naar boven