26 834 Socialeverzekeringspositie van grensarbeiders

Nr. 36 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 mei 2013

Tijdens het debat op 26 april 2012 naar aanleiding van een schriftelijk overleg over belastingen en Duitsland (Kamerstuk 33 000-IXB, nr. 13) heb ik de Tweede Kamer in reactie op de motie Bashir (Kamerstuk 33 000-IXB, nr. 21) toegezegd een brief te sturen over de fiscale aspecten van de grensarbeidersproblematiek. Met deze brief kom ik tegemoet aan de motie en geef ik invulling aan mijn toezegging.

In de brief van 26 juni 2012 heb ik uw Kamer geïnformeerd over de voortgang van de moties Omtzigt (Kamerstuk 33 000-IXB, nr. 19) en Van Vliet (Kamerstuk 33 000-IXB, nr. 22) over de Duitse Rente die inwoners van Nederland ontvangen van de Deutsche Rentenversicherung. Vervolgens zijn bij brief van 29 augustus 2012 (Kamerstuk 33 000-IXB, nr. 30) aanvullende vragen van uw Kamer beantwoord. Met deze brief kom ik tevens tegemoet aan de moties Omtzigt en Van Vliet.

Duitse Rente van de Deutsche Rentenversicherung

Van in totaal 62.749 personen die in Nederland wonen en een zogenoemde Duitse Rente ontvangen heeft de Belastingdienst van de Deutsche Rentenversicherung (DRV) gegevens ontvangen over het jaar 2012. Het eerder door mij genoemde aantal van ongeveer 45.000 personen is te verklaren doordat aan de zijde van de DRV’s sprake was van een systeemfout. Deze fout is inmiddels verholpen waardoor de resterende bestanden halverwege maart 2013 alsnog aan de Belastingdienst zijn toegezonden. Met de ontvangen gegevens is de Belastingdienst in staat om betrokkenen per standaardbrief te informeren over de juiste wijze waarop de Duitse Rente in de belastingaangifte moet worden ingevuld, zodat eventuele dubbele belastingheffing kan worden voorkomen. Deze brief is aan de meeste betrokkenen op 19 februari 2013 gezonden en op 26 maart 2013 heeft een nazending van de brief plaatsgevonden aan diegenen die door de DRV’s in de resterende bestanden zijn opgenomen. Ten slotte is op 11 april 2013 een brief gestuurd aan diegenen die van de Belastingdienst niet automatisch een uitnodiging tot het doen van aangifte ontvangen, maar mogelijk wel inkomensheffing zijn verschuldigd en om die reden alsnog verplicht zijn een aangifte in te dienen.

De brief bevat niet alleen informatie over de rubriek van de belastingaangifte waarin de Duitse Rente moet worden ingevuld en de wijze waarop de aftrek ter voorkoming van dubbele belasting wordt verkregen, maar ook informatie over de premie volksverzekeringen en de Zorgverzekeringswet en de wijze waarop bij de DRV’s een aanvraag kan worden ingediend om een tegemoetkoming te krijgen in de premiekosten voor de Nederlandse ziektekostenverzekering (Zvw en AWBZ) die over de Duitse Rente moet worden afgedragen.

De Duitse Rente is dit jaar voor het eerst opgenomen in de vooraf ingevulde digitale aangifte (VIA). Dat betekent dat belastingplichtigen bij het invullen van de belastingaangifte erop geattendeerd worden dat zij een Duitse Rente ontvangen en dat zij zelf alleen nog het bedrag moeten vermelden. In dit verband kan ik verder opmerken dat de Duitse Rente (net als de Belgische pensioenen) in 2013 een van de controlethema’s van de Belastingdienst is. Voor het belastingjaar 2013 is de bedoeling dat de bestanden van de DRV’s eerder aan de Belastingdienst worden uitgewisseld zodat ook het bedrag van de Duitse Rente vooraf in de rubrieken van de digitale aangifte wordt ingevuld.

Duitse belastingvrijstelling van de Duitse Rente in verband met dwangarbeid

Als gevolg van de overeenstemming met de Duitse staatssecretaris Beus om voormalige dwangarbeiders met een Duitse Rente op basis van bilaterale afspraken in aanmerking te laten komen voor Duitse belastingvrijstelling, komen er nog steeds meldingen van personen die als dwangarbeider in Duitsland hebben gewerkt. Ook zijn er verzoeken van nabestaanden van voormalige dwangarbeiders. Het aantal verzoeken neemt echter wel af. De samenwerking met het Duitse ministerie van Financiën verloopt goed. Als in een enkel geval het Finanzamt Neubrandenburg geen vrijstelling heeft verleend, leidt contact met het Duitse ministerie van Financiën ertoe dat de vrijstelling alsnog wordt gegeven. Ook de komende tijd blijft de mogelijkheid bestaan om een verzoek om vrijstelling aan te vragen.

Duitse tegemoetkoming (Zulage) van de DRV’s voor de premie AWBZ en bijdrage Zvw over de Duitse Rente

Op de website van de Belastingdienst (www.belastingdienst.nl ) is een link naar een aanvraagformulier opgenomen waarmee bij de DRV’s een aanvraag kan worden ingediend om een tegemoetkoming te krijgen voor de in Nederland verschuldigde ziektekostenpremies. De Belastingdienst wisselt vier keer per jaar automatisch gegevens uit aan de DRV’s over de in Nederland over de Duitse Rente verschuldigde ziektekostenpremies. Vervolgens moet de DRV deze gegevens verwerken en de Zulage vaststellen voor diegenen die hiervoor in aanmerking komt. Er kan daarom geruime tijd zitten tussen het moment dat de definitieve aanslag is opgelegd en het moment dat de Zulage is vastgesteld en wordt uitbetaald. Tussen de Belastingdienst en de DRV’s is overleg gaande om dit proces te versnellen. Op de site van de Belastingdienst staan voorbeelden van de berekening van de over de Duitse pensioenen verschuldigde premie AWBZ en bijdrage Zvw.

ABP-pensioenen en Duitse belastingheffing

Het Bundesministerium der Finanzen heeft op 27 april 2012 in een brief de bevoegde belastingautoriteiten van de Bundesländer geïnformeerd dat ABP-pensioenen van inwoners van Duitsland voor zover opgebouwd in Nederlandse overheidsdienst ter belastingheffing aan Nederland zijn toegewezen. Hiermee is de bevestiging gegeven van de overeenstemming die Nederland en Duitsland hebben bereikt om de (mogelijke) dubbele belasting over dergelijke overheidspensioenen op te lossen. Sindsdien zijn er geen berichten ontvangen over mogelijke dubbele belasting met Duitsland met betrekking tot de Nederlandse overheidspensioenen.

Verdragsverklaring vrijstelling inhouding loonbelasting/premie volksverzekeringen

Buitenlandse belastingplichtigen die inkomsten uit Nederland ontvangen die op grond van een bilateraal belastingverdrag ter belastingheffing aan de woonstaat zijn toegewezen, kunnen bij de Belastingdienst/Kantoor buitenland in Heerlen een verzoek doen om vrijstelling van inhouding van loonbelasting en premie volksverzekeringen. Deze vrijstelling kunnen zij aanvragen met een formulier dat op de site van de Belastingdienst staat. De Belastingdienst geeft vervolgens een zogenoemde verdragsverklaring af op grond waarvan de inhoudingsplichtige (de werkgever, de uitkeringsinstelling, het pensioenfonds of de verzekeraar) geen loonbelasting/premie volksverzekeringen hoeft in te houden op het loon, de uitkering of het pensioen. De geldigheidsduur van de verdragsverklaring is verlengd van drie jaar naar tien jaar. Deze verdragsverklaringen worden tussentijds ingetrokken als wijzigingen in de toepassing van het belastingverdrag dit noodzakelijk maakt. De komende tijd zal het formulier verder vereenvoudigd worden.

Keuzeregeling voor buitenlandse belastingplichtigen

Op 23 februari 2012 heb ik bekend gemaakt dat buitenlandse belastingplichtigen die 90% of meer van hun inkomen in Nederland verdienen, voortaan hypotheekrenteaftrek krijgen op dezelfde wijze als inwoners van Nederland. Deze wijziging biedt grensarbeiders rechtszekerheid en vereenvoudiging. Als is voldaan aan de zogeheten 90%-eis wordt een eenmaal verleende hypotheekrenteaftrek op grond van de inhaal- en clawbackregeling in de toekomst niet meer teruggenomen. De wijzigingen zijn opgenomen in het besluit van 2 juni 2012, Stcrt. 2012, 11800. Dit besluit is geactualiseerd in het besluit van 26 april 2013, Stcrt. 2013, 12466, waarbij nog enkele versoepelingen zijn opgenomen.

Tweejaarlijks overleg uitvoering compensatieregelingen

Artikel 27 van het Nederlands-Belgische belastingverdrag bevat een tweetal compensatieregelingen voor inwoners van Nederland die in dienstbetrekking werkzaam zijn in België. Op grond van aanbeveling 13 van het rapport van de Commissie Grensarbeiders II vindt er vanaf 2009 tweemaal per jaar overleg plaats over de uitvoering van de compensatieregelingen tussen het team grensarbeid van de Belastingdienst in Roosendaal en belangenbehartigers van grensarbeiders (Stichting Grensarbeid, FNV, CNV en ACV). Tijdens de bijeenkomst van 8 februari 2013 is gesproken over de gevolgen van de Wet uniformering loonbegrip (Wet ULB) voor grensarbeiders. Belangenvertegenwoordigers zien als knelpunt dat grensarbeiders met een aanspraak op een Belgische wettelijke ziektekostenverzekering als gevolg van de Wet ULB een lagere algemene en bijzondere compensatieregeling ontvangen. Zie hierna.

Uitbreiding termijn bijzondere compensatieregeling bij ontslag

In het besluit van 18 maart 2013, Stcrt. 2013, 810, is de tijdelijke uitbreiding van de termijn van zes maanden naar twaalf maanden verlengd tot 31 december 2013. De verlenging van deze termijn betekent dat de grensarbeider de bijzondere compensatieregeling niet verliest als hij binnen een termijn van ten hoogste twaalf maanden in de Belgische grensstreek aansluitend een nieuwe dienstbetrekking aanvaardt na onvrijwillig en volledig ontslag.

Gevolgen Wet ULB voor personen die onder een buitenlands ziektekostenstelsel verzekerd zijn

De inhouding van de inkomensafhankelijke bijdrage op het loon van de werknemer door de inhoudingsplichtige is met ingang van 1 januari 2013 komen te vervallen en vervangen door een inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet die de inhoudingsplichtige zelf is verschuldigd (artikel 42 van de Zorgverzekeringswet). Als gevolg van deze wijziging is ook de vergoedingsplicht van de bijdrage door de inhoudingsplichtige komen te vervallen. De werknemer is hierdoor minder loonbelasting verschuldigd. In artikel 11d van de Wet op de loonbelasting 1964 is verder geregeld dat bij de bepaling van de omvang van het loon van de werknemer geen rekening wordt gehouden met de door de inhoudingsplichtige verschuldigde inkomensafhankelijke bijdrage. Het loonbelastingvoordeel voor de werknemer is geneutraliseerd door verhoging van het belastingtarief van de eerste schijf.

Werknemers die over hun fiscale loon in Nederland belasting zijn verschuldigd, maar voor de ziektekosten onder een buitenlands sociaalzekerheidsstelsel verzekerd zijn, hebben niet het voordeel van het vervallen van de vergoeding van de inkomensafhankelijke bijdrage en daarmee op dit punt geen loonbelastingvoordeel. Zij hebben wel te maken hebben met de verhoging van het belastingtarief. Dit is het geval bij werknemers die vanuit het buitenland naar Nederland zijn gedetacheerd. Een vergelijkbaar effect doet zich voor bij inwoners van Nederland die in België in dienstbetrekking werkzaam zijn en recht hebben op de compensatieregeling van artikel 27 van het Nederlands-Belgische belastingverdrag. Zij vallen onder de Belgische wettelijke ziektekostenverzekering. De verhoging van het Nederlandse belastingtarief vermindert de compensatie.

Om het onderscheid tussen werknemers die onder de Nederlandse Zorgverzekeringswet vallen en werknemers die onder een vergelijkbaar buitenlands wettelijk stelsel vallen, weg te nemen, zal ik in een wetsvoorstel voor de buitenlandse situaties een aan artikel 11d van de Wet op de loonbelasting 1964 vergelijkbare bepaling opnemen. Vervolgens zal in het te actualiseren besluit van 7 april 2009, Stcrt. 2009, 76, voor het vaststellen van het loon naar Nederlandse fiscale maatstaven worden bepaald hoe voor (onder andere) de Belgische en Duitse ziektekostenregelingen de wettelijk verschuldigde bijdragen zich verhouden tot de bijdragen die verschuldigd zijn op grond van de Nederlandse Zorgverzekeringswet.

150 kilometergrens van de 30%-regeling

Met ingang van 1 januari 2012 komen ingekomen werknemers niet meer in aanmerking voor de 30%-regeling als zij (in meer dan twee derde van de periode van) 24 maanden voorafgaand aan de tewerkstelling in Nederland woonachtig waren op een afstand van minder dan 150 kilometer van Nederland. Hierdoor komen vooral grensarbeiders niet meer in aanmerking voor de 30%-regeling. Belangrijke overwegingen om de 150 kilometergrens in te voeren is dat in dergelijke situaties de forfaitaire vergoeding van kosten niet in verhouding staat tot de feitelijke kosten en dat ermee wordt voorkomen dat Nederlandse werknemers van de Nederlandse arbeidsmarkt worden verdrongen door lagere loonkosten van grensarbeiders. Tegen de 150 kilometergrens lopen inmiddels fiscale procedures. Rechtbank Breda 8 november 2012, nr. 12/02829, LJN: BY4061 oordeelt dat geen sprake is van strijd met het Europese recht, terwijl Rechtbank Haarlem 18 december 2012, nr. 12/03680 oordeelt dat wel sprake is van strijd met het Europese recht. Tegen de uitspraak van Rechtbank Breda is sprongcassatie ingesteld, zodat de zaak nu bij de Hoge Raad ligt. De advocaat-generaal bij de Hoge Raad heeft op 12 mei jl. (nr. 12/0577) overigens geconcludeerd dat de 150 kilometergrens niet in strijd is met het Europese recht.

Voorlichting nieuw belastingverdrag Nederland-Duitsland

Op 12 april 2012 heeft de ondertekening van het nieuwe belastingverdrag tussen Nederland en Duitsland plaatsgevonden. De beoogde toepassingsdatum van dit nieuwe verdrag is 1 januari 2014. Voor grensarbeiders en gepensioneerden bevat het nieuwe belastingverdrag belangrijke wijzigingen. Om vragen van deze doelgroepen adequaat te beantwoorden zal er omstreeks de maand mei/juni vooruitlopend op andere activiteiten een voorlichtingsbijeenkomst worden georganiseerd voor instanties die zich bezig houden met de voorlichting aan grensarbeiders in relatie tot Duitsland.

Nieuw belastingverdrag Nederland – België

Tijdens het algemeen overleg België van de vaste commissie Buitenlandse Zaken met Minister Timmermans op 4 april 2013 (Kamerstuk 33 550, nr. 2), is door dhr. Omtzigt (CDA) de vraag gesteld wat de inzet van de Nederlandse regering wordt bij de onderhandelingen van het nieuwe belastingverdrag met België. Op dit moment zijn de onderhandelingen over een nieuw belastingverdrag met België gaande. De onderhandelingen zijn gestart vanuit de wens van beide landen te komen tot een geactualiseerd belastingverdrag. In de Notitie Fiscaal verdragsbeleid 20111 worden de door Nederland gehanteerde beleidsmatige uitgangspunten bij verdragsonderhandelingen weergegeven. Deze uitgangspunten en de standpunten van uw Kamer naar aanleiding van deze notitie zijn bepalend voor de Nederlandse onderhandelingsinzet. Uiteraard zal ik uw Kamer informeren over de uitkomst van de onderhandelingen met België en zal uw Kamer in de gelegenheid zijn te reageren op het nieuwe belastingverdrag.

De staatssecretaris van Financiën, F.H.H. Weekers


X Noot
1

Kamerstuk 25 087, nr. 7

Naar boven