Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over wachttijden bij het NFI (ingezonden 28 september 2015).

Antwoord van Minister Van der Steur (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 6 november 2015). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2015–2016, nr. 369.

Vraag 1

Wat is uw reactie op het bericht dat wachttijden bij het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) leiden tot verdriet en ergernis bij nabestaanden of slachtoffers? Deelt u de mening dat dit onwenselijk is?1

Antwoord 1

Ik acht lange wachttijden vanzelfsprekend onwenselijk. Op voorhand kan echter niet precies worden ingeschat hoelang een onderzoek in beslag neemt en welke nieuwe feiten en omstandigheden daar weer uit naar voren komen. Politie, Openbaar Ministerie (OM) en NFI doen er alles aan om iedere zaak zo snel mogelijk tot een goed einde te brengen en streven daarbij naar een zorgvuldige communicatie met slachtoffers en nabestaanden. Ik verwijs naar mijn antwoord op de vragen 2 en 3.

Vraag 2 en 3

Hoe verklaart u het bestaan van wachttijden bij het NFI? Wat vindt u een acceptabele wachttijd voor een situatie zoals deze?

Wat doet u eraan om deze wachttijden op te lossen, of deze in ieder geval zo snel mogelijk sterk te verminderen, en in de toekomst te voorkomen?

Antwoord 2 en 3

De afgelopen jaren heeft het NFI de doorlooptijden van onderzoeken teruggebracht van ongeveer 130 dagen in 2007 naar gemiddeld 14 dagen nu. De doorlooptijden zijn in 2014 gestegen door de grote hoeveelheid werk die voortkwam uit de ramp met toestel MH17. Hierdoor is ook enige achterstand ontstaan. Deze is ondertussen reeds grotendeels teruggebracht in zowel omvang als duur. Daarbij is de doorlooptijd van een onderzoek van veel factoren afhankelijk, zoals bijvoorbeeld de vraagstelling door politie en OM, de staat van het materiaal en of er nieuwe feiten en omstandigheden naar boven komen. Daarnaast speelt ook de instroom van de hoeveelheid sporen een rol. Hierdoor zal er altijd sprake zijn van enige wachttijd.

Vraag 4

Wat zullen volgens u de gevolgen zijn van de bezuinigingen van 9,6 miljoen euro op het NFI op de wachttijden?

Antwoord 4

Om het dalende budget op te vangen neemt het NFI verschillende maatregelen. Er wordt gestreefd naar efficiencyverhoging van de bedrijfsvoering, het verminderen van externe inhuur, automatisering van werkprocessen, inzet van nieuwe technieken en ontdubbeling van taken tussen de politie en het NFI. De kernproductie wordt door de taakstellingen niet geraakt. De maatregelen zullen naar verwachting dan ook geen invloed hebben op de doorlooptijden bij het NFI.

Vraag 5

Hoe komt het dat er ondanks de mogelijkheid om bij piekbelasting opdrachten uit te besteden aan particuliere bureaus alsnog wachttijden zijn?

Antwoord 5

Voor de inzet van particuliere instituten en het NFI heb ik naar aanleiding van het rapport van de Commissie Winsemius tot 2017 een specifiek budget gereserveerd. OM en politie kunnen hiervan gebruik maken, onder andere, ten tijde van piekbelasting. Momenteel is dat budget nog niet uitgeput, maar de verwachting is dat dit budget in 2015 volledig zal worden benut.

Voor particuliere bureaus geldt overigens dat zij dezelfde zorgvuldigheid in hun processen en in de afstemming met politie en OM betrachten als het NFI. Dit kan zorgen voor wachttijden tijdens het onderzoek. Zie ook het antwoord op vraag 2 en 3.

Naar boven