Beleidsregel Inkomstenvrijlating WerkSaam Westfriesland

 

Inleiding

WerkSaam bemiddelt cliënten naar werk. Waar mogelijk fulltime, zodat de cliënt geen uitkering meer nodig heeft. Voor een deel van onze cliënten is voltijd werken niet mogelijk vanwege een ziekte, gebrek of persoonlijke situatie. Dan is deeltijd werken het doel, zodat de cliënt zoveel mogelijk voor zijn/haar eigen inkomen zorgt.

 

Ook kan een cliënt tijdelijk werk uitvoeren, bijvoorbeeld twee weken fulltime werk. Hierdoor komt de cliënt niet uit de uitkering, maar heeft wel twee weken inkomsten uit werk.

 

De wet verplicht WerkSaam om inkomen te korten op de uitkering. Om werken te stimuleren kan WerkSaam een deel van de inkomsten ’vrijlaten’. Dat betekent dat niet alle inkomsten gekort worden, maar de cliënt een bedrag mag houden.

 

Er zijn drie situaties mogelijk vanuit de wet:

  • 1.

    Algemene inkomstenvrijlating van maximaal zes maanden.

  • 2.

    Inkomstenvrijlating voor alleenstaande ouders van maximaal 30 maanden.

  • 3.

    Inkomstenvrijlating voor cliënten met een medische urenbeperking.

 

De wet geeft de mogelijkheid om inkomsten van cliënten vrij te laten, als het werk bijdraagt aan de re-integratie van de cliënt. In deze beleidsregel staat wanneer WerkSaam de inkomstenvrijlatingen toepast.

 

 

Het dagelijks bestuur van WerkSaam Westfriesland

 

gezien het advies van de cliëntenraad van 5 juni 2018;

 

gelet op:

  • Artikel 31, tweede lid onder n, r en y en artikel 31, vijfde lid van de Participatiewet.

  • Artikel 8 lid 2, 5 en 7 IOAW.

  • Artikel 8 lid 3, 9 en 11 IOAZ;

 

gelet op artikel 15 van de Re-integratieverordening WerkSaam Westfriesland;

 

overwegende dat WerkSaam als uitgangspunt heeft dat:

- werken gestimuleerd moet worden;

- voorkomen moet worden dat een inkomstenvrijlating een negatief financieel effect heeft voor de cliënt;

-WerkSaam vindt dat parttime werk altijd bijdraagt aan de re-integratie van de cliënt. Daarom kan WerkSaam de inkomstenvrijlatingen die in de wet staan toepassen.

 

b e s l u i t :

 

de beleidsregel inkomstenvrijlating WerkSaam Westfriesland te wijzigen. De tekst na wijziging is als volgt:

 

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze beleidsregel betekent:

  • a.

    Cliënt: Persoon die een uitkering van WerkSaam ontvangt.

  • b.

    Deeltijd ondernemer: cliënt die zelfstandig ondernemer is en maximaal 1225 uur per jaar activiteiten verricht in zijn bedrijf.

  • c.

    Inkomstenvrijlating: het deel van het inkomen dat WerkSaam niet hoeft te korten op de uitkering. Dit staat in artikel 31 lid 2 aanhef en onder n, r en y van de Participatiewet, artikel 8 lid 2, 5 en 7 van de IOAW en artikel 8 lid 3, 9 en 11 van de IOAZ.

  • d.

    Legale inkomsten uit arbeid: inkomsten uit arbeid waarover loonbelasting en premies zijn betaald.

  • e.

    WerkSaam: het dagelijks bestuur van WerkSaam Westfriesland.

  • f.

    Wet: Participatiewet, Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) of Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ).

Artikel 2. Recht op inkomstenvrijlating

  • 1.

    WerkSaam past de inkomstenvrijlatingen toe als de cliënt voldoet aan de voorwaarden uit de wet, behalve als de cliënt heeft verklaard geen gebruik te willen maken van de inkomstenvrijlating.

  • 2.

    De inkomstenvrijlating geldt zowel bij werk in loondienst als bij inkomsten als zelfstandige. Als inkomsten uit arbeid in deeltijd worden ook aangemerkt:

  • a. Doorbetaling van loon door de werkgever tijdens ziekte.

  • b. Een uitkering op grond van de Wet arbeid en zorg in verband met zwangerschap en bevalling.

  • c. Een uitkering op grond van de Ziektewet in verband met ziekte als gevolg van zwangerschap of bevalling.

  • d. Winst uit een eigen bedrijf of zelfstandig beroep. Als de cliënt voldoet aan de regels over deeltijd ondernemen. Deze regels staan in de “Beleidsregel deeltijd ondernemen in de bijstand WerkSaam Westfriesland’’.

  • 3.

    De inkomstenvrijlating gaat in op de eerste maand waarin de inkomsten betrekking hebben. Tenzij de cliënt aan het eind van de maand is begonnen met werken en de cliënt de inkomstenvrijlating daarom de volgende maand wil laten ingaan.

Artikel 3. Eénmalige toekenning inkomstenvrijlating

  • 1.

    De inkomstenvrijlatingen worden één maal per uitkeringsperiode toegekend.

  • 2.

    Als dezelfde uitkeringsperiode wordt aangemerkt:

  • a. De voortzetting van een uitkering na een onderbreking wegens inkomsten uit arbeid of verblijf in het buitenland tot drie maanden.

  • b. De voortzetting van een uitkering na een onderbreking wegens verblijf in detentie of verblijf in een inrichting, ongeacht de duur van de onderbreking.

  • c. De voortzetting van een uitkering, die in een andere gemeente al werd verstrekt.

  • d. De voortzetting van een uitkering met een andere bijstandsnorm na een wijziging van bijvoorbeeld de woon- of gezinssituatie.

Artikel 4. Geen recht op inkomstenvrijlating

Geen recht op een inkomstenvrijlating bestaat als een cliënt:

  • a. Niet legale inkomsten uit arbeid verwerft.

  • b. Geen, onjuiste of onvolledige mededeling van inkomsten uit arbeid heeft gedaan.

Artikel 5. Herzien of intrekken en terugvorderen

  • 1.

    WerkSaam kan een besluit tot toekenning herzien of intrekken als een inkomstenvrijlating ten onrechte of tot een te hoog bedrag is toegepast.

  • 2.

    Als WerkSaam een besluit tot herziening of intrekking heeft genomen wordt de te veel betaalde uitkering teruggevorderd. De regels voor terugvordering staan in de “Beleidsregel verhaal, terug- en invordering en kwijtschelding WerkSaam Westfriesland”.

Artikel 6. Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze gewijzigde beleidsregel treedt in werking op de dag na die van bekendmaking en werkt terug tot 1 juli 2018.

  • 2.

    Deze beleidsregel wordt aangehaald als: beleidsregel inkomstenvrijlating WerkSaam Westfriesland.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van het dagelijks bestuur van 14 juni2018,

De voorzitter, D. te Grotenhuis

De directeur, M.J. Dölle

Toelichting beleidsregel Inkomstenvrijlating 2018 WerkSaam Westfriesland

 

Er zijn drie soorten inkomstenvrijlatingen die WerkSaam kan toepassen. Dat is geen keuze van WerkSaam, dit staat in de wet. In onderstaande tabel staan de drie soorten kort toegelicht:

 

*de maximale bedragen per maand gelden per 1-1-2018 en kunnen door de wetgever periodiek worden aangepast. Kijk voor de actuele bedragen in de wet.

 

 

De wet geeft de mogelijkheid om inkomsten van cliëntenvrij te laten, als het werk bijdraagt aan de re-integratie van de cliënt. WerkSaam vindt dat deeltijd werk of tijdelijk werk altijd bijdraagt aan de re-integratie van de cliënt. Daarom past WerkSaam de inkomstenvrijlating altijd toe, behalve als dit voor de cliënt financieel ongunstig is. De cliënt moet dit dan zelf aangeven. Bijvoorbeeld als de cliënt aan het eind van de maand start met werken en de inkomstenvrijlating liever in de volgende maand (bij een volledige maand werken) wil laten ingaan.

 

Voor de medische urenbeperking is een document van het UWV nodig waar in staat dat het UWV heeft vastgesteld dat de cliënt een medische urenbeperking heeft. WerkSaam kan de inkomstenvrijlating dan toepassen.

 

Toelichting per artikel

Artikel 1 . Begripsbepalingen

Legale inkomsten: Niet op alle inkomsten uit arbeid worden direct loonbelasting en premies ingehouden. Bij inkomsten als deeltijd ondernemer, alpha hulp of freelancer is dit niet zo. Deze inkomsten moeten doorgaans als ‘inkomsten uit overig werk’ worden opgegeven bij de belastingdienst. Er worden dan achteraf loonbelasting en/of premies betaald. Het zijn dus wel legale inkomsten.

 

Artikel 2 . Recht op inkomstenvrijlating

Gezinsleden kunnen ieder afzonderlijk voor een inkomstenvrijlating in aanmerking komen, als zij afzonderlijk inkomsten uit arbeid in deeltijd hebben en die samen niet meer zijn dan de bijstandsnorm.

 

De overige artikelen hebben geen toelichting nodig.

Naar boven