31 288 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid

Nr. 1002 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Ontvangen ter Griffie op 23 december 2022.

De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur is aan de Kamer overgelegd tot en met 6 februari 2023.

De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur kan niet eerder worden gedaan dan op 7 februari 2023.

Bij deze termijn is rekening gehouden met de recesperiode van de Tweede Kamer

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 december 2022

Hierbij bied ik u aan het ontwerpbesluit tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit WHW 2008 in verband met het vervallen van de aanspraak van eerstejaarsstudenten in het hoger onderwijs en tweedejaarsstudenten aan lerarenopleidingen op het verlaagd wettelijk collegegeld. Voor de inhoud van het ontwerpbesluit verwijs ik u naar de ontwerpnota van toelichting. Zoals daarin en ook in de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel herinvoering basisbeurs hoger onderwijs uiteen is gezet, wordt € 170 miljoen van de met deze maatregel vrijvallende middelen gebruikt om de basisbeurs te verhogen en de aanvullende beurs te verbreden. Deze maatregelen zijn verankerd in het wetsvoorstel herinvoering basisbeurs hoger onderwijs (Kamerstuk 36 229).

De voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure, bedoeld in artikel 7.50a van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en biedt uw Kamer de mogelijkheid zich uit te spreken over het ontwerpbesluit voordat het aan de Afdeling advisering van de Raad van State zal worden voorgelegd en vervolgens zal worden vastgesteld.

Op grond van de aangehaalde bepaling geschiedt de voordracht aan de Koning ter verkrijging van het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State over het ontwerpbesluit niet eerder dan vier weken nadat het ontwerpbesluit aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd. Indien meer dan een vierde deel van die termijn binnen een recesperiode van uw Kamer valt, wordt de termijn zodanig verlengd dat drie vierde deel daarvan buiten die recesperiode van uw Kamer valt.

Er wordt gestreefd naar inwerkingtreding van het besluit met ingang van 1 september 2024.1

Een gelijkluidende brief heb ik heden gezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, R.H. Dijkgraaf


X Noot
1

Het is noodzakelijk het besluit zo spoedig mogelijk en uiterlijk voor studiejaar 2023–2024 te publiceren, zodat studenten voldoende tijdig op de hoogte zijn van de maatregel.

Naar boven