Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer | Staatsblad 2011, 103 | Wet |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer | Staatsblad 2011, 103 | Wet |
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is, ter implementatie van richtlijn nr. 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 19 november 2008 betreffende afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen (PbEU L 312), de Wet milieubeheer, de Wet belastingen op milieugrondslag en de Wet op de economische delicten te wijzigen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
De Wet milieubeheer wordt gewijzigd als volgt:
A
Artikel 1.1 wordt gewijzigd als volgt:
1. Het eerste lid wordt gewijzigd als volgt:
a. In de alfabetische rangschikking worden de volgende begrippen en de daarbij behorende begripsomschrijvingen ingevoegd:
natuurlijke of rechtspersoon die als verantwoordelijke optreedt bij het bedrijfsmatig aankopen en vervolgens verkopen van afvalstoffen, met inbegrip van natuurlijke of rechtspersonen die de afvalstoffen niet fysiek in hun bezit hebben;
afvalstoffenproducent dan wel de natuurlijke of rechtspersoon die de afvalstoffen in zijn bezit heeft;
natuurlijke of rechtspersoon die ten behoeve van anderen bedrijfsmatig de verwijdering of de nuttige toepassing van afvalstoffen organiseert, met inbegrip van de natuurlijke of rechtspersonen die de afvalstoffen niet fysiek in hun bezit hebben;
natuurlijke of rechtspersoon wiens activiteiten afvalstoffen voortbrengen of die voorbehandelingen, vermengingen of andere bewerkingen verricht die leiden tot een wijziging in de aard of de samenstelling van die afvalstoffen;
inzameling waarbij een afvalstoffenstroom gescheiden gehouden wordt naar soort en aard van de afvalstoffen om een specifieke behandeling te vergemakkelijken;
elke handeling waarbij producten of componenten die geen afvalstoffen zijn, opnieuw worden gebruikt voor hetzelfde doel als dat waarvoor zij waren bedoeld;
verzameling van afvalstoffen, met inbegrip van de voorlopige sortering en de voorlopige opslag van afvalstoffen, om deze daarna te vervoeren naar een afvalverwerkingsinstallatie;
richtlijn nr. 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 19 november 2008 betreffende afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen (PbEU L 312);
maatregelen die worden genomen voordat een stof, materiaal of product afvalstof is geworden, ter vermindering van:
a. de hoeveelheden afvalstoffen, al dan niet via het hergebruik van producten of de verlenging van de levensduur van producten;
b. de negatieve gevolgen van de geproduceerde afvalstoffen voor het milieu en de menselijke gezondheid, of
c. het gehalte aan schadelijke stoffen in materialen en producten;
nuttige toepassing waardoor afvalstoffen opnieuw worden bewerkt tot producten, materialen of stoffen, voor het oorspronkelijke doel of voor een ander doel, met inbegrip van het opnieuw bewerken van organische afvalstoffen, en met uitsluiting van energieterugwinning en het opnieuw bewerken tot materialen die bestemd zijn om te worden gebruikt als brandstof of als opvulmateriaal;
nuttige toepassing of verwijdering, met inbegrip van aan toepassing of verwijdering voorafgaande voorbereidende handelingen;
nuttige toepassing bestaande uit controleren, schoonmaken of repareren, waarbij producten of componenten van producten, die afvalstoffen zijn geworden, worden klaargemaakt zodat ze zullen worden hergebruikt zonder dat verdere voorbehandeling nodig is;.
b. De begripsbepaling van «afvalbeheersplan» wordt vervangen door:
afvalbeheerplan, bedoeld in artikel 10.3;.
c. De begripsbepaling van «afvalstoffen» komt te luiden:
alle stoffen, preparaten of voorwerpen, waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen;.
d. De begripsbepaling van «beheer van afvalstoffen» komt te luiden:
inzameling, vervoer, nuttige toepassing en verwijdering van afvalstoffen, met inbegrip van het toezicht op die handelingen en de nazorg voor stortplaatsen na sluiting en met inbegrip van de activiteiten van afvalstoffenhandelaars en afvalstoffenmakelaars;.
e. In de begripsbepaling van «doelmatig beheer van afvalstoffen» wordt «afvalbeheersplan» vervangen door «afvalbeheerplan» en wordt «artikel 10.5, eerste lid» vervangen door: artikel 10.5.
f. De begripsbepaling van «gevaarlijke afvalstoffen» wordt vervangen door:
afvalstof die een of meer van de in bijlage III bij de kaderrichtlijn afvalstoffen genoemde gevaarlijke eigenschappen bezit;.
g. De begripsbepaling van «nuttige toepassing» komt te luiden:
elke handeling met als voornaamste resultaat dat afvalstoffen een nuttig doel dienen door hetzij in de betrokken installatie, hetzij in de ruimere economie, andere materialen te vervangen die anders voor een specifieke functie zouden zijn gebruikt, of waardoor de afvalstof voor die functie wordt klaargemaakt, tot welke handelingen in ieder geval behoren de handelingen die zijn genoemd in bijlage II bij de kaderrichtlijn afvalstoffen;.
h. De begripsbepaling van «verwijdering» komt te luiden:
elke handeling met afvalstoffen die geen nuttige toepassing is zelfs indien de handeling er in tweede instantie toe leidt dat stoffen of energie worden teruggewonnen, tot welke handelingen in ieder geval behoren de handelingen die zijn genoemd in bijlage I bij de kaderrichtlijn afvalstoffen;.
2. Aan het vijfde lid, onderdeel b, wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van dat onderdeel door een puntkomma, een subonderdeel toegevoegd, luidende:
3°. Het voor verwerking afgeven van afvalstoffen aan een afvalstoffenhandelaar.
3. Het zesde lid komt te luiden:
6. Indien afvalstoffen die een behandeling voor nuttige toepassing hebben ondergaan, voldoen aan de ingevolge artikel 6, eerste en tweede lid, van de kaderrichtlijn afvalstoffen vastgestelde criteria en tevens behoren tot het soort afvalstoffen waarop die criteria van toepassing zijn, worden zij niet langer als afvalstoffen aangemerkt. Onze Minister kan inzake een afvalstof die een behandeling voor nuttige toepassing heeft ondergaan, besluiten dat deze niet langer als afvalstof wordt aangemerkt, voor zover voor deze afvalstof geen criteria van toepassing zijn als bedoeld in de eerste volzin en ook overigens wordt voldaan aan artikel 6, vierde lid, eerste volzin, van de kaderrichtlijn afvalstoffen. Bij ministeriële regeling wordt aangegeven welke stoffen, preparaten of voorwerpen in ieder geval, onverminderd het bepaalde in de eerste en tweede volzin, worden aangemerkt als afvalstoffen, indien de houder zich daarvan ontdoet, voornemens is zich daarvan te ontdoen of zich daarvan moet ontdoen. Als afvalstoffen worden in elk geval niet aangemerkt stoffen, preparaten of voorwerpen die bijproducten zijn in de zin van artikel 5 van de kaderrichtlijn afvalstoffen, indien deze bijproducten voldoen aan de in dat artikel gestelde voorwaarden en aan de in een krachtens dat artikel vastgestelde uitvoeringsmaatregel daartoe aangegeven criteria.
4. In het zevende lid worden «stoffen, preparaten of producten» en «stoffen, preparaten of produkten» vervangen door: stoffen, preparaten of voorwerpen.
5. Het tiende lid, onder a, komt te luiden: a. niet de eigenschappen bezit op grond waarvan deze ingevolge bijlage III bij de kaderrichtlijn afvalstoffen als gevaarlijke afvalstof dient te worden aangemerkt, uitgezonderd de gevallen waarin dat het gevolg is van verdunning of vermenging, bedoeld om de concentratie van gevaarlijke stoffen onder de drempelwaarde voor gevaarlijke stoffen te brengen;.
6. Het twaalfde lid komt te luiden:
12. Een wijziging van de bijlagen onderscheidenlijk een wijziging van een ingevolge artikel 5 of 6 van de kaderrichtlijn afvalstoffen vastgestelde maatregel gaat voor de toepassing van de in het eerste lid gegeven omschrijvingen van «nuttige toepassing» en «verwijdering» en voor de toepassing van het tiende lid, onderscheidenlijk het eerste en zesde lid, gelden met ingang van de dag waarop aan de desbetreffende wijziging uitvoering moet zijn gegeven, tenzij bij ministerieel besluit, dat in de Staatscourant wordt bekendgemaakt, een ander tijdstip wordt vastgesteld.
7. Het dertiende lid vervalt onder vernummering van het veertiende lid tot dertiende lid.
B
In artikel 4.13, tweede lid, wordt «afvalbeheersplan» vervangen door: afvalbeheerplan.
C
Na artikel 10.1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. Dit hoofdstuk is niet van toepassing op de volgende stoffen, preparaten en voorwerpen:
a. gasvormige effluenten die in de atmosfeer worden uitgestoten, alsmede kooldioxide dat wordt afgevangen en getransporteerd met het oog op geologische opslag en dat geologisch is opgeslagen overeenkomstig het bepaalde in richtlijn nr. 2009/31/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 23 april 2009 betreffende de geologische opslag van kooldioxide en tot wijziging van Richtlijn 85/337/EEG van de Raad, de Richtlijnen 2000/60/EG, 2001/80/EG, 2004/35/EG, 2006/12/EG en 2008/1/EG en Verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europees Parlement en de Raad (PbEU L 140), dan wel op grond van artikel 2, tweede lid, van die richtlijn buiten de werkingssfeer van die richtlijn valt;
b. bodem met inbegrip van niet-uitgegraven verontreinigde grond en duurzaam met de bodem verbonden gebouwen;
c. niet-verontreinigde grond en ander van nature voorkomend materiaal, afgegraven bij bouwactiviteiten, indien vaststaat dat het materiaal in natuurlijke staat zal worden gebruikt voor bouwdoeleinden op de locatie waar het werd afgegraven;
d. radioactieve afvalstoffen;
e. afgedankte explosieven;
f. uitwerpselen, voor zover niet vallend onder onderdeel h, onder 1°, stro en ander natuurlijk, niet-gevaarlijk materiaal rechtstreeks afkomstig uit de land- of bosbouw dat wordt gebruikt in de landbouw, de bosbouw of voor de productie van energie uit die biomassa door middel van processen of methoden die onschadelijk zijn voor het milieu en die de menselijke gezondheid niet in gevaar brengen;
g. sediment dat binnen oppervlaktewater wordt verplaatst met het oog op het beheer van water en waterwegen of om overstromingen te voorkomen of de gevolgen van overstromingen en droogte te verminderen, of met het oog op landwinning, indien is aangetoond dat het sediment ongevaarlijk is;
h.
1°. dierlijke bijproducten, met inbegrip van verwerkte producten, in de zin van verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 3 oktober 2002, behalve die welke bestemd zijn om te worden verbrand of gestort of voor gebruik in een biogas- of composteerinstallatie;
2°. kadavers van niet door slachting gestorven dieren, met inbegrip van dieren die worden gedood om een epizoötie uit te roeien en overeenkomstig de onder 1° genoemde verordening worden verwijderd;
voor zover daarover bij of krachtens communautaire regelgeving regels zijn gesteld.
2. Op de in het eerste lid bedoelde stoffen, preparaten en voorwerpen is, voor zover het afvalstoffen betreft, het bepaalde bij of krachtens de artikelen 15.33, 15.35 en 15.36, alsmede de artikelen 2.4, 2.22, derde lid, en 2.23, tweede lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, evenmin van toepassing.
D
In het opschrift van titel 10.2, alsmede in de artikelen 10.6 tot en met 10.14, wordt «afvalbeheersplan» telkens vervangen door: afvalbeheerplan.
E
In artikel 10.3 wordt «vier jaar» vervangen door «zes jaar» en wordt «afvalbeheersplan» vervangen door: afvalbeheerplan.
F
Artikel 10.4 komt te luiden:
1. Bij de vaststelling van het afvalbeheerplan en bij het nemen van andere maatregelen voor de preventie en het beheer van afvalstoffen hanteert Onze Minister als prioriteitsvolgorde de volgende afvalhiërarchie:
a. preventie;
b. voorbereiding voor hergebruik;
c. recycling;
d. andere nuttige toepassing, waaronder energieterugwinning;
e. veilige verwijdering.
2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing met betrekking tot het nemen van maatregelen als bedoeld in dat lid door gedeputeerde staten en burgemeester en wethouders.
G
Artikel 10.5 komt te luiden:
Bij de vaststelling van het afvalbeheerplan en bij het nemen van andere maatregelen voor de preventie en het beheer van afvalstoffen:
a. kan zonodig voor bepaalde specifieke afvalstromen van de afvalhiërarchie, bedoeld in artikel 10.4, worden afgeweken, indien dit, de gehele levenscyclus in beschouwing nemende, met betrekking tot de algemene effecten van het produceren en beheren van dergelijke afvalstoffen gerechtvaardigd is;
b. houdt Onze Minister er rekening mee dat het belang van een doelmatig beheer van afvalstoffen vereist dat het beheer op effectieve en efficiënte wijze geschiedt en effectief toezicht dan wel douanecontrole op het beheer mogelijk is.
G1
Aan artikel 10.7, eerste lid, wordt een volzin toegevoegd, luidende: Het afvalbeheerplan voldoet aan het bij of krachtens de kaderrichtlijn afvalstoffen daaromtrent bepaalde, met inbegrip van hetgeen bij of krachtens die richtlijn is bepaald met betrekking tot afvalpreventieprogramma’s.
H
In artikel 10.7 wordt, onder vernummering van het tweede lid tot derde lid, een lid ingevoegd, luidende:
2. Het afvalbeheerplan bevat mede de afvalpreventieprogramma’s als bedoeld in artikel 29 van de kaderrichtlijn afvalstoffen, met inbegrip van de doelstellingen en maatregelen, gericht op het loskoppelen van economische groei van de milieueffecten die samenhangen met de productie van afvalstoffen. Voor de bewaking en evaluatie van de in de afvalpreventieprogramma’s vastgestelde doelstellingen van de daarin opgenomen afvalpreventiemaatregelen kan Onze Minister indicatoren vaststellen.
I
In artikel 10.7, derde lid (nieuw), wordt in de onderdelen a, c en d «vier jaar» vervangen door: zes jaar.
J
In artikel 10.8, tweede lid, wordt «artikel 10.7, tweede lid» vervangen door: artikel 10.7, derde lid.
K
In artikel 10.12, tweede lid, wordt «vier jaar» vervangen door: zes jaar.
L
Het opschrift van titel 10.3 komt te luiden:
M
Artikel 10.15 wordt gewijzigd als volgt:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen ter stimulering van hergebruik, preventie, recycling en andere nuttige toepassing of anderszins in het belang van de bescherming van het milieu regels worden gesteld ten aanzien van het ontwikkelen, vervaardigen, behandelen, toepassen, verwerken, voorhanden hebben, aan een ander ter beschikking stellen, in ontvangst nemen of invoeren van bij die maatregel aangewezen categorieën van stoffen, preparaten of producten of afvalstoffen door de producenten ervan.
2. In het tweede lid wordt na «producten» telkens ingevoegd: of afvalstoffen.
3. In het derde lid wordt «bijzonder aangewezen» vervangen door: passend.
N
Artikel 10.17 wordt gewijzigd als volgt:
1. In het eerste lid wordt «in het belang van het bevorderen van nuttige toepassing» vervangen door «ter stimulering van hergebruik, preventie, recycling en andere nuttige toepassing van afvalstoffen» en wordt «stoffen, preparaten of producten» vervangen door: stoffen, preparaten of producten, of afvalstoffen.
2. Het tweede lid wordt gewijzigd als volgt:
a. Onderdeel a komt te luiden:
a. die producten en de van die producten overgebleven afvalstoffen, na gebruik, in te nemen en te beheren, alsmede de financiële verantwoordelijkheid daarvoor of de verantwoordelijkheid voor het regelen van het afvalbeheer te dragen;.
b. Na onderdeel c wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van dat onderdeel door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
d. openbaar beschikbare informatie te verstrekken over de mate waarin de producten geschikt zijn voor hergebruik en recycleerbaar zijn.
O
In artikel 10.18 wordt «in het belang van het bevorderen van nuttige toepassing» vervangen door: ter stimulering van hergebruik, preventie, recycling en andere nuttige toepassing van afvalstoffen.
P
In artikel 10.19 wordt «stoffen, preparaten of producten» vervangen door: stoffen, preparaten of voorwerpen.
Q
Artikel 10.21 wordt gewijzigd als volgt:
1. Het tweede lid vervalt.
2. In het derde lid, dat wordt vernummerd tot tweede lid, vervalt het woord «andere».
R
Aan artikel 10.29, tweede lid, wordt een volzin toegevoegd, luidende: Indien zulks uitvoerbaar is op technisch, milieu- en economisch gebied, wordt bij de algemene maatregel van bestuur teneinde nuttige toepassing van afvalstoffen te faciliteren of te verbeteren de verplichting opgenomen daarbij aan te geven huishoudelijke afvalstoffen gescheiden en niet gemengd met afvalstoffen of materialen die niet dezelfde eigenschappen bezitten, in te zamelen.
S
Aan artikel 10.37, tweede lid, wordt na onderdeel f, onder vervanging van de punt aan het slot van dat onderdeel door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
g. die krachtens artikel 10.55 bevoegd is de betrokken afvalstoffen te vervoeren of te verhandelen.
T
Artikel 10.38, tweede lid, komt te luiden:
2. De geregistreerde gegevens worden ten minste vijf jaar bewaard en gedurende die periode door de afvalstoffenhouder ter beschikking gehouden van degenen die zijn belast met het toezicht of de douanecontrole op de naleving van de wet en van voorgaande afvalstoffenhouders.
U
In artikel 10.47 wordt, onder vernummering van het derde lid tot vierde lid, een lid ingevoegd, luidende:
3. Indien zulks uitvoerbaar is op technisch, milieu- en economisch gebied, wordt bij de algemene maatregel van bestuur teneinde nuttige toepassing van afvalstoffen te faciliteren of te verbeteren de verplichting opgenomen daarbij aangegeven bedrijfsafvalstoffen gescheiden en niet gemengd met afvalstoffen of materialen die niet dezelfde eigenschappen bezitten, in te zamelen.
V
In artikel 10.50, eerste lid, wordt «stoffen, preparaten of producten» vervangen door: stoffen, preparaten of voorwerpen.
W
In artikel 10.54, tweede lid, wordt «de artikelen 10.47 of 10.48» vervangen door: artikel 10.47, 10.48 of 10.54a, tweede lid.
X
Na artikel 10.54 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:
1. Het is verboden gevaarlijke afvalstoffen te mengen, daaronder mede begrepen verdunnen, met andere categorieën gevaarlijke afvalstoffen of met andere afvalstoffen, stoffen of materialen.
2. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, geldt niet voor zover het mengen van gevaarlijke afvalstoffen is toegestaan krachtens een omgevingsvergunning.
3. Onze Minister bepaalt bij ministeriële regeling in welke gevallen gevaarlijke afvalstoffen die in strijd met het eerste lid zijn gemengd, gescheiden dienen te worden.
Y
In artikel 20.2, eerste lid, onderdeel c, wordt «afvalbeheersplan» vervangen door: afvalbeheerplan.
De Wet belastingen op milieugrondslag wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 22 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid, onderdeel e, komt te luiden:
stoffen als bedoeld in de Wet milieubeheer;.
2. Het eerste lid, onderdeel f, komt te luiden:
preparaten als bedoeld in de Wet milieubeheer;.
3. In het tweede lid wordt «stoffen, preparaten en andere producten» telkens vervangen door: stoffen, preparaten en voorwerpen.
B
In artikel 26, onder b, wordt «deze stoffen» vervangen door: deze afvalstoffen.
C
In artikel 27, eerste lid, wordt «stoffen, preparaten of andere producten» vervangen door: stoffen, preparaten of voorwerpen.
D
In artikel 28, tweede lid, onder d, wordt «afvalstoffen die niet verbrandbaar en niet herbruikbaar zijn» vervangen door: afvalstoffen die niet verbrandbaar zijn en waarvan nuttige toepassing niet mogelijk is.
E
In artikel 31, tweede lid, wordt «stoffen, preparaten of andere producten» vervangen door: stoffen, preparaten of voorwerpen.
In artikel 1a, onder 1°, van de Wet op de economische delicten wordt in de zinsnede met betrekking tot de Wet milieubeheer na «10.54, eerste lid,» ingevoegd: 10.54a, eerste en derde lid,.
1. Het bij de inwerkingtreding van deze wet geldende afvalbeheersplan blijft gelden tot een nieuw afvalbeheerplan als bedoeld in artikel 10.3 van de Wet milieubeheer is vastgesteld, doch uiterlijk tot de dag waarop na de vaststelling van het geldende afvalbeheersplan een termijn van zes jaar is verstreken.
2. Voor zover bij de inwerkingtreding van deze wet reeds geldende omgevingsvergunningen als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht als gevolg van deze wet met betrekking tot het beheer van afvalstoffen wijziging behoeven, vindt deze wijziging bij de eerstvolgende wijziging van de vergunning plaats, doch uiterlijk drie jaar na de inwerkingtreding van deze wet.
Indien artikel I, onder D, van het bij koninklijke boodschap van 10 juli 2008 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Wet milieubeheer en diverse aanverwante wetten (Verdere invulling van hoofdstuk 9) (31 501), nadat dat voorstel van wet tot wet is verheven, in werking is getreden of in werking treedt voor het tijdstip waarop artikel I, onderdelen M tot en met P, van deze wet in werking treedt,
A. worden na onderdeel B van artikel I twee onderdelen ingevoegd, luidende:
B1
Artikel 9.5.2 wordt gewijzigd als volgt:
1. In het eerste lid wordt «in het belang van het bevorderen van nuttige toepassing» vervangen door «ter stimulering van hergebruik, preventie, recycling en andere nuttige toepassing» en wordt na «stoffen, preparaten of producten» ingevoegd: of afvalstoffen.
2. In het tweede lid wordt na «stoffen, preparaten of producten» telkens ingevoegd: of afvalstoffen.
3. In het derde lid komt onderdeel b te luiden:
b. die stoffen, preparaten of producten en de daarvan overgebleven afvalstoffen, na gebruik, in te nemen en te beheren, alsmede de financiële verantwoordelijkheid daarvoor of de verantwoordelijkheid voor het regelen van het afvalbeheer geheel of gedeeltelijk te dragen;.
4. In het derde lid wordt na onderdeel d, onder vervanging van de punt aan het slot van dat onderdeel door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
e. openbaar beschikbare informatie te verstrekken over de mate waarin die stoffen, preparaten of producten geschikt zijn voor hergebruik en recycleerbaar zijn.
B2
In artikel 9.5.4 wordt «in het belang van het bevorderen van nuttige toepassing» vervangen door: in het belang van de stimulering van hergebruik, preventie, recycling of andere nuttige toepassing.
B. vervallen de onderdelen M tot en met P van artikel I.
1. Deze wet treedt in werking met ingang van 12 december 2010, met uitzondering van artikel I, onderdelen H, J en Q. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 11 december 2010, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
2. Artikel I, onderdelen H en J, treedt in werking met ingang van 12 december 2013.
3. Artikel I, onderdeel Q, treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot
Gegeven te ’s-Gravenhage, 3 februari 2011
Beatrix
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
J. J. Atsma
Uitgegeven de vierde maart 2011
De Minister van Veiligheid en Justitie,
I. W. Opstelten
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2011-103.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.