27 484
Goedkeuring van het op 17 juli 1998 totstandgekomen Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof

nr. 10
MOTIE VAN HET LID VAN OVEN C.S.

Voorgesteld 14 maart 2001

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat het voor de geloofwaardigheid van het Internationaal Strafhof van groot belang is dat van oorlogsmisdrijven verdachte personen daadwerkelijk voor het Hof zullen verschijnen;

constaterende, dat in het voormalig Joegoslavië is gebleken dat het arresteren van oorlogsmisdadigers een moeilijke operatie is die de inzet van een gespecialiseerd arrestatieteam vereist;

constaterende, dat momenteel geen permanent internationaal en gespecialiseerd arrestatieteam bestaat voor het oppakken van oorlogsmisdadigers;

van oordeel, dat de vrijwillige inzet van staten die partij zijn bij het Internationaal Strafhof dan wel van de lidstaten van de Verenigde Naties niet altijd voldoende zal zijn;

van mening, dat regionale organisaties zoals de NAVO bij het arresteren van oorlogsmisdadigers mogelijk een rol hebben te spelen;

verzoekt de regering, binnen de Europese Unie in het kader van de vormgeving van de Europese Rapid Reaction Force in het verband van het EVDB te streven naar de oprichting van een aparte arrestatie-eenheid voor het arresteren, op verzoek van de aanklager bij het Internationaal Strafhof, van oorlogsmisdadigers,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Oven

Hoekema

Karimi

Naar boven