23 432
De situatie in het Midden-Oosten

nr. 108
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Vastgesteld 16 april 2003

De vaste commissies voor Buitenlandse Zaken1, voor Defensie2 en voor Europese Zaken3 hebben op 27 maart 2003 overleg gevoerd met minister De Hoop Scheffer van Buitenlandse Zaken en minister Kamp van Defensie over:

het verslag van de Europese Raad d.d. 20 en 21 maart jl. voor zover betrekking hebbend op Irak en de omliggende gebieden;

de brief van de minister van Defensie d.d. 24 maart jl. inzake de aanwezigheid van de Nederlandse overste Blom bij de persconferentie van generaal Franks op 22 maart jl.;

de brief van de minister van Buitenlandse Zaken inzake de laatste stand van zaken met betrekking tot Irak incluis de Nederlandse inzet in Turkije;

de brief van de minister van Buitenlandse Zaken d.d. 25 maart 2003, houdende antwoorden op schriftelijke vragen gesteld door de leden Van Bommel en Karimi over 1500 Turkse elite-eenheden in het noorden van Irak.

Van dit overleg brengen de commissies bijgaand beknopt verslag uit.

Vragen en opmerkingen uit de commissies

De heer Eurlings (CDA) is het eens met de politieke steun die de regering heeft uitgesproken voor het militaire ingrijpen in Irak door de coalitie onder leiding van de Verenigde Staten en Engeland. De militaire actie vindt haar legitimering in een aantal VN-resoluties, waaronder resolutie 687 van 3 april 1991 en de nieuwe resolutie 1441. Hij betreurt het dan ook dat landen als Frankrijk en Duitsland deze actie als illegaal betitelen. De politieke steun die Nederland heeft uitgesproken, houdt in het bieden van bescherming aan de burgerbevolking van Zuidoost-Turkije door inzet van de Patriots en het verlenen van «Host Nation Support», dat wil zeggen het voor Britten en Amerikanen openstellen van havens, vliegvelden en transportwegen. De CDA-fractie heeft een positieve grondhouding ten opzichte van aanvullende verzoeken door de Amerikanen, zoals het aflossen van Amerikaanse troepen bij reeds bestaande vredesoperaties, de zogenaamde «backfill». De operaties in Bosnië, Kosovo en Afghanistan mogen niet in gevaar komen door de militaire operatie in Irak. Het inzetten van Nederlandse militairen voor deze strijd kan slechts geschieden door instemming van een grote meerderheid in het parlement.

Er is de laatste tijd veel ophef ontstaan over mogelijke militaire operaties van Turkse troepen in het noorden van Irak. Het kan de territoriale integriteit van Irak, een van de uitgangspunten van de Europese Raad, in twijfel trekken en zou het Koerdenprobleem aardig kunnen opblazen. Er is een duidelijke taak voor Nederland weggelegd in dezen, onder andere vanwege de inzet van Nederlandse Patriots in Turkije. Nederland moet er bij de Turken op aandringen om deze weg niet op te gaan. Uit berichten in de pers heeft de heer Eurlings begrepen dat de premier deze boodschap duidelijk aan de Turken heeft overgebracht. Kan de minister daar meer duidelijkheid over geven? Zet hij deze lijn voort?

De heer Eurlings maakt zich grote zorgen over de verdeeldheid in Europa. Landen als Frankrijk en Duitsland hebben in tegenstelling tot Engeland aangegeven niet te willen meedoen aan een oorlog in Irak. Als gevolg daarvan is de positie van de EU op het wereldtoneel geërodeerd. De recente eurotop heeft daar nog aan bijgedragen, ondanks de Europese eensgezindheid over onderwerpen als de territoriale integriteit van Irak en de wederopbouw. Over de wederopbouw blijken de meningen van de Amerikanen en de Engelsen daarentegen verdeeld te zijn. Kan de minister daar wat meer over zeggen? Onlangs zijn Duitsland, Frankrijk en België met een voorstel gekomen om een kopgroep in de EU op buitenlands terrein te vormen. Heeft Nederland daar ooit informatie over gekregen? Is Nederland daarbij betrokken?

Tot slot maakt de heer Eurlings nog een tweetal opmerkingen. De behandeling van de krijgsgevangenen door Irak is een schaamteloze vertoning. De heer Van der Stoel heeft in dit verband waardevolle opmerkingen gemaakt over de wreedheden begaan door het Irakese regime. De CDA-fractie heeft haar verbazing uitgesproken over de aanwezigheid van de Nederlandse verbindingsofficier op het podium tijdens de persconferentie van generaal Franks. De minister van Defensie heeft daar echter snel en duidelijk op gereageerd en de heer Eurlings wil daar verder niet te veel woorden aan vuil maken.

De heer Van Bommel (SP) vraagt zich af waarom Nederland politieke steun geeft aan de onrechtmatige oorlog die de Amerikanen en de Engelsen zijn begonnen tegen Irak. De aanwezigheid van overste Blom bij de persconferentie van generaal Franks maakt duidelijk dat de Amerikanen het onderscheid tussen politieke en militaire steun niet begrijpen. Na de persconferentie is het Nederlandse standpunt nogmaals aan de Amerikanen uitgelegd. Heeft de regering de indruk dat de Amerikanen het Nederlandse standpunt nu wel begrijpen? Het standpunt is via de Nederlandse ambassade overgebracht aan de Amerikaanse autoriteiten. Waarom is dat niet gebeurd door de minister van Defensie, de minister van Buitenlandse Zaken of de premier? De hele wereld heeft nu via CNN een verkeerd beeld gekregen. Het zou dan ook logisch zijn als dat beeld wordt gecorrigeerd via hetzelfde medium in een persconferentie van de militair Franks. Waarom is niet gevraagd om het ontstane beeld op die manier te corrigeren? In de brief van de minister van Defensie van 24 maart 2003 staat dat op het ministerie maatregelen zijn getroffen om herhaling van een dergelijk optreden te voorkomen. Welke maatregelen zijn er genomen? Ten slotte schrijft de regering een actief voorlichtingsbeleid ter zake te voeren. Waar bestaat dat voorlichtingsbeleid uit? Waarom heeft de rest van de wereld daar nog niets van gemerkt?

Al met al krijgt de heer Van Bommel de indruk dat de Nederlandse regering het niet betreurt dat dit beeld ontstaan is. Er zijn Patriots in Turkije, terwijl Turkije klaarstaat om Noord-Irak binnen te vallen. Er zijn Nederlandse officieren aanwezig bij de Patriots in Koeweit, terwijl Koeweit dient als uitvalsbasis voor de oorlog. Nederland heeft zich bereid getoond om backfill te leveren, dat wil zeggen de gaten op te vullen die de Amerikanen elders laten vallen in de wereld. Ook wijst hij op de gereedstelling van ruim 300 militairen die binnen 72 uur uitgezonden kunnen worden. Volgens recente berichten zouden deze militairen al tijdens de oorlog kunnen afreizen. Is daar al over gesproken met de Amerikanen? Wordt hiermee geen verzoek uitgelokt? Hoe verhoudt deze actie zich tot de uitspraak van premier Balkenende dat het inzetten van mannen en vrouwen in deze oorlogssituatie alleen kan, als daarvoor een breed draagvlak bestaat in parlement en samenleving? Dat draagvlak is er niet. Hoe verhoudt deze voorbereiding op de inzet zich daarmee? Zijn er in het voorbereidende traject al verzoeken gedaan of is er al informatie gevraagd over de mogelijkheden tot het leveren van backfill, waar dan ook ter wereld? Is het juist dat de onderzeeër, die eerder in de Arabische Zee actief was in het kader van de missie in Afghanistan, nu in de Middellandse Zee ligt? Zo ja, wat doet die onderzeeër daar?

Inmiddels wordt pijnlijk duidelijk waar oorlog toe leidt: een humanitaire ramp, onder anderen voor de inwoners van Basra. Hoe denkt de Nederlandse regering die te voorkomen? Kofi Annan heeft geklaagd over tekortschietende middelen voor humanitaire hulpverlening. Er is slechts 34 mln dollar toegezegd, terwijl er maandelijks 123 mln dollar nodig is voor opvang, water en voeding. Waarom kiest de Nederlandse regering voor de gereedstelling van militairen voor humanitaire taken? Waarom wordt niet gekozen voor meer steun aan de vluchtelingenorganisatie van de VN, het Internationale Rode Kruis of de Arabische variant daarvan?

Volgens de brief van de minister van Buitenlandse Zaken van 26 maart is er op dit moment sprake van een beperkte Turkse militaire presentie in Noord-Irak, Iraaks Koerdistan. De media melden de aanwezigheid van 1000, 4000 en zelfs 10 000 Turkse manschappen. Wat houdt een beperkte militaire presentie in dat deel van Irak precies in? Het Turkse parlement heeft de krijgsmacht toestemming gegeven om Irak binnen te vallen indien de nationale veiligheid in het geding zou komen. De waarschuwing die is uitgegaan van de Europese Unie is dan ook volkomen terecht. Wat is de opvatting van de Nederlandse regering over die nationale veiligheid? Duitsland heeft heldere taal gesproken. Een inval van Turkije in Noord-Irak leidt tot terugtrekking van de Patriots en het AWACS-personeel (Airborne Warning and Control Station). Waarom geeft Nederland niet een dergelijk duidelijk signaal af?

In de brief van de minister van Buitenlandse Zaken staat voorts dat er nog geen sprake is van grote stromen vluchtelingen. Wel zijn er op dit moment 500 000 ontheemden in Noord-Irak. De hoge commissaris voor de vluchtelingen, Ruud Lubbers, pleit voor een Europese regeling voor de opvang van vluchtelingen en de Nederlandse regering steunt dat pleidooi. Wat zijn de concrete vorderingen op dat terrein? In Nederland is veel bezuinigd op de opvang van vluchtelingen, in de veronderstelling dat er minder asielzoekers naar Nederland komen en er minder behoefte is aan opvang. Dat kan op korte termijn veranderen. Worden Turkse dienstweigeraars nog steeds uitgezet naar Turkije? Vindt de regering dat aanvaardbaar gezien de huidige situatie? Moet er voor deze mensen geen moratorium komen? Bij Buitenlandse Zaken is er een speciale telefoonlijn ingericht voor vakantiegangers en familie van Nederlanders in de regio. Komt er ook een speciale lijn voor de Irakezen in Nederland die informatie willen over de feitelijke situatie in Irak?

Een van de doelen van de oorlog is volgens de brief van 26 maart 2003 de beëindiging van het regime van Saddam Hoessein, maar in de brief staat geen woord over berechting van Saddam Hoessein en leden van zijn regime. Vindt de regering een VN-tribunaal voor Irak een zinvol doel om na te streven? Is de regering bereid om de oprichting daarvan te bepleiten? Ook staat er niets in de brief over de uitweg die is geboden in de vorm van asiel voor Saddam Hoessein en leden van zijn regime. Dat mag geen vrijwaring van vervolging bieden.

Tot slot maakt de heer Van Bommel een tweetal opmerkingen. Binnen de EU wordt gesproken over de wederopbouw van Irak en de centrale rol die de VN daarbij moeten spelen, maar over de oorlog is men het niet eens geworden. De EU moet zich maar niet wagen aan buitenlandse politiek en al helemaal niet aan een eigen leger. In de brief van 26 maart wordt één woord angstvallig vermeden, namelijk het woord «oorlog». Wel gebruikt worden de woorden «campagne», «militaire actie» en «militair optreden». De naoorlogse situatie heet op pagina 5, de post-conflictfase. De heer Van Bommel roept de regering op om de dingen voortaan bij de naam te noemen.

Mevrouw Karimi (GroenLinks) wijst erop dat er nu al meer dan 1000 doden zijn gevallen in de oorlog met Irak en dat het aantal gewonden veelvuldig zal zijn. Er is een humanitaire ramp gaande in Basra en hetzelfde dreigt te gebeuren in andere steden. Deze oorlog is en blijft een onrechtmatige daad van agressie. Saddam Hoessein zal er alles aan doen om zijn huid duur te verkopen en de Irakese bevolking betaalt daarvoor de prijs. Volgens de laatste berichten houdt Saddam de mensen tegen die Bagdad willen ontvluchten, maar er zullen meer oorlogsmisdaden volgen. Nu al moet gewerkt worden aan de oprichting van een Iraktribunaal, niet alleen voor de misdaden van nu maar ook voor de misdaden van het regime van Saddam Hoessein van voorheen. Wat denkt de regering daaraan te gaan doen?

De bombardementen op burgerdoelen moeten worden veroordeeld. Een televisiestation is een civiel doel. Dat de televisie als propagandamiddel wordt gebruikt, is geen reden om een televisiestation plat te bombarderen. Het bombarderen van civiele doelen valt onder de noemer van oorlogsmisdaden. Heeft de Nederlandse regering deze bombardementen veroordeeld? Deze oorlog is een oorlogsverklaring aan het internationale recht en haar instituties. Hiertegen moet krachtig opgetreden worden. De Nederlandse regering heeft tot nu toe meegewerkt aan deze oorlog tegen het internationale recht door de agressie van de Amerikanen en de Britten rechtmatig te verklaren. Men moet niet wachten met het herstellen van de internationale rechtsorde tot het moment dat de oorlog voorbij is; daar moet nu al aan gewerkt worden.

De Nederlandse regering vindt dat de VS legitiem ten strijde trekken, maar dat vindt mevrouw Karimi niet te billijken. Het risico van deze oorlog is levensgroot. De Koerden voelen zich bedreigd door Turkije. Nu het erop aankomt om Turkije onder druk te zetten om niet in Noord-Irak te interveniëren, laat Nederland niets van zich horen. Nederland bevindt zich wel in de positie om daar iets over te zeggen vanwege de Patriots die Nederland in Turkije heeft gestationeerd. Heeft de Nederlandse ambassadeur in Turkije in duidelijke bewoordingen gemeld dat Nederland de militaire steun zal beëindigen in het geval van een grootschalige invasie van Turkije in Noord-Irak, dat wil zeggen dat de Patriots en het AWACS-personeel zullen worden teruggetrokken? Nederland moet in dit verband samen met Duitsland optrekken.

De Nederlandse regering heeft geweigerd mee te werken aan de voorbereidingen voor het geven van humanitaire hulp. Nu wordt de humanitaire hulp als propagandamiddel gebruikt en heeft USAid blijkbaar het monopolie. Deze vorm van humanitaire hulp moet worden voorkomen en veroordeeld, omdat humanitaire hulp per definitie neutraal moet zijn. Wie is verantwoordelijk voor humanitaire hulp? Waar blijven de VN-instellingen? Hoe kunnen de VS nu al contracten toekennen aan Amerikaanse bedrijven voor de wederopbouw van oliebronnen en de haven van Umm Quasr? Dit lijkt veel op een koloniale oorlog. De plannen van de VS voor de periode na de oorlog wijzen erop dat de VS Irak willen bezetten. Hiertegen moet krachtig stelling worden genomen. In de brief van de regering staat dat de regering zich inzet voor een centrale rol van de VN in de post-conflictperiode en een zo kort mogelijke interimfase onder militair bestuur. Kan de minister daar meer duidelijkheid over geven?

De fractie van GroenLinks is tegen iedere vorm van bezetting van Irak door de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk. Mevrouw Karimi begrijpt de aarzeling van sommige landen om met een VN-resolutie te komen voor de toekomst van Irak, omdat het een legitimatie achteraf van de oorlog zou kunnen betekenen. Zij vindt een Amerikaans bestuur in Irak echter nog veel ongewenster. De Irakese oppositie moet een belangrijke rol krijgen in de toekomst van Irak. Nederland mag door het erkennen van de mogelijkheid van een militair bestuur in Irak niet weer verdeeldheid creëren tussen de Europese partners. Is de minister het daarmee eens?

Mevrouw Karimi was buitengewoon verbaasd over de aanwezigheid van luitenant-kolonel Jan Blom op de persconferentie van generaal Franks op zaterdag 22 maart. De heer Blom heeft volgens de brief van de minister van Defensie van 24 maart om toestemming gevraagd en die heeft hij ook gekregen. De minister heeft blijkbaar geen greep op zijn personeel. Hoe is dat mogelijk? Denkt de minister dat hij het verkeerde beeld dat is ontstaan door die persconferentie heeft gecorrigeerd en dat hij afdoend heeft aangetoond dat Nederland geen militaire steun levert aan de oorlog?

De heer Dittrich (D66) vindt het ingrijpen van de Amerikanen en de Britten in Irak onrechtmatig, omdat het niet ondubbelzinnig wordt gelegitimeerd door een specifieke resolutie van de Veiligheidsraad. Het is van het grootste belang dat de wereldgemeenschap zich na afloop van de oorlog intensief bezighoudt met de wederopbouw van Irak en hij vindt dat de VN daar een cruciale rol in moeten spelen. Hoe schat de regering de houding van andere landen in? Zullen landen als Frankrijk en Rusland de VN die rol gunnen? Is hiervoor een nieuwe resolutie van de Veiligheidsraad nodig? Wat gebeurt er als de Fransen blijven zeggen dat een rol van de VN op basis van een resolutie de oorlog achteraf alsnog legitimeert en de Fransen dwars blijven liggen? Waarom verklaart de Europese Raad dat de VN leiding zouden moeten geven aan de leniging van humanitaire behoeften, maar gaat men nauwelijks in op de rol van de VN bij de wederopbouw? Er is een groot verschil tussen leniging van humanitaire behoeften en wederopbouw. De fractie van D66 vindt dat de regering zich actief moet inzetten om de Europese landen op dit punt op één lijn te krijgen. Wat denkt de minister daaraan te doen? Wat is het standpunt van de Nederlandse regering naar aanleiding van de Amerikaanse plannen om een interimbestuur in Irak onder leiding van Amerikaanse militaire functionarissen te benoemen totdat de Irakezen zichzelf kunnen gaan besturen? Vindt de regering niet dat zo'n interimbestuur onder auspiciën van de VN zou moeten staan? Welke stappen onderneemt de regering daartoe? Hoe reageert de Nederlandse regering op de contracten die Amerikaanse bedrijven nu al afsluiten om de infrastructuur in Irak te herstellen? Druist dat niet in tegen de gedachte dat de VN een leidende rol moeten hebben bij de wederopbouw?

In het begin van de week leek het alsof Turkije Noord-Irak was binnengevallen, maar later bleek het niet zo te zijn. De heer Dittrich denkt dat de Nederlandse regering de Turken er namens de EU op moet attenderen dat een inval in het noorden van Irak betekent dat Turkije het lidmaatschap van de EU wel kan vergeten. De Koerden hebben aangegeven dat zij geen onafhankelijke staat nastreven. Turkije heeft dus geen aanleiding om Iraaks territorium te schenden. Als Turkije lid wordt van de EU, dan grenst de EU aan Irak. Dat betekent dat het van het grootste belang is om een kruitvat daar te voorkomen.

Het Nederlandse dubbelbesluit om wel politieke, maar geen militaire steun te leveren aan de VS en het VK is nauwelijks uit te leggen. Zo heeft Tony Blair tijdens een debat in het Lagerhuis gezegd dat de Nederlandse regering «full support» had gegeven. Ook in een persbericht van Colin Powell wordt gerept van «full support» door de Nederlandse regering. Kort daarop stond luitenant-kolonel Blom op het podium tijdens de persconferentie. Daardoor is ten onrechte de indruk gewekt dat Nederland militaire steun verleent aan de Engelsen en de Amerikanen. Terecht heeft minister Kamp daar snel afstand van genomen. De vraag is alleen of dat voldoende is. Hoe is het mogelijk dat het personeel op Defensie niet de gevoeligheid heeft opgebracht om overste Blom te weigeren naar die persconferentie toe te gaan? Waarom ging hij daar op het podium staan? Kennen de Nederlandse militairen het verschil tussen politieke en militaire steun wel? De heer Dittrich vindt dat de Nederlandse regering meer moet doen om het beeld dat Nederland de oorlog in Irak ook militair steunt te herstellen. Wat gaat de regering nog ondernemen om die verkeerde indruk weg te nemen?

Tijdens de laatste NAVO-Raad schijnt de Nederlandse ambassadeur, de heer Patijn, een gloedvol betoog te hebben gehouden ter ondersteuning van de Amerikanen en de Britten. Daardoor werd de indruk gewekt dat Nederland ook militaire steun zou verlenen. In de brief gaat de regering daar nauwelijks op in. Daarin staat slechts dat de heer Patijn het Nederlandse standpunt heeft uitgedragen. De heer Dittrich zou dan ook graag beschikken over de instructies van de Nederlandse regering aan de ambassadeur en over de tekst die hij heeft uitgesproken. De fractie van D66 vindt het onacceptabel als er in de NAVO-Raad een verkeerde indruk is gewekt.

De heer Van der Staaij (SGP) vindt het militaire ingrijpen van de geallieerden in Irak juridisch en moreel gerechtvaardigd in het licht van de stelselmatige schoffering van de VN-resoluties door Saddam Hoessein en voorts dat men op dat standpunt moet blijven staan, ook als de oorlog langer gaat duren en moeilijker gaat worden. Hij staat dan ook achter de steunbetuiging door de Nederlandse regering, ondanks de vraagtekens die hij zet bij de ambivalentie: wel politieke, maar op voorhand geen militaire steun. Hij hoopt dat het toekomstige kabinet het daarover eens kan worden. Over een urgente kwestie als de oorlog in Irak moet in het toekomstige kabinet volstrekte eensgezindheid bestaan.

Het standpunt van het kabinet om wel politieke, maar geen actieve militaire steun te verlenen aan de inval in Irak schept gemakkelijk verwarring. Het tumult ontstaan rond de aanwezigheid van overste Blom op de persconferentie van generaal Franks is daarvan een illustratie. De brief van de minister van Defensie moet echter voldoende zijn om deze storm in een glas water tot bedaren te brengen. Uit niets mag blijken dat Nederland de oorlog in Irak militair steunt. De vraag is echter of de politieke steun van Nederland daardoor niet op de achtergrond dreigt te geraken. Dat zou evengoed voorkomen moeten worden. Waarom zijn de Irakese diplomaten niet het land uitgezet?

De heer Van der Staaij spreekt zijn zorgen uit over de ontwikkelingen in Turkije. De persberichten over het binnentrekken van Turkse troepen in Noord-Irak bleken niet juist te zijn. Terecht heeft Nederland de Turkse regering om opheldering gevraagd.

Op zichzelf is het positief dat de Europese Raad erin is geslaagd om met een verklaring te komen over het conflict in Irak. Daarbij is vooral gekeken naar de toekomst en naar de inbreng die Europa daarbij kan leveren. Er is gesproken over het belang van de territoriale integriteit en de soevereiniteit van Irak. Hoe wordt dit begrepen door de Europese landen die het gewapende ingrijpen in Irak niet legitiem vinden? De SGP-fractie steunt de gedachte van de Europese Raad om de VN een centrale rol te laten vervullen in het post-conflictproces, maar daarvoor moeten nu al voorbereidingen getroffen worden. Het viel de heer Van der Staaij op dat in de verklaring van de Europese Raad staat dat de VN een actieve rol moeten vervullen tijdens de huidige crisis. Wat moet hij zich daar precies bij voorstellen? Waarop wordt gedoeld?

De SGP-fractie vindt dat Nederland royaal moet bijdragen aan humanitaire hulp. Het geld dat is uitgetrokken voor het Rode Kruis is wat dat betreft een goed begin. De vluchtelingenstromen zijn tot nu toe beperkt gebleven, maar het is goed als er in Europees verband een duidelijke lijn wordt getrokken voor de opvang van vluchtelingen als de opvang in de regio door de UNHCR niet toereikend zal blijken te zijn. Hoe is de stand van zaken op dit moment?

Mevrouw Huizinga-Heringa (ChristenUnie) wijst erop dat haar fractie heeft gemeend steun te moeten verlenen aan het militaire ingrijpen in Irak en wat haar fractie betreft is dat geen voorwaardelijke steun. Steun is per definitie actief. Wat betekent steun als je er geen enkele consequentie aan wilt verbinden? Het incident rond overste Blom illustreert de onhoudbaarheid van het Nederlandse standpunt van politieke steun, maar het uitsluiten van militaire steun. De minister van Defensie heeft de zaak inmiddels tot de bodem uitgezocht. Hij heeft de Kamer een brief geschreven en daarmee is wat haar betreft de zaak afgedaan. Het besluit van de minister om drie Nederlandse officieren van Amerikaanse en Britse vliegdekschepen te halen vindt zij wat krampachtig.

Mevrouw Huizinga heeft begrepen dat de berichten over de samentrekking van een Turkse troepenmacht aan de grens met Irak elkaar tegenspreken. De Duitse regering heeft gezegd dat de Patriots uit Turkije zullen worden teruggetrokken als Turkije Noord-Irak binnentrekt. Wat is het Nederlandse standpunt in dezen? Worden de Nederlandse Patriots dan ook teruggetrokken?

Uit het verslag van de Europese Raad wordt duidelijk dat er nauwelijks is gesproken over de zaken waarover men het oneens is. Het doel is nu het bereiken van eensgezindheid op een aantal gebieden, zoals het GBVB (Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid), het versterken van het EVDB (Europees veiligheids- en defensiebeleid) en het trans-Atlantisch partnerschap. De vraag is hoe uitvoerbaar dat doel uiteindelijk zal blijken te zijn. Heeft de minister concrete ideeën over de manier waarop die eensgezindheid gestalte moet krijgen? Zal de minitop die Frankrijk, Duitsland en België nu beleggen een substantiële bijdrage leveren aan het herstel van de eensgezindheid?

Kofi Annan heeft voorgesteld om door te gaan met het Olie voor voedselprogramma en de Nederlandse regering heeft zich daarachter geschaard. President Chirac meent dat de VS en Groot-Brittannië daar niet meer aan mee mogen doen, omdat zij militair ingegrepen hebben in Irak. Hoe beoordeelt de minister van Buitenlandse Zaken die opstelling van Chirac?

In de brief van de minister van Buitenlandse Zaken valt te lezen dat de minister zich zal inzetten voor een EU-regeling voor Iraakse vluchtelingen. Wat houdt dat precies in? Betekent dit opvang van vluchtelingen uit Irak in Europa? Lijkt het dan niet erg op de motie die vorige week is ingediend die ertoe strekte de mogelijkheid te creëren om Irakese vluchtelingen in Nederland op te nemen, maar die helaas niet is aangenomen? Wat zal die EU-regeling precies inhouden voor Irakese vluchtelingen?

De Verenigde Staten hebben alle landen verzocht om Irakese diplomaten uit te wijzen. Nederland heeft daar geen gehoor aan gegeven. Hoe is daar in andere landen op gereageerd?

Het uitspreken van steun aan de oorlog in Irak heeft als consequentie dat Nederland zich tot het uiterste moet inspannen om de humanitaire gevolgen van die oorlog te bestrijden. Kan de minister uitleggen hoe het zit met de verschillende geldstromen die daarvoor beschikbaar worden gesteld?

De heer Koenders (PvdA) constateert dat oorlog altijd een nederlaag is. Om te voorkomen dat Saddam Hoessein zijn land heroverwint, moet Nederland de kant kiezen van degenen die deze oorlog zijn aangegaan. De grote vraag is nu hoe de internationale rechtsorde zo snel mogelijk kan worden hersteld en hoe de VN daarbij kunnen worden ingeschakeld. Wat is de Nederlandse inschatting over het verloop van de oorlog? Welke informatie krijgt Nederland daarover? Krijgt Nederland minder informatie, nu de regering heeft besloten om geen actieve militaire steun te leveren? Op welke wijze kan de minister een evaluatie maken van de basisprincipes van proportionaliteit en het internationale oorlogsrecht? De heer Koenders maakt zich zorgen over het bericht dat Saddam Hoessein zijn eigen mensen als schild wil gebruiken.

De heer Koenders heeft begrepen dat de humanitaire hulp de Irakese bevolking niet tijdig bereikt, omdat de VN pas laat zijn begonnen met de voorbereidingen. De EU heeft nu geld ter beschikking gesteld uit een speciaal noodfonds, maar het is volstrekt onduidelijk wat waar wanneer en op welke wijze terechtkomt en onder wiens auspiciën. Neutraliteit van humanitaire hulp is essentieel in verband met de acceptatie en de toekomst van de humanitaire hulpverlening. Human Rights Watch heeft duidelijk gemaakt dat er in de noordelijke gebieden grote problemen zijn met het bereik van de hulpgoederen. Welke informatie kan de minister de Kamer daarover geven?

De heer Koenders roept de regering op om Tony Blair te steunen in zijn niet aflatende ijver om de Verenigde Naties een rol van betekenis te laten spelen in Irak. Er moet zo snel mogelijk een internationaal en legitiem VN-bestuur komen, dat niet lang daarna zal worden overgedragen aan de bevolking. De discussie over de legitimiteit van de oorlog mag niet leiden tot een vertraging in de totstandkoming van een VN-bestuur. De politieke steun in de Veiligheidsraad voor de oorlog was weliswaar onvoldoende, maar dat mag de wereldgemeenschap er niet van weerhouden om na te denken over de toekomst van het Irakese volk. Hoever gaat de EU-verklaring op dit essentiële punt? De EU moet op dit gebied een forse rol spelen en zal in overleg moeten treden met de Engelse regering over de vraag hoe daar een nieuwe eenheid gesmeed kan worden. De minister van Buitenlandse Zaken kan op dit gebied een brugfunctie vervullen. De heer Koenders zou graag zien dat de Nederlandse regering met initiatieven komt ter versterking van het Europees veiligheids- en defensiebeleid. Europa zal meer zijn invloed moeten laten gelden voor de toekomst van de internationale rechtsorde.

De heer Koenders maakt zich grote zorgen over de ontwikkelingen in Turkije. Het Turkse parlement heeft ingestemd met een eventuele inval van het Turkse leger in Noord-Irak. Dat is een groot risico voor de toekomstige vormgeving van Irak. Daar moet de EU de Turkse regering op blijven aanspreken. Ook moet Turkije aangesproken worden op het punt van de vluchtelingen. Vluchtelingen mogen niet worden tegengehouden en ondergebracht in een door de Turken gecreëerde bufferzone. De heer Koenders maakt zich ook zorgen over de vluchtelingen aan de grens met Iran. Turkije en Iran moeten volgens het Vluchtelingenverdrag opereren.Wat zijn de laatste berichten van het Defense Planning Committee in de NAVO over Turkije?

De PvdA-fractie is tegen een actieve Nederlandse militaire bijdrage aan de oorlog met Irak, omdat daarvoor onvoldoende politieke steun in de Veiligheidsraad was. Wat is de functie van de onderzeeër die nu in de Middellandse Zee ligt? De verschillende operaties waaraan Nederland deelneemt, moeten wel strikt gescheiden blijven.

De aanwezigheid van overste Blom tijdens de persconferentie van generaal Franks vindt de heer Koenders een ernstige zaak. Hij wil er niet te veel woorden aan vuil maken, maar het mag natuurlijk niet weer gebeuren. Wat waren de precieze instructies aan overste Blom voor die persconferentie? De heer Koenders maakt zich zorgen over de politieke antenne van de mensen op Defensie. Wie was daarvoor verantwoordelijk? Hoe heeft de ambassadeur in Washington teruggerapporteerd over het Nederlandse standpunt?

De heer Van Aartsen (VVD) verwijst naar een boeiende passage in het verslag van de Europese Raad in paragraaf 69 over het belang van versterking van het trans-Atlantische partnerschap. Wat betekent die passage precies voor dit kabinet? Hoe zal het kabinet daar in de komende periode invulling aan geven? Staat het kabinet ook achter de frase over de fundamentele rol van de VN voor de handhaving van vrede en stabiliteit, ook in Irak, en dus achter de Britse premier, Tony Blair, die daarover in gesprek is met de Amerikaanse president? Het is overigens van belang om de VS te blijven betrekken bij de discussies over het trans-Atlantische partnerschap en het EVDB.

Op korte termijn zijn drie dingen van groot belang voor Irak: humanitaire hulp, het Olie voor voedselprogramma en een interimbestuur. Op die gebieden is een taak weggelegd voor Europa. Wat betreft de humanitaire hulp sluit de heer Van Aartsen aan bij de vragen die mevrouw Huizinga heeft gesteld. Het Olie voor voedselprogramma is op dit moment geblokkeerd. Wat kan Nederland doen om die blokkade te doorbreken? Het is een slecht voorteken dat Frankrijks en Duitslands houding in de Veiligheidsraad in eerste instantie er een van afwijzing was. De dialoog in Europa moet nu gaan over het tot stand komen van een interimbestuur in Irak. Er moet zo spoedig mogelijk, eigenlijk meteen na de verdwijning van het regime van Saddam Hoessein, een civiele presentie onder internationaal VN-gezag komen. Daarom moet de Britse premier door alle EU-landen worden gesteund in zijn streven om dit te bereiken. De Europese Unie is nu in de gevarenzone terechtgekomen en het is hoog tijd dat er een open debat wordt gevoerd over de relatie tussen de EU en de Verenigde Staten en over de betekenis van het toekomstige buitenlandse beleid van de Europese Unie.

De heer Van Aartsen vindt het jammer dat de Nederlandse ambassadeur bij de NAVO de mogelijkheid gemist heeft om heldere taal te spreken over de handelwijze van de Turkse regering. De EU heeft greep op de Turkse regering en die zal de EU ten volle moeten gebruiken. Ook Nederland bevindt zich vanwege zijn inspanningen op defensief gebied in de positie om daar iets over te zeggen. De heer Van Aartsen verwacht van het kabinet een heldere uitspraak over de Turkse houding.

In de brief van de minister van Buitenlandse Zaken van 26 maart staat dat er op dit moment geen sprake is van grote stromen ontheemden of vluchtelingen in Irak. Hoe weet de minister dat? De heer Van Aartsen vindt het jammer dat de staatssecretaris van ontwikkelingssamenwerking afwezig is bij dit debat. Inmiddels schijnen de vluchtelingenstromen wel op gang te zijn gekomen. Hoe gaat het kabinet daar straks mee om?

De heer Van Aartsen vindt het een goede zaak dat de EU het conflict in het Midden-Oosten boven op de agenda heeft gezet. Kan de minister ingaan op relatie tussen paragraaf 74 en paragraaf 78 van het verslag van de Europese Raad te Brussel?

De heer Van Aartsen is het ermee eens dat het gedoe rond overste Blom iets krampachtigs heeft. Dat is het gevolg van het ambivalente besluit van het kabinet om wel politieke, maar geen militaire steun te leveren. Hoe ziet het kabinet de taak van Nederland op militair terrein? De kabinetsformatie heeft een enorme invloed gehad op de stellingname van het kabinet van vorige week. De heer Van Aartsen roept de aanwezige bewindslieden op te waken voor «ver-Donnerisering» van het buitenlands beleid. De militaire steun betreft nu alleen nog «backfill». Sluit het kabinet de gedachte van een deelname aan een militaire stabilisatiemacht uit? Wat doet de Nederlandse regering als Nederland wordt verzocht om deel te nemen aan een militaire stabilisatiemacht?

De heer Herben (LPF) vindt het optreden van overste Jan Blom niet in lijn met het kabinetsbeleid. De minister van Defensie heeft echter maatregelen genomen om herhaling te voorkomen en wat de LPF-fractie betreft is de kous daarmee af. Wat blijft, is de controverse over het begrip «actieve militaire steun». Voorop staat dat het schrikbewind van Saddam Hoessein niet mag zegevieren, omdat dit een verbijsterende impuls voor het internationale terrorisme zal betekenen. Een gewonnen oorlog tegen Saddam Hoessein lost het probleem van het terrorisme niet op, maar een ondergrondse terreurbeweging zonder middelen, trainingskampen en geavanceerd wapentuig is een beheersbare klus voor politie en veiligheidsdiensten. Daarom moet Saddam Hoessein nu worden aangepakt.

Steun is altijd actief en altijd van militaire aard. Een backfilloperatie is actieve militaire steun. Het sturen van Patriots naar Turkije is feitelijk backfill op voorhand, anders hadden de Amerikanen zelf Patriots moeten sturen. Er vliegen Britse en Amerikaanse transportvliegtuigen en gevechtsvliegtuigen door het Europese luchtruim en Nederlandse verkeersleiders zijn daarbij betrokken. Het onthouden van deze steun is een blijk van politieke afkeuring en dat wil de Kamer niet. De LPF stelt dan ook voor dat Nederland er gewoon rond voor uitkomt dat het zijn bondgenoten steunt en dat impliceert logistieke en materiële steun van militaire aard. De beperking is dat Nederland geen gevechtstroepen of gevechtsvliegtuigen levert. Nederland valt Irak niet aan en is er dus niet mee in oorlog.

Het terugtrekken van de Patriots uit Turkije is uit den boze, al was het maar omdat de burgerbevolking dan aan gevaar zal worden blootgesteld. Dat neemt niet weg dat het gedrag van Turkije maatgevend zal zijn voor het oordeel over de toetreding tot de Europese Unie op langere termijn.

De lastige situatie waarin Nederland nu verkeert, heeft veel te maken met het feit dat Frankrijk en Duitsland vanaf de zijlijn commentaar hebben geleverd. Er is geen Europese vuist gemaakt. Als er een Europese troepenmacht was geweest, dan had Europa recht van spreken gehad. Daarom is het Europese veiligheids- en defensiebeleid zo belangrijk. Europa moet zich nu richten op de toekomst van Irak. Op dat gebied moet Europa weer de eenheid kunnen hervinden.

Ongeveer elf jaar geleden waren een Nederlands geniebataljon en een Nederlands bataljon mariniers actief bij de wederopbouw van Noord-Irak. De heer Herben gaat ervan uit dat het ministerie van Defensie zich op dit moment op een soortgelijke wijze voorbereidt. Juist na het conflict zijn er mensen nodig voor «peacekeeping». Wat dat betreft is er een nobele taak weggelegd voor de Frans-Duitse brigade. Is de minister van Buitenlandse Zaken bereid om dit voorstel te bespreken met zijn collega's?

De LPF-fractie heeft moeite met het percentage van 0,8% dat wordt besteed aan ontwikkelingssamenwerking. Is het mogelijk om 0,1% daarvan te besteden aan vredesoperaties?

Het antwoord van de bewindslieden

Ook de minister van Buitenlandse Zaken spreekt zijn zorgen uit over de ontwikkelingen in Turkije. Hij wijst er echter op dat er geen aanwijzingen zijn dat Turkse troepen Irak binnentrekken. Nederland heeft via verschillende kanalen – via een interventie van de Nederlandse ambassadeur in Ankara en in een gesprek van de minister van Buitenlandse Zaken met de Turkse ambassadeur – druk op Turkije uitgeoefend om Noord-Irak niet binnen te vallen. Vooral de gecombineerde politieke druk van de NAVO en de Verenigde Staten zal ertoe geleid hebben dat Turkije een gang naar Noord-Irak is gaan heroverwegen. Bovendien realiseren de Turken zich heel goed dat het toekomstig lidmaatschap van de EU hen verplicht om de Europese uitgangspunten te honoreren en daar past een interventie in Noord-Irak niet bij. De minister wijst er in dit verband nog op dat de Turken zich in 1991 veel inspanningen hebben getroost voor de vluchtelingen uit Irak.

De minister is er geen voorstander van om te dreigen met terugtrekking van de Patriots indien Turkije Noord-Irak binnenvalt. De Patriots zijn een defensief wapen dat door Nederland in NAVO-verband in Turkije is ingezet om de Turkse bevolking te beschermen tegen mogelijke raketaanvallen van het Irakese leger. In geval van Turks militair optreden in Noord-Irak, anders dan de huidige beperkte presentie, zal Nederland in NAVO-verband bezien of dat optreden gevolgen moet hebben voor de huidige in NAVO-verband getroffen voorzieningen. Gezien de huidige ontwikkelingen ziet de Nederlandse regering geen aanleiding om het bestaande beleid voor de Turkse dienstweigeraars aan te passen.

De verdeeldheid binnen de Europese Unie heeft er onder andere toe geleid dat het niet mogelijk was om in de Veiligheidsraad overeenstemming te bereiken over een aanval op Irak. Dat is in politieke zin een nederlaag. Tijdens de Europese top van 20 en 21 maart is een verklaring uitgegeven die uitgaat van een politieke band tussen de vijftien lidstaten van de Europese Unie. Daar is later over gesproken met de kandidaat-lidstaten en met Roemenië en Bulgarije. De wonden zijn echter nog niet geheeld. Het is de dure plicht van de Europese Unie om een eerlijk en open debat aan te gaan over de vraag hoe het mogelijk is dat Europa zo verdeeld is geraakt en hoe men weer tot elkaar kan komen. Het gaat erom dat de Europese Unie in de toekomst iets kan voorstellen. Een verdeeld Europa maakt geen enkele indruk.

De minister is niet enthousiast over het initiatief van België, Frankrijk, Duitsland en Luxemburg om te gaan praten over de Europese defensie. Hij wijst erop dat daar al goede gremia voor zijn in Europa, zoals Conventie en (IGC) Intergouvernementele Conferentie. Europa moet alles op alles zetten om het Europees veiligheids- en defensiebeleid op poten te zetten en het is nog maar de vraag is of dit initiatief daar een bijdrage aan levert. Daar komt bij dat deze discussie moeilijk los is te zien van de discussie over de positie van Europa in verhouding tot de Verenigde Staten. Nederland polst op dit moment de andere lidstaten van de EU om te kijken hoe de meningen zijn. De brede veiligheidsagenda zal uitgebreid aan de orde worden gesteld tijdens het Gymnichoverleg van de ministers van buitenlandse zaken in Griekenland. Daar is ook veel behoefte aan bij de kandidaat-lidstaten, die zich zorgen maken over de verdeeldheid binnen de EU. Zij zullen daar dan ook bij aanwezig zijn.

Volgens de laatste berichten is er nog geen sprake van grote stromen ontheemden in Irak. Daarvoor baseert de minister zich op rapportages van onder andere het Rode Kruis van 26 maart en van de UNHCR van 24 maart. Het probleem is dat de richtlijn Tijdelijke bescherming nog slechts in drie van de vijftien Europese lidstaten in wetgeving is omgezet. Ook Nederland heeft daarvoor nog een lange weg te gaan. Hoewel de richtlijn nog niet is geïmplementeerd, kan zij indien nodig toch worden toegepast, maar daar zal de Europese Commissie het initiatief toe moeten nemen. De richtlijn treedt overigens pas in werking op het moment dat er grote stromen ontheemden naar de Europese Unie komen. Opvang in de regio heeft uiteraard prioriteit. De Europese commissaris Vitorino van Justitie en Binnenlandse Zaken is op de hoogte van de Nederlandse opvattingen.

De minister heeft begrip voor het idee van het instellen van een Iraktribunaal, maar hij wijst erop dat het te zijner tijd aan de Iraki zelf is om te beslissen over het eventuele instellen daarvan.

In de brief die de minister in de eerste week van april naar de Kamer stuurt, zal uitgebreide informatie staan over de inspanningen van Nederland en andere landen op het gebied van de humanitaire hulp. De reden voor het late tijdstip van verzending is dat het Consolidated Interagency Appeal, een gezamenlijke inspanning van alle VN-organisaties, pas op vrijdag 28 maart wordt verwacht. Hangende die oproep heeft Nederland al 4 mln euro bijgedragen aan het Internationale comité van het Rode Kruis. Men moet zich goed realiseren dat Nederland al tot de grootste donoren van de vijf noodhulporganisaties behoort, te weten WFP (World Food Program), UNHCR (United Nations High Commissioner for Human Rights), UNICEF (United Nations Children's Fund), OCHA (Office for the Coordination of Human Affairs) en ICRC (International Committee of the Red Cross). Een ander punt dat in dit opzicht van belang is, is de rol die de internationale financiële instellingen moeten spelen bij de wederopbouw van Irak, Wereldbank en IMF. De minister wijst er in dit verband nog op dat Irak 11% van de wereldolievoorraden bezit. Uit de opbrengsten van die olievoorraden moet Irak heel goed in staat zijn om zelf de reconstructie te financieren.

De inzet van de Nederlandse regering is erop gericht dat de VN in de periode na de gevechtshandelingen de verantwoordelijkheid overnemen in Irak. De Nederlandse regering vindt dat de heer Blair op dit moment maximaal gesteund moet worden in zijn niet aflatende pogingen om ervoor te zorgen dat de VN zo snel mogelijk aan het werk kunnen gaan in Irak. Een Amerikaans bestuur in Irak gedurende langere tijd is ongewenst; er moet zo spoedig mogelijk een Iraaks bestuur komen. Daar is echter een resolutie van de Veiligheidsraad voor nodig. De minister hoopt dat de Veiligheidsraad in staat zal zijn om zijn verantwoordelijkheid op dit punt te nemen. Daar komt nog bij dat er een nieuwe resolutie moet komen voor het Olie voor voedselprogramma.

Een van de redenen waarom het woord «reconstructie» niet in de verklaring van de Europese Raad is gekomen, is dat een aantal landen de oorlog achteraf niet willen legitimeren, gezien de positie die zij van tevoren hebben ingenomen. De inzet van de EU moet er nu op gericht zijn dat de Veiligheidsraad een resolutie aanneemt die het de VN mogelijk maken om in de interimfase de benodigde maatregelen te treffen. Indien de VN een beroep op Nederland doen om deel te nemen aan een militaire stabilisatiemacht, dan wil de minister daar zeker geen «nee» tegen zeggen. Daarbij moet wel worden voldaan aan bepaalde voorwaarden, zoals de Kamer erbij betrekken op basis van artikel 100 GW en het toetsingskader. Hij hoopt overigens dat daar dan zoveel mogelijk Europese landen aan willen deelnemen.

Over de Nederlandse positie is volgens de minister geen onduidelijkheid ontstaan bij de Britten en de Amerikanen. Tijdens het debat in het Lagerhuis heeft premier Blair niet gezegd dat Nederland militair bijdraagt aan de oorlog in Irak. Hij heeft alleen gezegd dat Nederland «has strongly supported us». Ook de Amerikanen zijn op de hoogte van de Nederlandse stellingname. Nederland komt weliswaar voor in het rijtje van Spanje, Italië, Denemarken en Portugal, maar deze landen leveren evenmin als Nederland een militaire bijdrage. Op de website van het Witte Huis staat het volgende: «Hence, The Netherlands gives political support to the action against Saddam Hussein which has been started.» Nederland levert geen actieve militaire bijdrage, maar wel een bijdrage in de vorm van de Patriots en Host Nation Support.

De minister is het ermee eens dat het van cruciaal belang is om de Amerikanen te blijven betrekken bij de discussie over de transatlantische veiligheidsagenda en de vormgeving van het EVDB. Voorkomen moet worden dat de VS als gevolg van de Irakcrisis het multilaterale systeem definitief de rug toe keren. Aan het verzoek van de Amerikanen om de ambassade te sluiten heeft Nederland geen gehoor gegeven. De ambassade van Irak wordt pas gesloten als alle diplomaten gedragingen vertonen die niet in overeenstemming zijn met hun status. Dat wordt uiteraard nagegaan, maar daarvan is niets gebleken.

In paragraaf 74 van het verslag van de Europese Raad te Brussel wordt de kwestie van de nederzettingen aan de orde gesteld, te beginnen met een ontmanteling van de huidige «outposts» van nederzettingen en een stop op verdere nederzettingsactiviteiten. Daarnaast moet er direct een aantal andere maatregelen getroffen worden, zoals beëindiging van gewelddadige acties van Palestijnse kant en het gebruik van geweld in het algemeen, inclusief terroristische acties. In paragraaf 78 doet de EU een beroep op Israël om het nederzettingenbeleid terug te draaien. Dat is een oud probleem in het Israëlisch-Palestijns conflict dat bijzondere vermelding verdient. Paragraaf 78 moet zo gelezen worden dat het een element van 74 versterkt.

Op dit moment wordt in het kader van het Development Assistance Committee van de OESO gediscussieerd over de relatie tussen vredesoperaties, politieke en economische stabiliteit en ODA-financiering. Het kabinet probeert via de koninklijke weg, dus onder andere via de OESO, wat meer steun te vinden voor de stelling dat delen van vredesoperaties onder ODA-financiering gebracht kunnen worden. De discussie over dit onderwerp is dus nog gaande.

De minister van Defensie constateert dat sommige fracties weinig enthousiasme kunnen opbrengen voor het besluit van de Nederlandse regering om wel politieke steun te geven aan de strijd in Irak, maar geen actieve militaire deelname toe te staan. Hij wijst er echter op dat voor dat standpunt van de Nederlandse regering wel een Kamermeerderheid was te vinden. Het is zeker niet het duidelijkste besluit dat Nederland ooit genomen heeft, maar de besluiten van andere landen zijn niet per definitie duidelijker. Spanje heeft de oorlog uitdrukkelijk gesteund, maar dat land draagt op geen enkele wijze bij aan de oorlog in Irak. Duitsland heeft steeds gezegd niet te willen meedoen aan de oorlog in Irak, maar op dit moment vliegen boven Turkije wel AWACS-vliegtuigen die afkomstig zijn van een Duitse NAVO-basis. Bovendien zijn in Koeweit 60 Duitse militairen gestationeerd die deel uitmaken van een NBC-team (een team voor nucleaire, biologische en chemische wapens).

De Nederlandse regering heeft het besluit om alleen politieke steun te verlenen bewust genomen. Een van de overwegingen daarvoor is dat het nieuwe kabinet het beleid op die manier kan voortzetten. Er moet continuïteit zijn in de Nederlandse opstelling. De toezegging van Nederland om politieke steun te verlenen, betekent niet niets. Nederland is op veel plaatsen actief en draagt bij aan het oplossen van problemen overal ter wereld. De minister verwijst daarbij naar de F16's in Kirgizië, naar het fregat dat rond het Arabisch schiereiland vaart, naar de onderzeeër en naar het patrouillevliegtuig in het kader van Enduring Freedom. Er zijn 650 Nederlanders aanwezig in Afghanistan in het kader van ISAF; er zijn 110 Nederlandse militairen in Bosnië en 350 in Turkije. Daarnaast zijn er nog de Patriots in Turkije en Nederland verleent Host Nation Support aan de Amerikanen en de Engelsen.

De minister betreurt de aanwezigheid van overste Blom tijdens de persconferentie in Qatar ten zeerste. Het was een persconferentie over de militaire aanval op Irak en het geeft een totaal verkeerd beeld als een Nederlandse militair daar in gevechtskleding bij aanwezig is. De minister heeft daar dezelfde dag nog afstand van genomen en hij heeft uitgezocht hoe dat gekomen is. Inmiddels zijn maatregelen genomen om herhaling van dit soort betreurenswaardige incidenten te voorkomen. Overste Blom heeft gedaan wat van hem verwacht mocht worden. Hij heeft zijn probleem voorgelegd, maar hij heeft daarop helaas een verkeerde reactie gekregen. Dat is waarschijnlijk gebeurd omdat er op dit moment te veel op de mensen van Defensie af komt. Het personeel van het ministerie van Defensie beschikt over een zeer goede politieke antenne. Er worden weloverwogen besluiten genomen, alleen in dit geval is er iets misgegaan. Daarom is de aanwezigheid op het crisisbeheerscentrum van Defensie versterkt. Voor grote problemen is er altijd een hoofd van dienst beschikbaar en indien noodzakelijk wordt het probleem aan de minister voorgelegd. Ook is ervoor gezorgd dat de vragen die het Crisisbeheersingscentrum bereiken duidelijk zijn, evenals de reactie daarop. De Nederlandse ambassadeur heeft hierover contact opgenomen met de Amerikanen. Dit is de normale gang van zaken en de minister denkt dat verdere maatregelen niet nodig zijn.

Volgens een bericht in de Telegraaf zou Nederland bereid zijn om noodhulp te verlenen voordat de vijandelijkheden beëindigd zijn. Daar is echter geen sprake van. Er is nog geen verzoek gedaan om Nederlandse militairen daarvoor in te zetten en dus is er nog geen politieke besluitvorming aan de orde. De procedure is dat de minister van Buitenlandse Zaken in het kabinet een voorstel doet om een Nederlandse eenheid naar Irak te sturen voor noodhulp. Dan worden de voorwaarden voor uitzending besproken. Op het moment dat het besluit genomen is, moeten die mensen wel binnen drie dagen naar Irak kunnen gaan. Daarvoor zijn op het ministerie van Defensie de voorbereidende werkzaamheden verricht, bijvoorbeeld het inenten van de mensen die uitgezonden worden. Het gaat in dit verband om het DART-team (Disaster Assistance Response Team). Dat is een noodhulpverleningsteam dat in een crisis- of rampgebied de behoefte aan hulp inventariseert. Vervolgens wordt een besluit genomen over de daadwerkelijke inzet. Daarvoor is er een pool van ongeveer 300 militairen beschikbaar waaruit geput kan worden.

De Turkse autoriteiten hebben de Nederlandse regering gevraagd om Patriots te stationeren in Zuidoost-Turkije ter bescherming van de burgerbevolking, met name in Dyarbakir en Batman. Er is geen sprake van het terugtrekken van Patriots omdat koste wat kost voorkomen moet worden dat er honderdduizenden mensen sneuvelen door een scud met chemische of biologische lading.

In de zeeën rond het Arabische schiereiland zijn al enige tijd, bijna twee jaar, drie eenheden actief: een fregat, een onderzeeër en een maritiem patrouillevliegtuig. Er is afgesproken, en dat is de Kamer ook meegedeeld, dat de onderzeeër daar in het jaar 2003 vier maanden zou zijn in het kader van de operatie Enduring Freedom, de strijd tegen het terrorisme. De Amerikanen hebben de Nederlandse regering gevraagd haar principebereidheid om die onderzeeër daarheen te laten gaan te effectueren en dat heeft zij ook gedaan.

Naar aanleiding van het initiatief van Frankrijk, Duitsland en België merkt de minister op dat er onlangs een informele Raad is geweest van de ministers van Defensie in Athene en dat hem toen niets is gebleken van meningsverschillen over het EVDB. Er zijn voorstellen gedaan om stappen vooruit te zetten op die weg, men heeft de mogelijkheden verkend om die stappen te versnellen en daar is overeenstemming over bereikt. Binnenkort zal er weer een bespreking plaatsvinden. De minister begrijpt niet goed welke initiatieven er verder nog nodig zijn.

Nederland behoort niet tot de kleine kring van landen die door de Amerikanen zijn gevraagd om actief mee te doen aan de inval in Irak en later de wederopbouw. De Nederlandse regering beschikt dan ook slechts over informatie over de huidige ontwikkelingen. De Nederlandse regering heeft informatie uit open bronnen. Daarnaast beschikt zij over informatie vanwege haar politieke, diplomatieke en militaire contacten en die informatie wordt verzameld. Zo kan goed worden geanalyseerd wat er op dit moment gaande is. Het is echter onmogelijk om te voorspellen wat er gaat gebeuren en wat de ontwikkelingen zijn.

Nadere gedachtewisseling

De heer Van Bommel (SP) wijst erop dat het ministerie van Buitenlandse Zaken een telefoonlijn heeft geopend voor Nederlandse vakantiegangers en voor Nederlanders in de regio. Komt er ook een speciale telefoonlijn voor Irakezen in Nederland?

In de brief van de minister staat dat de nationale veiligheid voor de Turkse regering een overweging kan zijn om Irak binnen te vallen. Wat is de uitleg van de Nederlandse regering van het begrip «nationale veiligheid»?

De heer Van Bommel is het met de minister van Buitenlandse Zaken eens dat het in de eerste plaats aan de Iraki is om te besluiten tot het instellen van een Iraktribunaal. Gesteld dat blijkt dat zij daar niet toe in staat zijn. Is het dan volgens de Nederlandse regering een begaanbare weg om te komen tot een speciaal VN-tribunaal voor de berechting van Saddam Hoessein en leden van zijn regime?

Mevrouw Karimi (GroenLinks) vraagt zich af of het besluit om Patriots in Turkije te stationeren in eerste instantie geen bilateraal besluit was. Is de minister van Buitenlandse Zaken bereid om de Turkse regering in NAVO- en in EU-verband duidelijk te maken dat een inval in Irak zeker consequenties zal hebben?

De Amerikaanse regering heeft bepaalde Amerikaanse bedrijven al contracten gegund voor noodhulp, waardoor de neutraliteit van humanitaire hulp in gevaar komt. Wat vindt de minister van Buitenlandse Zaken daarvan?

De minister van Buitenlandse Zaken heeft gezegd dat hij deelname van Nederland aan een stabilisatiemacht na de gevechtshandelingen wil overwegen. Kan hij duidelijk zeggen wanneer en onder welke omstandigheden hij bereid is om Nederland deel te laten nemen aan een stabilisatiemacht?

De heer Dittrich (D66) verwijst naar de website van het State Department van 18 maart. Daar staat dat 30 landen «have agreed to be part of the Coalition for the immediate disarmament of Irak» en Nederland wordt genoemd in dat rijtje van landen. Er staat: «Yes, we want to be listed on the list of the Coalition of the Willing.» Waarom heeft de Nederlandse regering al voor het Kamerdebat positief geantwoord op deze vraag van de Amerikanen?

Tijdens de NAVO-Raad heeft de Nederlandse ambassadeur de indruk gewekt dat Nederland «full support» geeft, ook militair. Wat zijn de instructies aan de ambassadeur? Kan de Kamer beschikken over de tekst die de ambassadeur daar heeft uitgesproken?

De heer Van der Staaij (SGP) merkt op dat in het verslag van de Europese Raad wordt vermeld dat de VN al tijdens de huidige crisis een actieve rol kunnen vervullen. Kan de minister van Buitenlandse Zaken nader toelichten welke actieve rol de VN dan crisis kunnen vervullen? Is dat mogelijk zonder een resolutie of wordt daarmee alleen gedoeld op humanitaire hulp?

Mevrouw Huizinga-Heringa (ChristenUnie) merkt op dat de waarde van politieke steun gering is als er geen enkele consequentie aan wordt verbonden. Het besluit om Nederlandse officieren terug te trekken van Britse vliegdekschepen en Amerikaanse schepen vindt zij wat krampachtig. Bij politieke steun horen toch ook daden?

De heer Van Aartsen (VVD) herinnert de minister van Buitenlandse Zaken aan zijn uitspraak dat hij onder voorwaarden bereid is om deelname van Nederland aan een stabilisatiemacht te overwegen. Geldt dat ook als er geen resolutie van de Veiligheidsraad tot stand komt?

De minister van Buitenlandse Zaken attendeert de Kamer erop dat de telefoonlijn die het ministerie van Buitenlandse Zaken heeft ingesteld voor iedereen openstaat, niet alleen voor reizigers, maar ook voor Iraki in Nederland.

Het Turkse parlement heeft uitgesproken dat het moet gaan om de «nationale veiligheid» en niet de Turkse regering.

De minister blijft bij zijn uitspraak dat het wel of niet instellen van een Iraktribunaal een kwestie voor de Iraki zelf is. Mochten zij daar op een of andere manier niet toe in staat zijn, dan zijn er nog andere mogelijkheden, bijvoorbeeld het «Cambodjamodel». Binnen het Cambodjaanse rechtssysteem is er sprake van internationale presentie en internationale expertise. Overigens zal de oprichting van het Internationale Strafhof de animo om aparte ad-hoctribunalen op te richten niet vergroten.

Voor de Verenigde Naties is er tijdens de oorlog met Irak slechts een rol weggelegd op het gebied van humanitaire hulp. De hulp die de Amerikanen nu geven aan Irak, USAid, wordt betaald met Amerikaans belastinggeld. De internationale hulporganisaties moeten natuurlijk te allen tijde toegang krijgen tot Irak.

De Nederlandse regering heeft geen enkel verzoek gedaan om op bepaalde lijstjes geplaatst te worden. Dat komt geheel voor de verantwoordelijkheid van de Amerikanen. Ook de Nederlandse ambassadeur in Washington heeft daar niet om gevraagd. De Amerikanen kenden de Nederlandse positie door de brief die de regering de Kamer heeft gestuurd voorafgaand aan het Kamerdebat.

De Kamer mag ervan uitgaan dat de instructie van de opstelling van de Nederlandse ambassadeur bij de NAVO spoort met de politieke opstelling van de Nederlandse regering. Die is duidelijk. De tekst van de ambassadeur is uitgesproken in de vertrouwelijke omgeving van de NAVO-Raad en is niet ter inzage voor de Kamer. De minister vraagt de heer Dittrich om aan te geven op grond waarvan hij meent te kunnen zeggen dat de ambassadeur zich niet aan de instructie heeft gehouden. Hij wil die signalen graag op schrift krijgen met bronvermelding. Hij zegt toe dat hij daar dan in een volgend overleg op terugkomt.

De minister van Defensie wijst de Kamer erop dat de Nederlandse ambassadeur de Turkse regering bij twee gelegenheden op de hoogte heeft gesteld van de Nederlandse houding tegenover een eventuele inval van Turkije in Irak. De Verenigde Staten hebben die boodschap eveneens ondubbelzinnig overgebracht aan de Turken. Ook de NAVO heeft zich daar mede namens de Nederlandse regering over uitgesproken. Over de opstelling van Nederland kan wat dat betreft geen misverstand ontstaan.

De minister is het er niet mee eens dat het ontbreken van een actieve invulling van politieke steun nadelige effecten heeft. Nederland speelt al een actieve rol op verschillende plaatsen ter wereld. De VS begrijpen dat de Nederlandse regering door deze opstelling voorkomt dat er over zes weken een ander besluit wordt genomen. Door deze opstelling kiest Nederland voor een bestendige lijn en dat is van groot belang.

Het besluit om Nederlandse militairen terug te trekken van schepen is niet genomen naar aanleiding van de persconferentie waar overste Blom bij aanwezig was, maar al ruim daarvoor. Het fregat, het patrouillevliegtuig en de onderzeeër die in die omgeving aanwezig zijn in het kader van de operatie Enduring Freedom worden niet ingezet voor de aanval op Irak. De Nederlandse officier die deel uitmaakt van een Amerikaanse Patrioteenheid in Koeweit mag daar blijven omdat het gaat om de verdediging van de burgers van Koeweit. Het besluit om militairen terug te trekken neemt de minister met pijn in zijn hart, omdat de samenwerking met de Amerikanen en de Britten voor Nederland van groot belang is. Het is echter een logisch gevolg van het besluit dat de Nederlandse regering genomen heeft.

Toezeggingen

De minister heeft toegezegd dat hij in de brief die hij de Kamer nog zal sturen uitgebreide informatie zal geven over de financiering van humanitaire hulp.

De minister heeft toegezegd dat hij bij een volgende gelegenheid zal ingaan op de vraag van de heer Dittrich over de uitspraken van de Nederlandse ambassadeur in de NAVO, vooropgesteld dat de heer Dittrich de minister schriftelijk informeert over de signalen aan de hand waarvan hij concludeert dat de ambassadeur niet conform de instructies van de regering heeft gesproken, uiteraard met bronvermelding.

De voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken,

De Haan

De voorzitter van de vaste commissie voor Defensie,

Albayrak

De voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken,

Dijksma

De griffier van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken,

Van Oort


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Terpstra (VVD), De Graaf (D66), Dijksma (PvdA), De Haan (CDA), voorzitter, Koenders (PvdA), Karimi (GroenLinks), Timmermans (PvdA), ondervoorzitter, Van Bommel (SP), Albayrak (PvdA), Eurlings (CDA), Wilders (VVD), Van Baalen (VVD), Van Aartsen (VVD), Van Winsen (CDA), Van As (LPF), Herben (LPF), Ormel (CDA), Ferrier (CDA), Duyvendak (GroenLinks), Huizinga-Heringa (ChristenUnie), Van Velzen (SP), De Nerée tot Babberich (CDA), Haverkamp (CDA), Van Velzen (SP), Fierens (PvdA), Tjon-A-Ten (PvdA), Hirsi Ali (VVD) en Eijsink (PvdA).

Plv. leden: Nijs (VVD), Dittrich (D66), Dubbelboer (PvdA), Hessels (CDA), Stuurman (PvdA), Vos (GroenLinks), Arib (PvdA), De Wit (SP), Leerdam (PvdA), Sterk (CDA), De Vries (VVD), Rijpstra (VVD), Hoogervorst (VVD), Van Ardenne-van der Hoeven (CDA), Varela (LPF), Van den Brink (LPF), Ross-van Dorp (CDA), Rambocus (CDA), Halsema (GroenLinks), Van der Staaij (SGP), Kant (SP), Balkenende (CDA), Çörüz (CDA), Wolfsen (PvdA), Van Nieuwenhoven (PvdA), Waalkens (PvdA) en Geluk (VVD).

XNoot
2

Samenstelling:

Leden: De Vries (PvdA), Bakker (D66), De Vries (VVD), Kamp (VVD), Koenders (PvdA), Van Beek (VVD), Karimi (GroenLinks), Timmermans (PvdA), Van Bommel (SP), Vendrik (GroenLinks), Albayrak (PvdA), voorzitter, Van Baalen (VVD), Van Aartsen (VVD), Van Winsen (CDA), Van den Brink (LPF), Mastwijk (CDA), Rambocus (CDA), Herben (LPF), ondervoorzitter, Kortenhorst (CDA), Huizinga-Heringa (ChristenUnie), Bruls (CDA), Van Velzen (SP), Algra (CDA), Haverkamp (CDA), Straub (PvdA), Blom (PvdA) en Eijsink (PvdA).

Plv. leden: Van Dam (PvdA), De Graaf (D66), Rijpstra (VVD), De Grave (VVD), Waalkens (PvdA), Oplaat (VVD), Halsema (GroenLinks), Fierens (PvdA), De Ruiter (SP), Van den Brand (GroenLinks), Adelmund (PvdA), Cornielje (VVD), Wilders (VVD), De Haan (CDA), Nawijn (LPF), Van der Knaap (CDA), Ferrier (CDA), Hermans (LPF), Ross-van Dorp (CDA), Van der Staaij (SGP), Van Ardenne-van der Hoeven (CDA), De Wit (SP), Jan de Vries (CDA), Ormel (CDA), Van Heemst (PvdA), Tichelaar (PvdA) en Noorman-den Uyl (PvdA).

XNoot
3

Samenstelling:

Leden: Terpstra (VVD), Van Nieuwenhoven (PvdA), De Graaf (D66), Dijksma (PvdA), voorzitter, De Haan (CDA), Koenders (PvdA), Buijs (CDA), Atsma (CDA), Karimi (GroenLinks), Timmermans (PvdA), Van Bommel (SP), Albayrak (PvdA), Van der Staaij (SGP), Hoogervorst (VVD), Wilders (VVD), Waalkens (PvdA), Van Baalen (VVD), Van Winsen (CDA), Van den Brink (LPF), Van den Brand (GroenLinks), Hessels (CDA), Spies (CDA), Eerdmans (LPF), ondervoorzitter, Van Velzen (SP), De Nerée tot Babberich (CDA), Nijs (VVD) en Dubbelboer (PvdA).

Plv. leden: De Vries (VVD), Duivesteijn (PvdA), Van der Laan (D66), Kruijsen (PvdA), Bruls (CDA), Van Heteren (PvdA), Ross-van Dorp (CDA), Van Haersma Buma (CDA), Duyvendak (GroenLinks), Bussemaker (PvdA), De Wit (SP), Eijsink (PvdA), Rouvoet (ChristenUnie), Hirsi Ali (VVD), Griffith (VVD), Douma (PvdA), Geluk (VVD), Algra (CDA), Vos (GroenLinks), Wijn (CDA), Van Ardenne-van der Hoeven (CDA), Varela (LPF), Vergeer-Mudde (SP), Mastwijk (CDA), Van Aartsen (VVD) en Fierens (PvdA).

Naar boven