Beleidsregel Vermogen WerkSaam Westfriesland

 

Inleiding

De Participatiewet regelt hoeveel vermogen een cliënt mag hebben om een uitkering te krijgen. Dit heet de vermogensgrens. Het vermogen is het bedrag aan waarde van de bezittingen van de cliënt na aftrek van schulden. Als het vermogen hoger is dan de vermogensgrens is er geen recht op een uitkering. Als het vermogen lager is dan is er wel recht. Het vermogen mag tijdens de uitkeringsperiode toenemen tot de vermogensgrens.

 

Niet alle bezittingen tellen mee bij het berekenen van het vermogen. Een normale inrichting van de woning bijvoorbeeld. Bezittingen die niet meetellen noemen wij vrijlatingen. De Participatiewet noemt een aantal vrijlatingen, zoals een algemene vrijlating en een vrijlating voor een koopwoning.

 

WerkSaam heeft nog een aantal vrijlatingen die de Participatiewet niet duidelijk noemt. In deze beleidsregel staat hoe WerkSaam omgaat met deze vrijlatingen. Ook staat erin hoe WerkSaam omgaat met het vermogen als de hoogte van de uitkering wijzigt.

 

Het dagelijks bestuur van WerkSaam Westfriesland;

 

gezien het advies van de cliëntenraad van WerkSaam Westfriesland van 5 juni 2018;

 

gelet op artikel 34 van de Participatiewet;

 

omdat het wenselijk is om regels te hebben voor het vaststellen van het vermogen bij de aanvraag om bijstand en tijdens de uitkeringsperiode;

 

b e s l u i t :

 

de beleidsregel vaststellen vermogen WerkSaam Westfriesland te wijzigen. De titel en tekst na wijziging luiden als volgt:

 

 

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze beleidsregel betekent:

  • a.

    Bijstandsnorm: de hoogte van de uitkering waar de cliënt recht op heeft.

  • b.

    Cliënt: de persoon die een uitkering van WerkSaam ontvangt.

  • c.

    Co-ouderschap: de situatie dat het minderjarige kind na een scheiding ongeveer evenveel tijd bij elk van beide ouders verblijft.

  • d.

    Effecten: waardepapieren, zoals aandelen, obligaties en dividenden.

  • e.

    Normwijziging: de aanpassing van de bijstandsnorm na een wijziging in de woon- of leefsituatie van de cliënt.

  • f.

    Vermogen: de waarde van de bezittingen van de cliënt na aftrek van de schulden.

  • g.

    Vermogensgrens: het bedrag aan vermogen dat een cliënt mag hebben om een uitkering te krijgen. Deze bedragen staan in artikel 34 van de Participatiewet.

  • h.

    WerkSaam: het dagelijks bestuur van WerkSaam Westfriesland.

  • i.

    Westfriesland: de gemeente Hoorn, Medemblik, Koggenland, Opmeer, Stede Broec, Drechterland of Enkhuizen.

     

Artikel 2. Bezittingen

  • 1.

    Bezittingen zijn:

    • a.

      Het saldo van de (spaar)bankrekeningen.

    • b.

      De waarde van effecten.

    • c.

      De waarde van auto’s, motoren, caravans of boten.

    • d.

      De waarde van sieraden en andere waardevolle voorwerpen.

  • 2.

    Als de cliënt gehuwd is of samenwoont en/of minderjarige kinderen heeft tellen hun bezittingen ook mee.

 

Artikel 3. Schulden

  • 1.

    Alleen aantoonbare schulden waarop de cliënt aflost of moet aflossen tellen mee.

  • 2.

    Als de cliënt gehuwd is of samenwoont en/of minderjarige kinderen heeft tellen hun schulden ook mee.

     

Artikel 4. Vrijlating auto of motor

  • 1.

    Voor één auto of motor geldt een vrijlating tot € 3.000.

  • 2.

    Als er twee of meer auto’s en/of motoren zijn geldt de vrijlating voor de auto of motor met de laagste waarde.

     

Artikel 5. Vrijlating caravan of boot

Een caravan of boot die de cliënt gebruikt als hoofdverblijf laat WerkSaam vrij tot maximaal het bedrag aan vrijlating voor een eigen woning. Deze vrijlating staat in artikel 34 lid 2 onderdeel e van de Participatiewet.

 

Artikel 6. Vrijlating sieraden en andere waardevolle voorwerpen

Sieraden en andere waardevolle voorwerpen laat WerkSaam vrij als verkoop hiervan niet van de cliënt verwacht kan worden.

 

Artikel 7. Vermogen bij co-ouderschap

Bij co-ouderschap geldt de vermogensgrens voor een alleenstaande ouder.

 

Artikel 8. Vermogen na verhuizing

  • 1.

    Als een cliënt verhuist binnen de Westfriese gemeenten berekent WerkSaam niet opnieuw het vermogen.

  • 2.

    Bij een verhuizing naar een Westfriese gemeente vanuit een andere gemeente berekent WerkSaam het vermogen volgens deze beleidsregel.

 

Artikel 9. Vermogen na normwijziging

WerkSaam laat het vermogen vrij dat na een wijziging van de uitkering hoger is dan de nieuwe vermogensgrens. Dit geldt niet voor een wijziging van de uitkering bij scheiding of huwelijk.

 

Artikel 10. Vermogen na scheiding of huwelijk

Na een scheiding of huwelijk berekent WerkSaam het vermogen opnieuw volgens deze beleidsregel. Dit is ook zo bij een samenwoning of het beëindigen daarvan.

 

Artikel 11. Inwerkingtreding en citeertitel

Deze gewijzigde beleidsregel treedt in werking op de dag na die van bekendmaking en werkt terug tot 1 juli 2018.

Deze gewijzigde beleidsregel wordt aangehaald als: beleidsregel vermogen WerkSaam Westfriesland.

 

Vastgesteld in de vergadering van het dagelijks bestuur van 14 juni 2018,

De voorzitter, D. te Grotenhuis

De directeur, M.J. Dölle

 

Toelichting

 

Artikel 1. Begrips omschrijvingen

Bij co-ouderschap hebben ouders na een scheiding afgesproken om samen voor het minderjarige kind te blijven zorgen. Met scheiding bedoelen wij ook het beëindigen van samenwoning. Het kind blijft bij co-ouderschap wisselend bij de ene en de andere ouder. Bij elke van de ouders verblijft het kind ongeveer evenveel tijd. Vaak is dat drie dagen bij de ene ouder en vier dagen bij de andere ouder. Of een week bij de ene ouder en daarna een week bij de andere ouder.

 

Artikel 2 . Bezittingen

De cliënt kan het saldo van een (spaar)bankrekening laten zien met bankafschriften. Van effecten krijgt de cliënt meestal jaarlijks een bewijsstuk van de waarde. De waarde van auto’s en motoren berekent WerkSaam vast op basis van de koerslijst van de ANWB of met www.autotrader.nl.

 

Lastiger is het om de waarde van sieraden, schilderijen en antiek(e auto’s) te bepalen. Soms is hiervoor een taxatierapport nodig. De kosten hiervan betaalt de cliënt.

 

Sommige bezittingen worden volledig of voor een gedeelte vrijgelaten. Dit staat in de artikelen 4, 5 en 6 van deze beleidsregel.

 

Artikel 3 . Schulden

Een schuld wordt niet zomaar afgetrokken van de bezittingen. Het moet een schuld zijn met een betalingsverplichting. De cliënt lost af of moet aflossen. Als er geen betalingsverplichting is of deze is uitgesteld dan telt deze schuld niet mee bij het bepalen van het vermogen. Dit komt vaak voor bij een studieschuld.

 

De cliënt moet schulden aantonen, bijvoorbeeld met een overeenkomst met een bank of schuldbekentenis.

 

Artikel 4. Vrijlating auto of motor

WerkSaam laat één auto per gezin vrij in de vorm van een vrijlating van maximaal € 3.000.

Dit betekent dus dat een auto die € 8.000 waard is voor € 5.000 meetelt als bezitting bij het berekenen van het vermogen.

 

Bij een auto van tien jaar of ouder gaat WerkSaam er vanuit dat deze minder waard is dan € 3.000.

 

Van exclusieve of klassieke auto’s of motoren (bijvoorbeeld oldtimers of dure merken) moet de waarde altijd bepaald worden. Dus ook als de auto of motor tien jaar of ouder is. Als dit de enige auto of motor is in het gezin dan trekt WerkSaam de vrijlating van € 3.000 af van de waarde.

 

Artikel 5. Vrijlating caravan of boot

Een caravan of boot zijn bezittingen die meetellen bij het bepalen van het vermogen. Er is één uitzondering. Dat is als de cliënt de caravan of boot gebruikt als hoofdverblijf. Dat is vaak het geval bij een woonwagen en woonboot of –schip. In dat geval geldt de vrijlating voor een eigen woning. Deze staat in artikel 34 lid 2 onderdeel e van de Participatiewet.

 

Artikel 6. Vrijlating sieraden en andere waardevolle voorwerpen

Sieraden en andere waardevolle voorwerpen zoals schilderijen en antiek zijn ook bezittingen. De waarde hiervan telt mee bij het bepalen van het vermogen. Alleen als er sprake is van grote emotionele waarde voor de cliënt laat WerkSaam de waarde van het bezit volledig of gedeeltelijk vrij.

 

Artikel 7. Vermogen bij co-ouderschap

De wet kent geen aparte vermogensgrens voor co-ouderschap. Daarom geldt bij co-ouderschap de vermogensgrens voor een alleenstaande ouder. Deze staat in artikel 34 lid 3 onderdeel b van de Participatiewet.

 

Artikel 8. Vermogen na verhuizing

Een verhuizing kan een reden zijn om het vermogen opnieuw vast te stellen. Bij een verhuizing binnen Westfriesland is het meestal niet nodig om het vermogen opnieuw te berekenen. Dat gebeurt alleen als er nog een wijziging is in de woon- of leefsituatie van de cliënt, bijvoorbeeld een (echt)scheiding.

 

Bij een verhuizing naar Westfriesland stelt WerkSaam het vermogen vast volgens deze beleidsregel. Ook als de cliënt in de andere gemeente ook al bijstand ontving.

 

Artikel 9. Vermogen na normwijzigingen

Na een wijziging van de uitkering kan sprake zijn van een nieuwe vermogensgrens. Dat is bijvoorbeeld bij gehuwden waarvan één partner overlijdt. De bijstandsnorm gaat dan van gehuwden naar alleenstaande, de vermogensgrens ook. In dit geval laat WerkSaam het vermogen boven de nieuwe vermogensgrens vrij.

 

Dit geldt niet voor een scheiding of huwelijk. In die situaties geldt artikel 10 van deze beleidsregel.

 

Artikel 10 . Vermogen na scheiding of huwelijk

Bij een scheiding verdelen cliënten meestal de bezittingen en schulden. Bij een huwelijk voegen cliënten hun bezittingen en schulden samen. Daarom berekent WerkSaam het vermogen in die situaties opnieuw.

Naar boven