29 665 Evaluatie Schipholbeleid

Nr. 420 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 februari 2022

In de brief van 10 december 20211 is uw kamer geïnformeerd over onder meer de ontwikkelingen rondom het anticiperend handhaven op Schiphol, de vergunningprocedure ten aanzien van de natuurvergunning en het luchthavenverkeerbesluit Schiphol (lvb) en de aanpak voor geluid. In dezelfde brief is ook aangegeven dat aan een voorstel wordt gewerkt om uw kamer gedurende de loop van dit proces goed te informeren en tegelijkertijd recht te blijven doen aan de vertrouwelijkheidseisen die aan het vergunningverleningsproces zijn verbonden. In deze brief wordt dit voorstel nader toegelicht. Voorts wordt hiermee ingegaan op het verzoek van het lid Bouchallikh2 om het toesturen van juridische adviezen. Daarnaast wordt tegemoet gekomen aan het verzoek om te reageren op het bericht in de media dat in het kabinet grote zorgen zijn over Schiphol en dat het aantal vluchten mogelijk fors omlaag zou moeten. Ik stuur uw kamer deze brief mede namens de Minister voor natuur en stikstof, vanuit haar onafhankelijke verantwoordelijkheid voor vergunningverlening in het kader van de wet natuurbescherming.

Afweging verschillende belangen

In de besluitvorming over Schiphol moet het kabinet een complexe en evenwichtige afweging maken tussen verschillende publieke belangen. Daarnaast moet Schiphol beschikken over een natuurvergunning. Zoals ook omschreven in het coalitieakkoord (Bijlage bij Kamerstuk 35 788, nr. 77) zijn het Nederlandse vestigingsklimaat en onze economie gebaat bij een internationale luchthaven met een kwalitatief hoogwaardig netwerk van wereldwijde verbindingen. Het kabinet wil onze sterke hub functie behouden. Evenzeer onderkent dit kabinet ook de impact die Schiphol – als onderdeel van het centrum van de randstad – heeft op de directe (leef)omgeving en de wensen om extra woningen te bouwen. Er moet aandacht zijn voor het verminderen van de negatieve effecten van luchtvaart op mens, milieu en natuur. Omwonenden maken zich begrijpelijkerwijs zorgen over de geluidsoverlast en de luchtkwaliteit. Voor alle betrokkenen is het van belang dat duidelijkheid over deze onderwerpen niet te lang op zich laat wachten. Daarom heeft het kabinet uitgesproken dat hier in 2022 over wordt besloten.

Praktisch betekent dit dat de rijksoverheid, de regio en de sector zich inzetten om werk te maken van de leefbaarheid in het gebied rondom Schiphol. Er wordt bijvoorbeeld ingezet op maatregelen om de gevolgen van geluidbelasting aan te pakken en om de geluidbelasting van de luchtvaart aan de bron te verminderen. Door de sector wordt hier ook op verschillende manieren aan gewerkt, zoals bijvoorbeeld met het actieplan (ultra)fijn stof, het akkoord duurzame luchtvaart, het actieprogramma stikstofreductie en het uitvoeringsplan hinderreductie (zie voor meer informatie: www.minderhinderschiphol.nl).

Ook de impact van de luchtvaart op de natura 2000-gebieden speelt een rol voor de luchthaven. Daarom werkt Schiphol aan het verkrijgen van een natuurvergunning. Dit is een complex (juridisch) proces, dat ten doel heeft te voldoen aan de wet natuurbescherming (wnb).

Ik ga hieronder verder in op de verschillende inhoudelijke onderwerpen en op de wijze hoe ik om wil gaan met het informeren van uw kamer, daarbij rekening houdend met zowel de nadrukkelijke wens hier open en transparant over te communiceren als de noodzaak van vertrouwelijkheid waar het gaat om het belang van de staat en derde-belanghebbenden.

Proces verschillende procedures

In de brieven van 3 november3 en 10 december 2021 is reeds ingegaan op de samenloop tussen de lopende procedures ten aanzien van het lvb en de natuurvergunning.

Luchthavenverkeerbesluit

Het kabinet heeft begin 2021 het lvb in procedure gebracht en deze ter zienswijze voorgelegd. Met dit lvb worden de regels van het zogenaamde nieuwe normen- en handhavingsstelsel (nnhs) vastgelegd. Dit nieuwe geluidsstelsel levert per saldo het minste geluidsoverlast op voor omwonenden («strikt preferentieel baangebruik»). Met de vaststelling van het lvb komt er een einde aan het anticiperend handhaven van het nnhs door de ilt.

Natuurvergunning

Voor de exploitatie van Schiphol is een natuurvergunning een vereiste. De luchthaven is zelf primair verantwoordelijk voor de aanvraag daarvan. De Minister voor natuur en stikstof is bevoegd gezag voor deze vergunning. In de periode februari-maart 2021 heeft een ontwerpvergunning op grond van de wnb ter inzage gelegen. Lnv heeft de op de ontwerpvergunning ingediende zienswijzen beoordeeld.

Het doorlopen van deze vergunningsprocedure is complex en kost tijd. Hier wordt nog volop aan gewerkt door Schiphol en het bevoegd gezag. Het bepalen van de referentiesituatie voor de aan te vragen vergunning is ingewikkeld en vraagt zorgvuldigheid. Schiphol zal op termijn worden gevraagd om haar vergunningaanvraag aan te vullen. Naar verwachting zal Schiphol enkele maanden bezig zijn om deze informatie te verstrekken.

Om goed voorbereid invulling te geven aan elk scenario voorkomend uit de verdere behandeling van de vergunningaanvraag op grond van de wnb heb ik, vanuit mijn verantwoordelijkheid voor de inwerkingtreding van het lvb, parallel aan het traject van de natuurvergunning een onderzoek in gang gezet. Dit onderzoek heeft betrekking op welke maatregelen eventueel door Schiphol kunnen worden ingezet om de effecten op natura 2000-gebieden die mogelijk door Schiphol worden geraakt te mitigeren of compenseren. Hierbij wordt gekeken welke mitigatie- en/of compensatieopgave er in dat scenario voorligt en hoe het vervolgproces eruit kan zien. Daarbij wordt ingegaan op welke maatregelen op de luchthaven zelf kunnen worden genomen om stikstofdepositie aan de bron te beperken, maar ook welke bronnen in de omgeving oplossend vermogen kunnen hebben voor de eventuele stikstofopgave van Schiphol. Uiteraard zullen maatregelen binnen de bestaande juridische kaders moeten passen. Een definitief rapport naar aanleiding van dit onderzoek wordt opgesteld door Royal HaskoningDHV. Zodra het onderzoek gereed is zal ik dit aan uw kamer sturen.

Berichten in de media

Tijdens de procedurevergadering van de vaste commissie voor infrastructuur en waterstaat van 15 december 2021 heeft uw kamer een brief gevraagd over de berichtgeving in de media over Schiphol. In deze berichten wordt gemeld dat het kabinet grote zorgen zou hebben over Schiphol en dat het aantal vluchten mogelijk fors omlaag zou moeten. Ik heb deze berichten gezien. Ondanks dat hierover in december berichten in de media zijn verschenen, wordt zoals ook hierboven omschreven, nog hard gewerkt om alle informatie op orde te krijgen. Ik hecht sterk aan transparantie in dit proces. Het delen van voorlopige uitkomsten uit lopende onderzoeken, zoals bijvoorbeeld uit het hierboven genoemde onderzoek van Royal HaskoningDHV, acht ik echter niet opportuun.

Op de wijze waarop ik van plan ben u de komende periode verder te informeren en hoe ik daarbij met juridische procesadviezen zal omgaan, ga ik hieronder verder in.

Overige maatregelen

In de brief van 10 december 2021 is ook aangegeven dat er binnen de kaders van de luchtvaartnota (Kamerstuk 31 936, nr. 820) versneld wordt gewerkt aan een programmatische aanpak geluid Schiphol. Hierbij wordt onderzocht of maatregelen ingezet kunnen worden om de geluidbelasting van de luchtvaart aan de bron te verminderen, maar ook maatregelen voor omwonenden, zoals aanvullende gevelisolatie en flankerende maatregelen zoals innovatie worden onderzocht. Dit gebeurt vanuit het belang van de gezondheid van omwonenden en om bij te dragen aan het versterken van de brede leefomgevingskwaliteit in de omgeving van Schiphol. Zodra deze aanpak gereed is zal ik dit aan uw kamer toezenden.

Voorstel informeren kamer

Vanwege de hierboven omschreven complexe afweging tussen verschillende publieke belangen en het complexe proces rondom de natuurvergunning, waarbij vanzelfsprekend veel vragen leven in de kamer en in de maatschappij, vind ik het belangrijk om structureel inzicht te bieden in de voortgang van de oordeels- en besluitvorming over en de totstandkoming van het hiervoor relevante beleid. Hierbij wordt ook de stand van zaken van moties en toezeggingen betrokken. Waar relevant zullen deze stukken mede namens de Minister voor natuur en stikstof worden opgesteld. Uitgangspunt is uw kamer in het openbaar over het schipholdossier inlichtingen te verschaffen. Er blijft echter ook sprake van informatie die niet openbaar kan worden gemaakt. Mocht dit aan de orde zijn, dan zal uw kamer vertrouwelijk worden geïnformeerd.

De eerste voortgangsbrief ontvangt u dit voorjaar. Indien gewenst kan de kamer aanvullend in een technische briefing over de voortgang van het dossier worden bijgepraat.

Juridische adviezen

In reactie op het verzoek van het lid Bouchallikh waarin wordt gevraagd om uw kamer juridische adviezen toe te zenden betrekking hebbend op de berichtgeving om het aantal vluchten flink omlaag te brengen, bericht ik u dat de verschillende opties rond het anticiperend handhaven van het nnhs en de vergunningprocedure in het kader van de wnb zijn verkend. De informatie die over deze aangelegenheden in de opgestelde juridische adviezen is opgenomen, kan niet losgemaakt worden van het belang van de staat als mogelijke procespartij in een juridisch geding. Gelet hierop zijn deze adviezen aan te merken als juridische procesadviezen.

Vaste kabinetslijn is dat juridische procesadviezen niet aan het parlement worden verstrekt. Dit in tegenstelling tot algemeen juridische beleidsadviezen, waarvan de beleidslijn is dat deze wel actief aan uw kamer worden verstrekt als daarmee inzicht wordt geboden in de besluitvorming en die informatie niet (ook) in de openbaar gemaakte beslisnota over de betreffende aangelegenheid staat. Dit overeenkomstig de beleidslijn actieve openbaarmaking nota’s.

De reden dat juridische procesadviezen niet aan het parlement kunnen worden verstrekt, is omdat openbaarmaking van de juridische procesadviezen de procespositie van de staat jegens derde-belanghebbenden in het onderhavige dossier, maar ook in mogelijk toekomstige civielrechtelijke rechtszaken en bestuursrechtelijke procedures onevenredig nadeel kan berokkenen.

In de komende periode moeten de stappen worden gezet zoals eerder omschreven in de brief van 10 december 2021. Over de voortgang en het definitieve tijdspad om te komen tot een natuurvergunning en een lvb zal ik uw kamer via de eerstvolgende voortgangsbrief nader informeren.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers


X Noot
1

Kamerstuk 29 665, nr. 418.

X Noot
2

Handelingen II 2021/22, nr. 34, item 24.

X Noot
3

Kamerstuk 31 936, nr. 892.

Naar boven